Direct naar artikelinhoud

Niki Lauda bepaalde zelf wanneer hij racete

Lauda in gesprek met Michael Schumacher.Beeld EPA

Drie wereldtitels won Niki Lauda tijdens zijn jaren in de Formule 1. Dat waren er bijna vier geweest. Juist in 1976, het jaar van het verschrikkelijke ongeluk op de Nürburgring, kwam de coureur nog heel dichtbij, tot op één punt. 

Vrijwel iedereen ging ervan uit dat de crash tijdens de Grote Prijs van Duitsland, waarbij hij bijna levend verbrandde, zijn afscheid van de racesport zou zijn. Maar zes weken na dato stond Lauda gewoon weer met een bolide aan de start van de Grote Prijs van Italië. Zijn hoofd zat in het verband, hij leed nog onder helse pijnen, maar hij vond het verantwoord. Dus startte hij.

De Oostenrijker mocht dan onverschrokken zijn, hij had geen zelfmoordneigingen

Helemaal aan het einde van het seizoen, in het zicht van een mogelijke wereldtitel, gaf Lauda tijdens de Grand Prix van Japan voortijdig op. Het weer daar werd hem al te bar. De Oostenrijker mocht dan onverschrokken zijn, hij had geen zelfmoordneigingen. Bij doorsneeweer was de Formule 1 van die jaren al gevaarlijk genoeg.

Beide beslissingen tekenen Lauda. Hij wist wat goed voor hem was. Wat hij in zijn kop had, had hij niet in zijn kont. Het besluit als jongeman om een toekomst in de racerij te zoeken, kwam voort uit precies dezelfde eigenwijsheid.

Geen rijbewijs

Andreas Nikolaus Lauda werd op 22 februari 1949 in Wenen geboren in een welgestelde Oostenrijkse familie. Zowel zijn vader als zijn grootvader waren industriëlen. De rijkdom stelde hem al jong in staat om met auto’s te crossen – een Volkswagen kever was de allereerste. Dat hij geen rijbewijs had, vormde geen bezwaar. De familiebezittingen waren groot genoeg om niet de openbare weg op te hoeven.

Een beetje in de beslotenheid kevers afraggen, stuitte op weinig bezwaren in de familie. Van het racen je vak maken wel. Een leven in dat vrijbuitercircus paste niet bij de stand van de Lauda’s. Niki liet zich er niet door tegenhouden. Dan maar zonder kapitaal van thuis. Lauda sloot op gewiekste wijze een lening af. Daarmee had hij genoeg geld om zich in te kopen in een Formule-2-team.

In de Ferrari 312 T2 op het Britse Siverstonecircuit in 1977.Beeld Photo News

Als snel stootte hij door naar de Formule 1. In de eerste jaren daar bleef Lauda’s talent nog enigszins onzichtbaar. Hij reed in teams met minder materiaal, zoals March en BRM. Ferrari keek daar doorheen. Dat team contracteerde de Oostenrijker en zou er geen spijt van krijgen. In 1975 werd Lauda voor het eerst wereldkampioen.

Op 1 augustus 1976 gebeurde het bijna fatale ongeval op de Nürburgring. Het circuit gold al als omstreden. Met andere Formule-1-sterren werd overlegd of ze daar nog wel wilden rijden. Lauda stemde tegen, maar voegde zich uiteindelijk naar de meerderheid, die voor was.

Tijdens de race verloor Lauda in de Bergwerkbocht de controle over zijn auto en botste tegen de vangrail. Daarna schoot de wagen weer de baan op. Tollend over het asfalt veranderde de Ferrari in een vuurzee. Vier collega-coureurs kwamen te hulp, een van hen redde hem uit de vlammen.

Veel hoop was er niet. Artsen gingen er vanuit dat Lauda zijn eerste nacht na het ongeval niet zou overleven: de brandwonden waren te ernstig, zijn longen te zeer aangetast.

Verfilmd duel

Dat lukte wel en Lauda kroop zelfs weer achter het stuur. Dat sprak tot de verbeelding. Zijn duel met de Brit James Hunt in het seizoen 1976 werd in 2013 verfilmd door regisseur Ron Howard. Die maakte van de twee – niet ver bezijden de waarheid – behalve sportieve tegenpolen ook twee tegengestelde karakters: de flamboyante playboy Hunt tegenover de berekenende, ernstige Lauda met een veel kleinere kring mensen om zich heen.

In 1976 werd Hunt op het nippertje wereldkampioen. In 1977 won Lauda.

In 1979 hield hij het tijdens een training voor de GP Brazilië plots voor gezien. Hij had geen zin meer in ‘rondjes rijden’.

In 1982 had hij weer genoeg drive en keerde hij terug in de Formule 1. Zijn derde en laatste wereldtitel haalde Lauda in 1984, met een minieme voorsprong op zijn teamgenoot Alain Prost. 1985 werd zijn laatste seizoen. Hij won dat jaar in Zandvoort, tijdens de, tot volgend jaar, laatste Grote Prijs van Nederland.

Luchtvaartmaatschappij

Lauda – zelf ook piloot – zette luchtvaartmaatschappijen op. De zwartste bladzijde was het neerstorten van een vliegtuig van Lauda Air in 1991, waarbij 213 mensen om het leven kwamen. Later verkocht de oud-coureur zijn bedrijven.

De Formule 1 bleef trekken. Lauda was na zijn carrière achter het stuur actief in of rond de leiding van de teams van Jaguar, Ferrari en Mercedes. Als adviseur bij de renstal van Mercedes maakte hij de successen van Lewis Hamilton van dichtbij mee. De Oostenrijker verzorgde ook jarenlang analyses bij RTL Duitsland.

Verstappen

Lauda sprak zich ook uit over de nieuwe generatie coureurs. Hij prees Max Verstappen als het grootste talent dat hij ooit had gezien en wees hem aan als een toekomstig wereldkampioen. Tegelijkertijd schroomde Lauda niet om Verstappen op niet mis te verstane wijze te bekritiseren als die zich tijdens een wedstrijd in de ogen van de Oostenrijker doldriest had gedragen. Lauda’s eigen zoon Mathias racete ook, maar kwam altijd uit in andere klassen dan de Formule 1.

Hoe dapper Lauda zich ook herpakte in 1976, de gevolgen van de crash op de Nürburgring lieten zich niet wegpoetsen. Zijn gezicht verraadde wat de brand met zijn huid had gedaan. In 1997 en 2005 onderging hij een niertransplantatie, vorig jaar nog een longtransplantatie. Die laatste ingreep was de inleiding tot een reeks van complicaties die hem nu fataal is geworden.

Lees ook:

Op het circuit in Zandvoort was meestal wel wat te renoveren

Het laatste podium van de Grand Prix van Nederland op Zandvoort was er een voor zwaargewichten. Niki Lauda, Alain Prost, Ayrton Senna spoten op 25 augustus 1985 de champagneflessen leeg.