© vrt

“Stig weer wielrenner? Eerst moet hij weer méns worden”

De beelden van hoe hij duwt, klauwt, zwoegt en sjokt in het revalidatiecentrum beroeren het hart. De Molse wielrenner Stig Broeckx (27) werkt al anderhalf jaar keihard aan zijn herstel, na de val die hem in een diepe coma trok waar niemand hem nog zag uitkomen. En kijk nu. “Ja, hij heeft enorme vooruitgang geboekt”, zegt zijn vader. “Maar nee, hij is er nog niet. Stig praat niet meer over terugkeren als wielrenner. Hij wil weer zelfstandig worden, waardig leven. Mens zijn.”

tom le bacq

© rr

Peter Broeckx pakt de spalken erbij die zijn zoon Stig gebruikt voor zijn linkerarm. “Marteltuigen. Stigs linkerarm zat helemaal verkrampt sinds het ongeval: plooien ging niet meer. Zijn hand was hetzelfde: een onwrikbaar samengebalde vuist. Maar hij heeft zijn pezen en spieren de voorbije maanden letterlijk uitgerekt en soepel gestrekt met die spalken. Ik kan me niet voorstellen hoeveel pijn dat moet hebben gedaan. Pijn is fijn, pa, zegt Stig mij dan. Dan word je stil. Stigs wilskracht kent echt geen grenzen.”

Negentien maanden geleden is het al, die voorlaatste rit van de Baloise Belgium Tour. Twee motoren die het peloton wilden inhalen, gingen tegen het asfalt. Stig werd meegesleurd in een massale valpartij en raakte zwaargewond aan zijn hoofd. Een maand later was het verdict dat hij in een vegetatieve coma was weggegleden en er geen kans meer was op een kwaliteitsvol herstel. Maar dat herstel kwam er toch. Een mirakel.

Domme vragen

VRT-journalist Sammy Neyrinck volgde Stig Broeckx een dag lang tijdens zijn keiharde revalidatie. De beelden die hij ervan maakte, de eerste publieke inkijk in hoe het de Lotto Soudal-­renner vergaat, maken een stortvloed aan reacties los. Van steun, van hoop.

“We vonden dat Stig klaar was om dit beeld van zichzelf te tonen”, zegt Peter Broeckx. “Het is een realistisch beeld: je ziet dat hij een enorme weg heeft afgelegd. Maar je ziet ook hoe zwaar de weg nog is die voor ons ligt. Hij is verre van de jongen die hij vroeger was.”

Vader Broeckx geeft toe dat hij het op zijn heupen kreeg van de “domme vragen” waarmee hij overspoeld werd. “Wanneer komt Stig terug in het peloton? Mogen we hem met een cameraploeg volgen tot aan zijn eerste koers? Wanneer gaat hij zijn koerstenue voor volgend seizoen passen? Dat vragen ze me hele dagen. Ik wil die mensen dan niet kwetsen door daar kwaad over te worden. Maar komaan, jongens.”

Opnieuw leren praten

Het is gewoon allemaal niet aan de orde. Nu niet, misschien wel nooit meer. “Er was een periode dat hij hoopte om weer wielrenner te worden. Nu spreken we daar niet meer over. Zijn enige wens is zelfstandig worden. Zonder hulp en begeleiding kunnen leven. Een menswaardig bestaan leiden. Ik wil mijn plan trekken, hoor ik hem dan zeggen, al sukkelt hij nog vaak.”

Want ja, Stig praat. Niet met de VRT-journalist in de reportage, dat viel hem nog te lastig. “Maar wij verstaan hem”, zegt vader Broeckx. “Ik moet steeds minder vragen wat hij precies bedoelt. Soms is hij nog wat beschaamd over het resultaat. Hij vormt de woorden wel in zijn hersenen, maar soms komt het er allemaal nogal slordig uit. Je mond en tong weer leren gebruiken, ook dat is spieren trainen.”

Stig vult zijn dagen met oefensessies in het revalidatiecentrum in Overpelt. Een keer per week komt Paul Van Den Bosch langs, voor extra fysieke trainingen. Hij begeleidt Stig al sinds diens achttiende.

“Van al die oefeningen moet hij thuis dan even bekomen. Maar meteen daarna zie ik hem weer op de vloer kronkelen met fitnessballen”, zegt zijn vader. “Of staat hij door z’n knieën gebogen tegen de muur. Hij kent al die spiergroepen nog perfect, hij weet wat hij moet trainen. In die zin leeft hij echt nog als een atleet. Hij kan in ons huis overal geraken waar hij wil.”

Het mentale, dat is lastiger. “Nuances aanbrengen, de hoofdzaak van de bijzaak onderscheiden. Dat gaat nog moeilijk. Dan twijfelt hij bijvoorbeeld dagenlang over één vriendschapsverzoek op Facebook. Dat soort dingen.”

De ladenkast met herinneringen in zijn hoofd, die is door het ongeluk omgevallen. Alles opnieuw ordenen neemt tijd. “Langzaamaan komen die herinneringen terug. Sinds kort ook flarden van zijn wielrennersbestaan. Allez pa, ík, profrenner? Hoe heb ik dat in godsnaam klaargespeeld? Zulke dingen zegt hij me dan. Of evengoed komt er iets uit zijn jeugd boven, een diepe herinnering waar hij plots van alles over vertelt en waar ik nog nooit iets over gehoord had. Ik heb al veel bijgeleerd over zijn kinderjaren.”

Geen herinnering aan ongeval

© BELGA

Over het ongeval praat Stig niet. “Dat is een blinde vlek”, zegt Broeckx. “Gelukkig maar. Ik heb hem zien afzien, gezien hoezeer hij door het oog van de naald is gekropen. Hij beseft wel dat hij geluk heeft gehad, maar de film van de crash speelt zich niet af in zijn hoofd. Gelukkig.”

Ondertussen zwoegt Stig verder. “Het contact met de ploeg is er nog: dat gaat nooit meer weg”, zegt Broeckx. “Sommige ploegmaats zien we minder, omdat ze het niet aankunnen. Dat begrijp ik. Stig toont hen natuurlijk de pure kwetsbaarheid van een wielrenner. Anderen komen bijna elke week, zoals ploegleider Herman Frison.”

De strijd gaat ondertussen verder. Het einddoel? “Onbekend”, zegt vader Broeckx. “Wij twijfelen elke dag opnieuw. Tussen pure blijdschap dat hij er überhaupt nog is, frustratie dat hij nog niet verder staat en angst dat hij misschien plots niet meer gaat verbeteren. Bij elke stabilisatie kruipt die schrik in je hoofd: herpakt hij zich nog? Is dit het nu? Natuurlijk overheerst de dankbaarheid. Maar dat neemt die besognes niet weg. Hij is er nog, en dat is een mirakel. Tegelijk is hij er nog niet, en dat drijft hem onvermoeibaar voort. We staan er vol bewondering naar te kijken.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER