Direct naar artikelinhoud
OpinieJos Geysels

Het cordon sanitaire bevat een principieel statement. Het is geen strategisch manoeuvre

Jos GeyselsBeeld Bob Van Mol

Bij politicoloog Bart Maddens rijst het vermoeden dat het cordon sanitaire een ‘kunstgreep is van progressieven om aan de macht te blijven’. Maar daar is Jos Geysels, voormalig politiek secretaris van Agalev die in 1989 de eerste aanzet gaf voor een cordon sanitaire, het niet mee eens.

In zijn opiniestuk (DM 22/4) rijst bij politicoloog Bart Maddens het “vermoeden” dat het cordon sanitaire “vooral een kunstgreep is van progressieven om toch maar aan de macht te kunnen blijven, ondanks het succes van rechts”. En hij besluit met de provocerende vraag: “Wie vormt hier eigenlijk de grootste bedreiging voor de democratie?”

Zowel bij dat ‘vermoeden’ als bij deze vraag kunnen heel wat kanttekeningen gemaakt worden.

Zo kwam de eerste ‘geformaliseerde’ versie van het cordon niet tot stand in 1992, zoals Maddens schrijft, maar wel in de lente van 1989, meer dan twee jaar voor Zwarte Zondag, toen het Vlaams Blok van twee naar twaalf Kamerzetels steeg. De korte tekst bevatte zowel een afspraak - geen bestuursakkoorden met het Vlaams Blok - als een uitspraak over het respecteren van fundamentele grondrechten zoals vrijheid en gelijkheid.

Uiteraard is de democratie ook een georganiseerd meningsverschil, een politieke ruimte waar partijen elkaar bestrijden op basis van hun programma en de daarmee verbonden stellingen en voorstellen. Democratie veronderstelt ideologische diversiteit en een levendig politiek debat, tussen links en rechts, conservatieven en progressieven, radicale en meer gematigde partijen.

Maar deze ideologische diversiteit impliceert het aanvaarden van een gemeenschappelijk referentiekader over de democratische grondrechten, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en de Grondwet. Hetgeen wij beschaving noemen. Volgens de ondertekenaars van het cordon beantwoordde het Vlaams Blok niet aan deze democratische minimumvereiste en was (is) er dus geen reden om met deze partij samen te werken.

Het cordon bevat dus een principieel statement. Het is geen strategisch manoeuvre, geen “kunstgreep van progressieven om aan de macht te blijven”, laat staan een partijpolitieke kwestie. Het cordon is daarentegen een kwestie van bewegingen en partijen die, ondanks hun ideologische verschillen, partij (blijven) kiezen voor de grondbeginselen van de democratie. Een veelkleurig verbond van progressieven én conservatieven, van rechts én links om de democratie overeind te houden.

De Duitse Bondspresident Joachim Gauck omschreef het in zijn afscheidsrede in 2017 als volgt: “De democratie is als een grote tent waarin het samenzijn eindigt wanneer partijen, bewegingen en individuen de normen en de wetten van deze democratie overtreden.”

Geen gewone partij

Deze principiële houding valt blijkbaar buiten het gezichtsveld van Bart Maddens. Bovendien baseert hij zijn stellingen en suggestieve vragen op een vermoeden in plaats van op empirische gegevens. Ze staan bovendien in sterk contrast met de onderzoeksresultaten en de conclusies van veel van zijn academische collega’s. Zij maken zich wel zorgen over de reële bedreiging van de democratische grondbeginselen in Europa, niet door ‘progressieven’ maar door extreemrechts.

Politieke wetenschappers Léonie de Jonge en Stijn Van Kessel vinden het dan ook “belangrijk om formele afspraken te maken over het beschermen van liberaal-democratische waarden die haaks staan op het uitsluiten van bepaalde bevolkingsgroepen en het opdringen van een ‘dominante en leidende cultuur’. Partijen en media moeten bereid zijn grenzen te stellen aan tolerantie voor intolerantie – en wel voordat deze overschreden worden”. (DM, 26/12, 2023).

In die zin hanteert het cordon een ‘rechtsstatelijke meetlat’ waar het Vlaams Blok én het huidige Vlaams Belang niet aan voldoen. Want ondanks propere verschijningsvormen bewijst deze partij zowel in haar programma als politieke praktijk (over ‘omvolking’, ‘dominante blanke cultuur’) “ten overvloede dat ze lak heeft aan de rechtsstaat en de democratie”. (Lieven D’Hooge in DM 20/3). En daarom is het Vlaams Belang ‘geen gewone partij als de andere’, zoals Cd&v-voorzitter Sammy Mahdi op het recent verkiezingscongres van zijn partij terecht zei. En daarom mogen extreemrechtse gedachten in geen geval genormaliseerd worden.

Een inspirerend voorbeeld

In de Oost-Duitse deelstaat Saksen behaalt de AfD, de zusterpartij van het Vlaams Belang, hoge scores. Bij een recent bezoek aan Leipzig en de Buchmesse, waar Vlaanderen en Nederland gastland waren, was ik onder de indruk van de acties van het democratisch middenveld en de politieke partijen. Eensgezind verspreidden ze de oproep ‘Demokratie wählen. Jetzt.’ Overal in de stad en op de drukbezochte Boekenbeurs was deze boodschap uitdrukkelijk aanwezig: op affiches, banners en flyers.

Deze hartverwarmende mobilisatie voor de bescherming van de democratie en de verdediging van de mensenrechten verdient navolging in Vlaanderen. Laten we, zowel voor als na de verkiezingen, zorgvuldig blijven omgaan met de mensenrechten. Het respect voor deze rechten geven de beurswaarde aan van een democratie die het zich niet kan voorloven onder de bodemkoers terecht te komen. Noem het gerust een kwestie van ‘inburgering in beschaving.’