Direct naar artikelinhoud
Column

Vlaanderen is de wieg van het wielrennen. Waarom sterft elke ronderenner hier de wiegendood?

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

In de Giro stond een Brit op kop, maar hij viel van de kop weg. En toen won een andere Brit. In de Tour stond een Brit op kop die daar niet had moeten staan. Die andere Brit van de Giro had moeten winnen, maar hij won niet. In de Vuelta won een Brit(je) van 1,72 meter. De eerstvolgende Brit was zijn broer, op plaats 45. Net als in de Giro en de Tour deed ook een Nederlander mee om het podium.

De prestatie van de Britten is in die zin uniek dat drie verschillende renners de drie grote rondes domineren. Drie renners met een andere achtergrond. Chris Froome, die de Giro in extremis pakte ten koste van Simon Yates, is een witte Keniaan die via het mountainbiken op de weg is beland. Geraint Thomas heeft het klassieke Britse wielerbaanmodel doorlopen tot en met olympisch goud. Hij is in die zin de nieuwe Bradley Wiggins, die in 2012 de Tour won.

Simon Yates komt ook van de wielerbaan. Hij was in 2013 wereldkampioen puntenkoers, een bijnummer, en verdween vervolgens uit het Britse opleidingsmodel om bij een Australisch team te tekenen, samen met zijn minder getalenteerde broer Adam.

Astma of allergie

Eerste quizvraag: wat hebben drie van de vier voornoemde Britten gemeen?

Ze hebben allemaal op de een of andere manier last gehad van astma of allergieën en zijn in opspraak gekomen met het gebruik van geneesmiddelen. Simon Yates miste zo de Tour van 2016 omdat voor zijn terbutaline geen therapeutische uitzondering werd aangevraagd. Alleen Thomas ontspringt hier de dans.

En nu kun je een hele boom opzetten en doorzagen over die al of niet vermeende astma en aanverwante dopingcultuur in het Britse wielrennen, maar dan verval je in simplismen. Het Britse succes in het rondewerk is niet terug te voeren op puffertjes. Hier is meer aan de hand. Hier is doelgericht gewerkt. Hier is talent opgespoord en ontwikkeld. En gescoord.

Tweede quizvraag: welke andere wedstrijden dan kleine en grote rondes hebben Britten gewonnen sedert 2010 in de UCI ProTour of UCI WorldTour?

Antwoord: twee, Geraint Thomas de E3 Harelbeke en Adam Yates de Clásica San Sebastián. Allebei in 2015. Eigenlijk maar één want was Greg Van Avermaet niet door een motor overhoop gereden in de finale van de Clasíca, dan was Adam Yates tweede geworden. Daartegenover staat dat de Britten al elke meerdaagse wedstrijd een paar keer hebben gewonnen.

Bergtrui voor De Gendt

De Belgen hebben niet meegespeeld in deze Vuelta, net als in de Tour, net als in de Giro en vermenigvuldig dat gerust met een jaar of veertig. Vaak geprobeerd, even vaak ernaast gegrepen, tot Jelle Wallays (Lotto-Soudal) afgelopen donderdag toch tegen alle logica in voorop bleef en het afmaakte. Waarvoor hulde en al helemaal omdat hij onderweg gejend werd door een andere Belgische ploeg. Dat zal het oud zeer tussen de rooien en de blauwen geen goed hebben gedaan.

Evenzeer hulde voor Thomas De Gendt, die de bergtrui veroverde. Maar mag/moet het niet iets meer zijn? Vlaanderen is de wieg van het wielrennen. Waarom sterft elke ronderenner hier de wiegendood? Jazeker, wij presteren beter dan de Britten in eendagswedstrijden (25 overwinningen in de Pro- of WorldTour sedert 2010), maar het een sluit het ander niet uit, zoals Nederland de laatste jaren bewijst.

Als het Vlaams wielermodel nog af en toe een winnaar voortbrengt, is dat puur toeval. De ontwikkeling van talent wordt hier gestuurd door het welbekende mand-met-eierenprincipe. Alle eieren (talenten) in een mand en die mand gooien we tegen de muur. Met het ei dat niet is gebroken, doen we verder en als we geluk hebben komt daar een winnaar uit.

Groot-Brittannië ligt links van ons op drie uur sporen. Nederland ligt ten noorden op een uurtje auto. Nederlanders en Britten verschillen in niets van Belgen, behalve de taal. Aan het genotype (de genetische aanleg) kan het dus niet liggen dat die landen wel groterondewinnaars voortbrengen. Het fenotype (genotype + omgevingsfactoren) is de oorzaak.

Niet doelgericht

In ons Belgisch/Vlaams toevalmodel, waar de wielertalenten aan de bomen groeien, wordt niet doelgericht gewerkt. Wij ontwikkelen geen grote motoren omdat de wielercultuur dat niet toelaat en omdat we vanuit de bonden die archaïsche wielercultuur zelfs hebben gestimuleerd. Wij laten getalenteerde wielrennertjes opgroeien in een milieu dat bol staat van grootmoederwijsheden in plaats van die vroeg op te sporen, bij de hand te nemen en in regionale trainingscentra op te leiden.

Wij ontwikkelen geen grote motoren, maar fabriceren solexjes. Wij promoten geen groterondewerk, maar draaien liever rondjes. In de wei tussen de koeienstront voor het veldrijden, op een wielerbaan van 166,66 meter voor de Zesdaagse en op de kasseien van de Paterberg en Kwaremont voor de Ronde van Vlaanderen.

We moeten oppassen dat we met onze obsessie voor het Vlaamse wielerwerk niet in de marge van het wielrennen terechtkomen. De overwinning van Tiesj Benoot in de Strade Bianchi (in Vlaamse omstandigheden) dit jaar was een van de eerste ver buiten onze grenzen sinds de Clásica San Sebastián in 2011 van Philippe Gilbert. Overigens is de enige Belg die de laatste jaren grote wedstrijden in het buitenland heeft gewonnen dan nog een Waal.

UCI-voorzitter David Lappartient heeft plannen voor 2020. Hij wil een Champions League van het wielrennen met wedstrijden over de hele wereld en bijgevolg veel minder in Vlaanderen en wijde omstreken. Het Belgische wielrennen gaat dan de weg op van het voetballen: kansloos in de Champions League, af en toe een kruimel in de Europa League, maar wel een grote bek opzetten in de Jupiler League.