Column Hilbrand Rozema: Naar Florence
In Italië gaan dingen anders. Ook op de werkvloer. Is iemand 25 jaar in dienst of breekt het pensioen aan, dan gebeurt er … niks. Niente. Geen ballonnen, bonnen, grappen of ontroering. Geen toespraak, lied, borrel of horloge met inscriptie. De scheiding tussen werk en privé is er heilig. Wat je dan ook niet in Italië aantreft, dat zijn bedrijfsuitjes. Die bestaan daar gewoon niet.
Ik ontdekte dit in Italië, in Florence, op stap met collega’s. Op z’n laatste werkdag verdwijnt de Italiaan muisstil van kantoor. Dat vindt dan niemand gek. Het stond in een boek dat de Italianen probeert uit te leggen. Rare jongens, die Romeinen!
Zij zullen ook zo hun vraagtekens hebben bij Nederland. Plinius schreef 25 eeuwen geleden al dat de noordelijke kustbewoners leefden waar noch water, noch land was. Ze droogden slijk in de zon en staken dat in brand (bedoeld zal zijn: turf). En bij eb haalden ze de vissen uit hun fuiken. Ze woonden op heuvels. Vermoedelijk gaat het om de Friezen. Anderen denken aan de stam van de Chauken, die woonden aan wat nu de Noord-Duitse kust is.
Straat in, straat uit, toren op, toren af. Dan weer samen, dan weer alleen. Af en toe zomaar een steeg in, een bladzijde opslaan. Van bovenaf is Florence bedwelmend. Onder al die pannendakjes wonen mensen. Je krijgt zin om het te tekenen. En ergens beneden, in de schaduw van een kloosterpoort, ligt een bronzen beeld, een vormloos hoopje mens. ‘Homeless Jesus’, heet het. In zijn blote voeten twee spijkergaten. Je zou er zo voorbijlopen. Juist het terloopse komt binnen.
Het beroemde Uffizi-museum loop je niet voorbij. Lege, marmeren ogen staren er in de verte. Koppen van mensen, op ware grootte. Van echte Romeinen, die 2000 jaar geleden leefden … tijd is een raadsel. Op zaal 99 is daar, eindelijk!, Rembrandt, onze man in Florence. Waarschijnlijk was zijn zelfportret als oude man al in zijn sterfjaar aanwezig in deze stad. Hij kijkt terug. Links naast hem hangt een zelfportret van Rubens en daarnaast een werk van Gerard van Honthorst: ‘Zigeunerinnen voorspellen de toekomst’. Het is vier eeuwen oud, maar loop je nu dat museum uit, dan kom je die Roma- en Sinti-vrouwen nog overal tegen. Al lijken ze, verdiept in hun smartphones, vandaag meer hun eigen handpalmen te lezen. Met een variant op een uitspraak van de Noorse mysticus Dag Hammarskjöld: ‘Tegen het verleden: grazia mille. Tegen de toekomst: ja!’