zaterdag 20 april 2019 - Wielrennen
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

Alberto Bettiol en Johan Vansummeren met Alyssa Morahan, de soigneur die hen naar eeuwige roem kneedde.  Raymond Lemmens

Zondag Amstel Gold Race

Vansummeren ontmoet … Alberto Bettiol

“Tot Luik mag ik geen gram bijkomen”

In 2011 won Johan Vansummeren voor de ploeg Vaughters Parijs-Roubaix. Acht jaar later schoot Alberto Bettiol, de ‘John Wayne van het peloton’ zoals diezelfde Vaughters hem bestempelt, raak in de Ronde van Vlaanderen. Ploegmaats waren de twee nooit. Summie verliet Garmin net op het moment dat de ploeg samensmolt met Cannondale, dat Bettiol reeds tot zijn raspaardjes mocht rekenen. Wat ze dan wel gemeen hebben? De gouden handen van Alyssa Morahan, de soigneur die de benen van beide heren richting eeuwige roem kneedde.

Opgetekend door Rob RODIERS in Genk

Vansummeren: Complimenti Alberto, wat reed jij een knappe Ronde van Vlaanderen! Is je leven enorm veranderd sinds 7 april?

Bettiol: “Ikzelf ben niet veranderd. De wereld rondom me wel (lacht). Plots had iedereen mijn telefoonnummer. Mijn gsm ontplofte bijna van de berichten die ik kreeg. Ik stond erop om iedereen persoonlijk te bedanken voor de felicitaties. Het kostte me een volle week vooraleer ik rond was. Op straat, in het station, de luchthaven… Overal word ik plots herkend en moest ik even halt houden.”

Vansummeren: “Wat me opviel: bij het overschrijden van de aankomstlijn zette je jouw bril af. Wat wilde je daarmee zeggen?”

Als een luie en dikke gast de Ronde van Vlaanderen kan winnen, dan wil ik mijn hele leven zo blijven. Zeg dat maar tegen Van Avermaet Alberto BETTIOL

Bettiol: “Niks, ik wilde de streep gewoon zien met mijn eigen ogen (knipoogt).”

Vansummeren: “Zat er geen ondertoon vervat in dat gebaar?”

Bettiol: “Toch wel. Ik wilde tegenover de Italiaanse tv-commentatoren zeggen: hebben jullie me nu gezien? Tijdens de uitzendingen durven ze me namelijk wel eens over het hoofd zien of verwarren met een ploeggenoot. Versta me niet verkeerd, ik onderhoud een goede relatie met die mensen. Na afloop van de Ronde hebben ze me nog gebeld en voor zover er al plooien waren, zijn ze nu helemaal gladgestreken.”

 GMAX AGENCY

Vansummeren: “In België verschijnen er dagelijks bladzijden vol wielernieuws in de kranten. Hoe zit dat in Italië? Werd jouw zege naar waarde geschat?”

Bettiol: “Mijn foto prijkte op de cover van La Gazzetta dello Sport. Wat inderdaad ongewoon is de laatste jaren. In Italië is het allemaal Cristiano Ronaldo, Mauro Icardi en calcio wat de klok slaat. Het maakte me blij, ook al omdat ik er de wielersport een dienst mee bewees. Er wordt in Italië weer wat meer over wielrennen gesproken. Dat heeft niet enkel met mij te maken. Ook jongens als Trentin en Viviani dragen hun steentje bij tot die heropleving.”

Vansummeren: “De kans bestaat dat je in Italië zult uitgroeien tot een rolmodel. Waardoor meer Italiaanse renners opnieuw interesse tonen in de voorjaarsklassiekers.”

Mijn kinderdroom was uitgroeien tot gevechtspiloot. Maar als ik twijfels kreeg en wilde kappen met koersen, won ik een belangrijke wedstrijd Alberto BETTIOL

Bettiol: “Hopelijk. De voorbije week voelde ik al dat ik een voorbeeldfunctie te vervullen had. Dat stoort me allerminst. Het maakt me net trots. Ook al komt er wat verantwoordelijkheid bij kijken. Iedere jonge renner mag me alles vragen. Ik ben een open boek. Ik ben van het principe: als ik mezelf niet verloochen, kan er me niets overkomen.”

Vansummeren: “Je twijfelde na de Ronde geen moment om je geluk te delen. Je moest en zou je vriendin aan de lijn krijgen, camera’s in de buurt of niet.”

 BELGA

Bettiol: “(Knikt) Ik werd heel emotioneel toen ik haar stem hoorde. Ik moest huilen en heel Italië huilde naar verluidt met me mee. Blijkbaar heb ik indruk gemaakt door me zo kwetsbaar op te stellen want plots willen alle Italiaanse vrouwen dat ik haar echtgenoot word (lacht).”

Vansummeren: “Heeft jouw vriendin geen last gekregen met dat telefoontje? Ze zat toch als fysiotherapeute van volleybalclub Empoli op de bank tijdens een wedstrijd van haar club?”

Bettiol: “Klopt. Maar de wedstrijd was al afgelopen hoor. Bovendien hadden ze net gewonnen. Tijdens de match zat ze wel stiekem met één oog naar haar smartphone te gluren om de koersontwikkelingen te volgen. De ploegdokter was eventjes not amused, maar eind goed al goed, zeker?”

Vansummeren: “Je krijgt naar verluidt je eigen dorpsfeest?”

Bettiol: “Klopt, na Luik-Bastenaken-Luik. Ik heb het enthousiasme van onze burgemeester gelukkig wat weten te temperen. Goeie vrienden als Andrea Tafi, die eveneens de Ronde won met rugnummer 77, Michele Bartoli, Paolo Bettini, Fabrizio Guidi, Dario Pieri hebben al toegezegd dat ze naar Castelfiorentino zullen komen. Het gaat plezant worden.”

Vansummeren: “Wie van bovenstaande namen was jouw grote voorbeeld?”

Bettiol: “(Onmiddellijk) Bettini. Ik sta er nog steeds van te kijken dat ik nu frequent berichten met hem uitwissel. Ik herinner me nog levendig de dag waarop hij in de roze trui nabij ons dorp passeerde. Zoveel jaar later is hij oprecht blij met mijn overwinning, crazy niet?”

Amstel is als bord spaghetti

Vansummeren: “Het viel me op: voor een 25-jarige beschik je over aardig wat ervaring.”

Bettiol: “Klopt. Zondag rijd ik al mijn zesde Amstel. Ik kom er graag, ook al heeft het traject wat weg van een bord spaghetti met lusjes die lukraak door elkaar lijken te lopen.”

Vansummeren: “(Lacht) Buon appetito! Ik weet dat buitenlanders wel eens problemen hebben om zich te oriënteren in Nederlands-Limburg. Jij ook?”

Bettiol: “(Schudt het hoofd) Nee, ik ken er intussen mijn weg. In de Vlaamse Ardennen ook trouwens.”

 GMAX AGENCY

Vansummeren: “Mogen we de Amstel omschrijven als een Ronde van Vlaanderen zonder kasseien?”

Bettiol: “Lijkt me een terechte vergelijking, ja. Het peloton is uitgebreid, de wegen smal, positioneren is alles… Het verschil zit ‘m in de eerste, grote schifting. In de Ronde hebben we die al achter de rug op 100 km van de finish, in de Amstel op amper 50 van de meet.”

Vansummeren: “Reken jij jezelf tot één van de favorieten voor zondag?”

Bettiol: “Nee. Ik voel de naweeën van mijn vroege start dit seizoen. Vergeet niet dat ik al in de Tour Down Under actief was. Nadien reed ik de Strade Bianche, Tirreno, Sanremo… De conditie is goed, maar het lichaam heeft zijn limieten nagenoeg bereikt. Ik kan me geen fouten meer permitteren. Gelukkig ben ik een serene, rustige jongen. Ik verbruik geen onnodige energie wanneer dat niet nodig is. Ik zal me nooit opjagen voor een koers. Op dat vlak kan Sep (Vanmarcke, nvdr) nog wat van me leren (lacht).”

Vansummeren: “De Brabantse Pijl was jouw eerste koers na de Ronde. Merkte je dat ze jou nu anders bekijken in het peloton?”

Bettiol: “Zeker. Er werd meer op mijn wiel gekoerst dan ik gewoon ben. Ze doen maar. Ik trek het me niet aan. Ik hou me aan de ploegtactiek en blijf doen zoals ik altijd deed. Waarom zou ik veranderen? Ik heb niets meer te verliezen. Ik won één van de allermooiste koersen in de wereld. Mijn focus gaat nog uit naar twee koersen: de Amstel en Luik-Bastenaken-Luik. In de eerste deel ik het kopmanschap met Simon Clarke, in Luik met Michael Woods. Vind ik prima, hoor. In beide koersen wil ik de finale rijden en meestrijden om de zege. Winnen blijft een lastig gegeven. Daar zal mijn zege in de Ronde niets aan veranderen.”

Strive for five?

Vansummeren: “Philippe Gilbert telt sinds afgelopen zondag vier monumenten op zijn erelijst. Een renner met jouw profiel kan volgens mij ook alle monumenten winnen.”

Bettiol: “Ik weet dat ik veel diverse parcours aankan. Sanremo lijkt me de moeilijkste om te winnen. Gelukkig hoor ik dat ze opnieuw luidop nadenken om een klim aan de finale toe te voegen. Hoe zwaarder hoe beter, zou ik zo zeggen (lachje). Luik lijkt zwaar, maar doenbaar. Lombardije is echt op de limiet voor mij. Met het vorderen van de jaren zal ik ongetwijfeld gewicht verliezen en taaier worden. Dus wie weet kan het daar toch ooit lukken? En in Parijs-Roubaix zal ik volgend jaar wellicht mijn debuut maken, op vraag van de ploegleiding. Weet je wat goed is aan zo’n strive for five? Het is een ideale tool om je op te laden, het houdt je gemotiveerd om te blijven trainen.”

Vansummeren: “Vond je het vervelend dat Greg Van Avermaet jou na afloop van de Ronde als lui en dik bestempelde?”

Bettiol: “Ik ben niet te dik, ik maak gewoon snel spiermassa aan. Oké, vorig jaar bij BMC stond ik drie kilo te zwaar. Maar dat kwam omdat ik me moest aanpassen aan de manier van werken van de ploeg. Dat was duidelijk niet mijn manier van werken. Het is niet omdat een methode voor één renner werkt, dat het voor iedereen geldt. In vergelijking met andere renners train ik misschien weinig. So what? Als de resultaten volgen, is het toch goed, niet? Wat niet wil zeggen dat ik lui ben. Verre van zelfs. Binnen EF-Education First geven ze me de vrijheid die ik nodig heb en vertrouwen ze erop dat ik het werk doe dat me topfit maakt. En kijk, ik kom weer bovendrijven dit seizoen. (Grijnst) Als een luie en dikke gast de Ronde van Vlaanderen kan winnen, dan wil ik mijn hele leven zo blijven. Zeg dat maar tegen Greg!”

 GMAX AGENCY

Vansummeren: “(Bulderlacht) Doe ik je dan een plezier met wat Genkse eetadresjes? Deze stad noemen ze niet voor niets Little Italy, wist je dat?”

Bettiol: “Nee, totaal niet. Ah, vandaar dat ik hier tegenover (wijst naar Shopping 1) op een Italiaans koffiezaakje stootte tijdens mijn wandeling na de lunch.”

Vansummeren: “Al in de Vennestraat geweest?”

Bettiol: “(Schudt het hoofd) Nee, wacht tot na Luik. Geef me dat lijstje dan maar. Ik mag nu geen gram bijkomen (lacht).”

Werelduurrecord?

Vansummeren: “Iedere Italiaanse renner heeft zijn favoriete voetbalploeg, weet ik uit ervaring. Wat is die van jou?”

Bettiol: “Juve. Vandaar dat ik de voorbije dagen alweer traantjes gelaten heb. Ze hebben veel geld uitgegeven aan Cristiano Ronaldo in de hoop zo de Champions League te kunnen winnen. Zo zie je maar… Juventus is een goed voorbeeld van hoe je het niet moet aanpakken. Als je alles op één persoon afstemt, is de kans op succes veel kleiner dan wanneer je voor het collectief kiest. EF-Education First lijkt meer op Ajax. Wij zijn jong, tonen lef… Snap je?”

Vansummeren: “In de slottijdrit van de Tirreno werd je enkel geklopt door Victor Campenaerts, sinds dinsdag houder van het werelduurrecord met 55,089 km/u. Zou jij jezelf ooit in zo’n avontuur storten?”

Bettiol: “(Grinnikt) Eergisteren stuurde ik een bericht naar mijn coach met de vraag: wanneer gaan wij een aanval doen op dat record? Wie weet ga ik er ooit wel voor. Echt, dat meen ik. Als junior werd ik Europees tijdritkampioen. Dus de discipline ligt me wel. (Al grappend) En ach… één uurtje volle gas. Dan is de Ronde nog wat anders met 6 uur en 19 minuten. Na afloop van de Tirreno was ik erg ontgoocheld. Ik had net naast mijn eerste profzege gegrepen met drie luttele seconden, en dat op Italiaanse bodem. Tijdens de cooling down kwam ik echter tot het besef dat Campenaerts zich al maanden aan het voorbereiden was op dat werelduurrecord, weken op hoogte had gezeten in Namibië en zich tijdens de Tirreno voortdurend had zitten sparen in de grupetto. En toch klopte hij mij maar met drie tellen? Ik die quasi dagelijks meestreed voor de dagzege. Dus ja, wie weet ga ik in de toekomst weer wat meer werk maken van mijn oude liefde, het tijdrijden.”

Vansummeren: “Ik ben beginnen te koersen omdat de voorzitter van de plaatselijke wielerclub bij mij in de straat woonde. Hoe kwam jij in aanraking met het kromme stuur?”

Bettiol: “Grappig, dat je die vraag zo stelt. Exact hetzelfde eigenlijk. Ik leefde met mijn ouders in Poggibonsi op een appartementje op de derde verdieping. In de flat pal onder ons woonde de voorzitter van de lokale wielervereniging. Op een ochtend in september vroeg hij aan mijn vader of ik niet een keer wilde proeven van de sport. Op mijn vijfde reed ik mijn eerste koersje. Ik eindigde meteen derde. De week nadien was het koers in mijn eigen dorp. Ik won. De trein was vertrokken. Van mijn zesde tot twaalfde won ik zo’n achttien koersen per jaar.”

 GMAX AGENCY

Vansummeren: “Sindsdien wilde je enkel nog wielrenner worden?”

Bettiol: “Niet echt, nee. Mijn kinderdroom was uitgroeien tot gevechtspiloot. Ik droomde van een gewoon leven en universitaire studies om uiteindelijk te mogen toetreden tot de pilotenacademie in Napels. Bovendien kwamen mijn vrienden op een leeftijd dat ze begonnen uit te gaan. Telkens ik echter twijfels kreeg en wilde kappen met koersen, won ik een belangrijke wedstrijd (lacht). Bij de beloften kreeg ik een telefoontje van Patrick (Lefevere, nvdr). Of ik openstond voor een test in de Bakala Academy in Leuven. Die verliep prima. Maar plots stond Cannondale voor de deur. Ik tekende er mijn eerste contract en was plotsklaps ploeggenoot van Sagan, Basso, Viviani, De Marchi, Caruso. De rest is geschiedenis.”

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws