Direct naar artikelinhoud

Srebrenica-drama krijgt juridisch staartje: Nederlandse staat betwist aansprakelijkheid genocide

De Nederlandse staat neemt verdere juridische stappen betreffende het Srebrenica-drama en vecht het Salomonsoordeel aan, dat het gerechtshof afgelopen juni velde over de massamoord in 1995. De staat wil hiermee voorkomen dat toekomstige Nederlandse blauwhelmen achteraf de schuld krijgen van massamoorden die door anderen zijn gepleegd.

Staat wil voorkomen dat Nederlandse militairen aansprakelijk worden gehouden voor moordpartijen door anderen
Beeld anp

Na 22 jaar ruziën besloot het gerechtshof in juni dat Nederland wel degelijk deels aansprakelijk is voor de dood van 350 Moslimmannen die op 13 juli 1995 zijn afgevoerd uit de enclave Srebrenica. Nederlandse Dutchbatmilitairen werkten 'onrechtmatig' mee aan de 'evacuatie' van deze mannen, die vervolgens zijn vermoord door Bosnische Serviërs. De staat moet daarom deels de schade vergoeden die nabestaanden hebben geleden.

Maar de Nederlandse staat gaat nu in cassatie tegen die beslissing. De Hoge Raad gaat kijken of de uitspraak voldoende is onderbouwd en of de wet goed is toegepast.

Het is een bittere pil voor de nabestaanden. Hun advocaat, Marco Gerritsen, noemde het eerdere vonnis in juni nog 'een Salomonsoordeel': een gulden middenweg die weliswaar het gemis niet wegnam, maar wel een mogelijkheid bood om de zaak na 22 jaar juridisch vechten eindelijk af te sluiten.

De staat wil de verantwoordelijkheid van de slachtpartij echter niet op zich nemen, aangezien Nederlandse militairen in andere missiegebieden daardoor het risico lopen aansprakelijk te worden gehouden voor moordpartijen die door anderen zijn uitgevoerd. Defensie hangt in dat geval tot in de lengte van dagen een straf boven het hoofd voor het niet kunnen voorkomen van een moord.

Nederland wil de verantwoordelijkheid van de slachtpartij koste wat kost niet op zich nemen

Een woordvoerder van Defensie geeft na enig aandringen toe dat het 'evident' is dat dit 'een hele belangrijke zaak' is voor het ministerie. 'Want wij zitten ook in andere landen met andere operaties. Deze zaak kan gevolgen hebben voor die operaties.'

De staat is het bovendien oneens met het oordeel dat het VN-bataljon 'onrechtmatig heeft gehandeld' door te blijven meewerken aan de evacuatie. 'We begrijpen die motivering niet', zegt een woordvoerder. Defensie heeft steeds betoogd dat uiteindelijk niet Nederlandse militairen, maar Bosnische Serviërs de moslimmannen hebben vermoord. Oud-Dutchbatters verklaren stelselmatig dat zij niet wisten welk lot de moslimmannen te wachten stond.

Voor een groot deel kreeg de staat overigens al gelijk. Het gerechtshof oordeelde in juni al dat niet alle schuld bij de Nederlandse militairen ligt, omdat de moslimmannen 'ook zonder het handelen van Dutchbat in handen van de Bosnische Serviërs zouden zijn gevallen'. Het hof vermoedt dat de Serviërs desnoods met geweld de Nederlandse militaire basis (de 'compound') waren binnengedrongen om hen alsnog af te voeren.

Moeilijkheid van de Srebrenica-rechtszaak zit onder meer in interpretaties, percentages en verwijzingen naar gedeeltelijke schuld

Maar Dutchbat had de mannen wel de keuze moeten geven op de compound te blijven. De kans op overleven wordt in dat geval door het hof geschat op 30 procent. 'De staat is daarom aansprakelijk voor 30 procent van de schade van de nabestaanden', staat in het vonnis. Hoe deze 30 procent is berekend, is niet duidelijk. Persrechter Honeé: 'Het is een inschatting, dat is per definitie lastig.'

De moeilijkheid van de Srebrenica-rechtszaak zit onder meer in dit soort interpretaties, percentages en verwijzingen naar gedeeltelijke schuld. De wet is daar niet eenduidig over. Kennelijk biedt de wet ook voldoende aanknopingspunten voor de staat om te denken dat de Hoge Raad milder zal oordelen over de schuld van Nederland. Extra slecht nieuws voor de nabestaanden: een cassatieprocedure kan zomaar een paar jaar duren.