Van Agt geen getuige in treinkapingszaak
Amsterdam
In het hoger beroep van dit proces, dat later dit jaar begint, beperkt advocaat Liesbeth Zegveld zich tot ‘het vele bewijs dat er al ligt’.
‘Ik heb van getuigen van dat niveau gewoon onvoldoende verwachting’, zegt Zegveld. ‘Ik ga ervan uit dat ze gaan zeggen dat ze zich cruciale dingen niet meer herinneren, zoals Van Agt dat steeds al heeft gezegd.’
Advocaat Zegveld vertegenwoordigt de nabestaanden van twee treinkapers die werden doodgeschoten door militairen tijdens de gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij het dorp De Punt, op 11 juni 1977. Daarbij kwamen twee passagiers en zes van de negen kapers om het leven.
Na een lang en geruchtmakend proces oordeelde de rechtbank afgelopen voorjaar dat van executies door de militairen tijdens de ontzetting van de trein geen sprake was.
In het hoger beroep wil Zegveld aantonen dat dit wel het geval was. Ze stelt dat de gijzelnemers Max Papilaya en Hansina Uktolseja van heel dichtbij, gewond en ongewapend, nodeloos werden doodgeschoten. De rechtbank achtte dit niet bewezen, onder meer omdat de mariniers ‘in een fractie van een seconde’ moesten beslissen en handelden in een verduisterde coupé.
‘De rechtbank focust steeds op dat ene, laatste, dodelijke schot’, stelt de advocaat. ‘Maar Papilaya en Uktolseja zijn door talloze dodelijke schoten omgekomen. Dat ene, laatste schot vertelt niet het hele verhaal.’ Ook blijft Zegveld bij haar stelling dat de geweldsinstructie niet deugde: ‘Er is gezegd dat de mariniers de kapers uitsluitend moesten aanhouden bij duidelijk waarneembare overgave. Met andere woorden: schiet, tenzij evident is dat het niet noodzakelijk is. Maar een goede instructie luidt: schiet alleen als dat noodzakelijk is.’
Oud-marinier Ingo Piepers noemt het een ‘gemiste kans’ dat Van Agt en Van den Breemen niet als getuigen worden opgeroepen. Piepers – die is gepromoveerd op oorlogsdynamiek – kreeg inzage in het oorspronkelijke aanvalsplan en concludeert dat slachtoffers voorkomen hadden kunnen worden. Hij vergeleek het initiële plan – waarbij nog sprake was van gedoseerd geweld – met het ‘zeer fors opgeschaalde’ plan dat uiteindelijk is uitgevoerd. ‘Alleen Van Agt en Van den Breemen kunnen de vraag beantwoorden waarom het plan werd gewijzigd.’ <