Het klimaat in 2050: Plan B voor planeet A

© BELGAIMAGE

Het jaar is 2050. “There’s no planet B”, klonk het 31 jaar geleden op de klimaatmarsen. Dat klopt ook, maar er is wél een plan B in de maak. Dit zijn de ideeën voor geo-engineering: ingrijpen in de ­natuur om de CO2-klok terug te draaien en de aarde af te koelen. Haalbaar of niet?

Frank Poosen

PLANT MEER BOSSEN

Kans op succes: 100%

Het principe: Bomen nemen CO2 uit de lucht op en slaan het op in hun hout.

Voordeel: Het is de meest eenvoudige manier om het CO2-overschot te beheersen.Zolang de bomen blijven staan, blijven ze de lucht zuiveren. En als ze worden gerooid en niet verbrand, blijft de CO2 in het hout zitten. Een bos is snel aan­geplant en het is veel goedkoper dan welke techniek ook.

Nadeel: Er zijn héél veel bomen nodig om het teveel aan CO2 ­terug te dringen. Daar is veel plaats voor nodig. Zo’n her­bebossing kan overigens de ­natuurlijke waterafvloeiing ­afremmen, waardoor droogte dreigt in andere gebieden.

KAATS DE ZON TERUG

Kans op succes: 0%

Het principe: ­Gigantische spiegels tussen zon en aarde om zonnestralen terug te kaatsen. Hoe minder zonne-energie het aardoppervlak bereikt, hoe koeler de aarde wordt.

Voordeel: De spiegels zijn vanop de aarde nauwelijks te zien – alleen maar zwarte vlekjes voor de zon – én ze kunnen in theorie de gemiddelde temperatuur tot twee ­graden laten zakken.

Nadeel: Te moeilijk en te duur. En daarbij: de temperatuur daalt dan wel, maar de CO2 verdwijnt niet.

ZAAI WOLKEN

Kans op succes: 10%

Het principe: Vulkaanuitbarstingen verlagen de temperatuur omdat ze zwaveldeeltjes in de atmosfeer brengen, die zich vervolgens snel verspreiden. De deeltjes kaatsen zonlicht terug voordat het de aarde bereikt. Dat koeleffect kan je nabootsen door zwavelwolken te maken op grote hoogte. Met vliegtuigen, of ballonnen. Je kan ook wolken maken boven de oceanen, bijvoorbeeld door een mist van zoutwaterdruppeltjes te maken, zodat het water trager opwarmt.

Voordeel: De zwaveldeeltjes komen na een paar jaar wel naar beneden in de vorm van zure regen, maar de omvang is veel kleiner en beheersbaar zodat het geen nadelige effecten heeft. Zoutwaterwolken zouden zeer effectief en relatief goedkoop zijn.

Nadeel: Er zijn gigantisch veel vluchten nodig om genoeg zwaveldeeltjes in de stratosfeer te krijgen, en vliegtuigen zijn ook niet bepaald CO2-neutraal. Bovendien is het dan meteen gedaan met staalblauwe hemels, het zal altijd iets somberder zijn. Minder zonlicht kan ook nadelig zijn voor de biodiversiteit.

STOOK MET CO2

Kans op succes: 50%

Het principe: CO2 zit in de lucht, en wel veel te veel, waardoor het als een broeikasgas de boel opwarmt. Haal het eruit en gebruik het gas voor iets dat nuttig is. Brandstof bijvoorbeeld, om nieuwe energie op te wekken. De installaties om CO2 uit de lucht te halen bestaan al. Het toeval wil dat koolstofdioxide een prima grondstof is voor ­bijvoorbeeld het aanmaken van hernieuwbare brandstof of chemicaliën. CO2 kan worden ­omgezet in kunstmatig mierenzuur, dat dienstdoet als een nieuw soort brandstof. Even milieuvriendelijk als waterstof maar met dat voordeel dat het niet kan ontploffen.

Voordeel: De milieuwinst is groot, want elke gram CO2 ­minder is een gewonnen gram.

Nadeel: De kosten om CO2 te ­verwijderen uit de lucht zijn groter dan die om uitstoot te voorkomen en het is technisch behoorlijk ingewikkeld. Het ontwikkelen van auto’s of andere machines die werken op mierenzuur neemt veel tijd in beslag (lees: in 2019 ­bestonden ze zelfs niet eens op papier, alleen in sommige universiteitslabo’s).

STOCKEER CO2 ONDER DE GROND

Kans op succes: 30%

Het principe: Kool­stofdioxide uit de lucht halen en voorgoed wegmoffelen in de grond, zodat het geen kwaad meer kan aanrichten. CCS heet dat, Carbon Capture and Storage. De industriële installaties om CO2 uit de lucht te halen bestaan en op zich is het niet eens zo lastig om dat gas te isoleren. Het is gewoon een kwestie van de juiste ondergrond te vinden om het te stockeren.

Voordeel: De CO2 hoeft niet onmiddellijk hergebruikt te worden maar kan op een (veel) later tijdstip worden opgepompt voor toepassingen (zie ‘Stook met CO2’). Voor hetzelfde geld blijft het voor eeuwig ingekapseld op respectabele diepte en kan het geen schade meer aanrichten.

Nadeel: Waar en hoe sla je het op? De ondergrond moet in die mate ondoordringbaar zijn dat het gas niet weg kan. Basalt is ideaal, hebben ze op IJsland in de praktijk ondervonden. Dat vulkanische gesteente hebben ze daar in overvloed op grote diepte. Alleen: dat basalt zit niet overal in de ondergrond, waardoor de kans groot is dat de CO2 even snel weer door kieren en spleten naar de oppervlakte ­sijpelt.

BEMEST DE OCEANEN

Kans op succes: 50%

Het principe: Oceanen ­absorberen tussen 70 en 85 procent van alle CO2-uitstoot. Zeewater heeft de eigenschap tot honderd keer meer CO2 op te slaan dan lucht, maar het gebeurt wel heel langzaam. Dat ­proces kan versneld worden door oceanen te bemesten met nitraten, fosfaten of ijzer. Op die manier kunnen organismen zoals algen meer CO2 opnemen. IJzer is bijvoorbeeld ook essentieel om plankton te laten groeien. En plankton neemt op zijn beurt weer veel CO2 op. Veel plankton is dan weer goed voor het zeeleven – denk aan bepaalde walvissoorten. De ontlasting van die walvissen kan er weer voor zorgen dat meer ­algen gaan groeien, die ook weer CO2 ­opnemen.

Voordeel: CO2 wordt op een biologische manier vastgelegd en de ­algen kunnen bovendien als brandstof ­worden gebruikt. IJzerbemesting is goedkoop en relatief makkelijk.

Nadeel: Niemand weet welke effecten het zal hebben op de mariene ecologie. Het natuurlijke evenwicht kan ernstig worden verstoord voor bepaalde soorten. Plankton zou ook andere gassen, zoals NOx en methaan, kunnen gaan produceren. Die beïnvloeden het klimaat nog meer dan CO2.

MAAK DAKPANNEN VAN CO2

Kans op succes: 25%

Het principe: Als het dan toch zo moeilijk is om CO2 op te slaan, kan je het net zo goed verwerken in materiaal dat nuttig is. CO2 is niet alleen bruikbaar als onderdeel van brandstof, je kan het net zo goed in gesteente pompen. Want wat zijn stenen meer dan chemische verbindingen waar CO2 sowieso een deel van is? Rotsen, bijvoorbeeld, zijn het grootste CO2-reservoir dat er bestaat. De natuur heeft er millennia over gedaan om van koolstofdioxide gesteente te maken. Honderden miljoenen jaren geleden was het land van nu bedekt met water, rijk aan CO2. Dat reageerde heel traag met ­andere chemische stoffen waardoor bijvoorbeeld cal­ciumcarbonaat ontstond, een onderdeel van marmer. De mens is intussen zo slim geworden dat hij dat natuurlijke proces kan versnellen en nabootsen. Bovendien zijn er technieken om in het productieproces van dakpannen en klinkers CO2 te blazen zodat die koolstofdioxide er voor ­altijd in verankerd zit.

Voordeel: De techniek bestaat om bestaand gesteente uit te graven, te vermalen en er ­onder hoge temperatuur CO2 aan toe te voegen. Heel moeilijk is dat niet, want wanneer rotsen door regenwater breken en oplossen, absorberen ze op een natuurlijke manier CO2. Het is kwestie van dat natuurlijke proces te versnellen. In theorie kan je volledige rotsmassieven afbreken, volpompen met CO2, weer ­laten verstenen en ze terug op hun plaats zetten.

Nadeel: De industrie die je nodig hebt om dat te verwezenlijken, zou wel even groot kunnen zijn als de industrie die de opwarming van de aarde in eerste instantie veroorzaakt heeft.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer