Lokale organisaties vangen al 4 winters noodgedwongen asielzoekers op: "We zagen mensen op straat liggen, soms voor onze deur"
2.600 asielzoekers staan nog altijd op de wachtlijst van Fedasil voor bed, bad, brood en begeleiding. Ze slapen noodgedwongen op straat, in kraakpanden of in de daklozenopvang in Brussel. Maar ook daar zijn de plaatsen beperkt. De alleenstaande mannen zoeken daarom ook buiten de hoofdstad naar onderdak. Lokale organisaties in ons land schieten voor de 4e winter op rij noodgedwongen te hulp. "We zagen mensen hier in Gent op straat liggen, soms zelfs voor onze deur."
"Ik sliep hier, in het park van Sint-Niklaas. Of dwaalde wat rond op straat. Wanneer het te koud was, probeerde ik op te warmen in het treinstation. Maar om 23 uur sluit het station en dan moest ik weer de straat op."
We bezoeken Samir thuis, in een kleine studio in Sint-Niklaas. Hij komt uit Gaza en vroeg in april 2023 asiel aan in ons land. "Toen ik me registreerde bij de asieldiensten in Brussel, zeiden ze me dat ze geen opvangplek hadden. Ik kon nergens heen, dus belandde ik op straat. Meermaals heb ik een opvangplek gevraagd. Ze zeiden dat er alleen plaats was voor gezinnen, minderjarigen en ouderen."
Een paar weken geleden kreeg hij een positief antwoord op zijn asielaanvraag. Na een test bij bouwbedrijf Stadsbader kreeg hij een arbeidscontract als assistent burgerlijk ingenieur.
Aan de maanden op straat wil Samir liever niet terugdenken. "Ik kan niet omschrijven hoe dat is... Het was een erg slechte tijd. De regen. De kou. Ik had geen geld, zelfs niet voor eten. Ik werd ziek en bij de apotheker kon ik ook geen medicijnen krijgen. Ik had niets. Mensen zorgen beter voor hun dieren dan voor ons. Waarom? We zijn mensen. We zijn ook mensen."
"Ik wil niet dat andere mensen voelen wat ik heb moeten voelen", vertelt hij. Daarom vangt Samir ook zelf asielzoekers op die hij op straat tegenkomt. "Als ik iemand op straat zie, nodig ik ze uit bij mij thuis. Ze mogen hier slapen, krijgen eten en mogen een douche nemen. ‘s Ochtends als ik ga werken, moeten ze wel vertrekken. Ik doe wat ik kan."
Toevallig
Het is intussen de 4e winter op rij dat alleenstaande mannen zoals Samir geen opvang krijgen na hun asielaanvraag in Brussel. Asielzoekers zonder opvang kunnen in de 1e plaats terecht in de Brusselse daklozenopvang. Maar omdat ook daar de plaatsen beperkt zijn, reizen velen van hen door naar andere steden en gemeenten in ons land op zoek naar hulp.
"Asielzoekers komen hier vaak heel toevallig of via via terecht", zegt Caroline Derde van Vluchtelingen Ondersteuning Sint-Niklaas (VLOS). "Omdat ze bijvoorbeeld een landgenoot tegenkomen die over ons vertelde. Of anderen hebben een willekeurige trein genomen."
VLOS krijgt enkel subsidies om voedsel en ondersteuning te bieden aan mensen zonder verblijfsvergunning. Maar de laatste 3 jaar kloppen er ook asielzoekers aan die eigenlijk recht hebben op bed, bad, brood en begeleiding van asielopvangdienst Fedasil. "Ik schat dat we deze maand al aan zo’n 100 asielzoekers zonder opvang eten hebben gegeven."
Onderdak biedt de organisatie niet. "We kunnen enkel een matras geven wanneer mensen zelf een slaapplaats vinden bij bijvoorbeeld kennissen. Maar de meesten hebben geen vaste plek. Ze slapen links en rechts een paar dagen bij vrienden of kennissen. Langere tijd is vaak niet haalbaar, want voor de mensen die hen opvangen, is dat ook een zware last. Ze hebben plots een extra persoon te voeden en te onderhouden."
Achteruit
"De mensen die hier aankomen, hebben meestal heel veel levensvreugde omdat ze eindelijk op veilige bodem zijn. Maar we zien ze wel enorm achteruitgaan als ze op straat staan", vertelt ook Evelyne Huughe van Een Hart voor Vluchtelingen in Gent.
De vzw begeleidt erkende vluchtelingen om hun leven hier op te bouwen. Ze helpen met de taallessen bijvoorbeeld of het zoeken naar een huis. Dat doen ze nog altijd, maar de afgelopen jaren kwamen er ook bij hen plots asielzoekers zonder opvangplaats aankloppen. "Wij zijn zelf huizen beginnen te huren. Puur omdat we zagen dat mensen letterlijk op straat lagen. Soms zelfs hier voor de deur."
De huur van de huizen betaalt ze met giften. "10 euro kost het me per dag, per man die ik opvang. Wie 10 euro geeft aan de vzw, geeft dus een asielzoeker voor 1 nacht een bed."
"De meeste asielzoekers komen uit Gaza, Syrië of Afghanistan. Iedereen weet dat ze niet terug kunnen. Waarom laten we ze dan dakloos worden? Op straat worden ze ziek en krijgen ze het mentaal ook moeilijk. Dat zorgt allemaal voor problemen in de toekomst. Het kost ons als maatschappij achteraf veel meer geld."
Glimlach
Een van de asielzoekers die kwam aankloppen bij Evelyne is de Syriër Mohammed. "Ik ben op 5 december 2023 aangekomen in België. 6 maanden en 10 dagen heb ik op straat moeten slapen", vertelt hij.
"Ik ben een periode in Brussel gebleven, daarna ben ik naar Gent, Antwerpen en Brugge gegaan. In Gent ken ik iemand en in Brugge woont een oom van me. In Antwerpen sliep ik in het station. Op de trein heb ik veel boetes gekregen, want ik kon geen ticket kopen. Maar het was er wel warm, dus soms ging ik er slapen."
Er zijn geen woorden om uit te leggen hoe ik me voelde op straat
"Als ik zie hoe positief Mohammed in het leven staat, dan vind ik het erg jammer dat we hem op straat zoveel kansen hebben ontnomen", reageert Evelyne. "Het raakt mij als hij vertelt over hoe hij zich voelde op straat."
"Op dat moment kon hij Nederlands geleerd hebben. Hij kon in een opvangcentrum zitten met begeleiding, zodat hij bij een positief antwoord sneller zou kunnen starten. Nu begint hij van onder nul. Door zijn glimlach vergeet ik het soms, maar dat vind ik pijnlijk om te zien."
"Er zijn geen woorden om uit te leggen hoe ik me voelde op straat. De kou. De honger. Niemand vraagt me wat er aan de hand is of waar ik slaap", zegt Mohammed.
"Onmenselijke beslissing"
De hulp aan asielzoekers legt bijkomende druk op kleine vzw's die eigenlijk een andere opdracht hebben. "Vooral dan op de hoeveelheid voedsel die we moeten hebben en de hoeveelheid vrijwilligers die nodig zijn om dat allemaal te dragen. We hebben intussen een zeventigtal vrijwilligers die ongelooflijk werk leveren. Ze zetten zich heel hard in en daardoor kunnen we alles bolwerken", vertelt Caroline van VLOS in Sint-Niklaas.
"Het is elke keer opnieuw vechten om onze facturen betaald te krijgen", zegt ook Evelyne van een Hart voor Vluchtelingen in Gent. "Dat raakt mij want eigenlijk is het iets waarvoor onze overheid moet instaan. Wij als vrijwilligers zouden alleen maar moeten bezig zijn met de Nederlandse les, met integratie, vrije tijd. Maar we zijn bezig met de basishulp: bad, bed en brood. Dat kan niet de bedoeling zijn."
Je probeert de meest kwetsbare eerst te helpen, maar eigenlijk heeft iedereen ondersteuning nodig
Bovendien moet ook Evelyne keuzes maken, want iedereen helpen, lukt niet. Mohammed bijvoorbeeld kon ze geen onderdak geven. "Toen ik hier kwam aankloppen, waren er zo veel mensen", vertelt hij. Vandaag is hij wel één van de meest enthousiaste vrijwilligers van de vzw.
"Soms neem je het mee naar huis omdat je maar 1 iemand hebt kunnen helpen. Ik geef eerlijk toe dat mijn collega's die ooit ook vluchteling waren daarin mijn kompas zijn, om te kijken wie de hulp het meeste nodig heeft. Maar eigenlijk heeft iedereen ondersteuning nodig. Je probeert de meest kwetsbare eerst te helpen. Maar wanneer ben je kwetsbaar? Dat is een hele, hele, hele moeilijke en bijna onmenselijke beslissing om te maken."