Dagelijks maken honderden mensen gebruik van de Waterbus, die Antwerpen sinds 1 juli via de Schelde met Kruibeke en Hemiksem verbindt. Zo ook Brigitte Vanwijnsberghe, die afgelopen weekend besloot om de auto thuis te laten en samen met haar kleinzoon met de Waterbus richting stad te trekken. Maar dat was buiten de vele toeristen gerekend.

“Een erg aangename ervaring was het niet”, zegt Vanwijnsberghe. “Toen we wilden opstappen, bleek dat niet mogelijk: het merendeel van de mensen op de Waterbus stapte simpelweg niet af. Het is een toeristische attractie geworden. Maar wie de Waterbus als alternatief voor de auto wil gebruiken, zoals wij, kan er niet meer op. We hebben dan maar gewacht op de volgende boot; anderhalf uur later...”

Alternatief

Passagiers van de Waterbus blijven dus vaak langer aan boord, vaak met hun fototoestel in de aanslag, soms zelfs met een koelbox of een picknickmand. Aqualiner, het bedrijf dat instaat voor de Waterbus, kent het probleem.

“Ja, het aantal mensen dat niet afstapt, is enorm”, zegt Anouar Sighaoui, operation manager van de Waterbus. “Antwerpen is een toeristische stad, en mensen zien ons als een goedkoper alternatief voor de Flandria als ze zin hebben in een rondvaart op de Schelde. Bij ons kost een retourticket 5 euro. Dat is minder dan een havenrondvaart bij de Flandria.”

“We zitten verveeld met de zaak, maar het is lastig om hierop te reageren. We kunnen mensen bij het opstappen niet vragen of ze toerist zijn en ze dan eventueel de toegang weigeren. En mensen die betaald hebben voor een retourticket, kunnen we bij hun eerste aankomst ook niet vragen om af te stappen. We moeten natuurlijk duidelijk maken dat het om openbaar vervoer gaat, maar dat is moeilijk wanneer we de aanlegsteiger moeten delen met Flandria...”

Aqualine werkt volop aan een protocol dat het karakter van de Waterbus als openbaar vervoersmiddel extra in de verf moet zetten.

“In oktober start een extra Waterbus op hetzelfde traject, en later komen er nog nieuwe Waterbussen richting noorden en de haven. Die verhoging van de capaciteit zou al een oplossing kunnen bieden.”