Volgens het ‘Seksuele gezondheid in Nederland 2017’-rapport van adviesbureau Rutgers doen de Nederlanders het zo'n drietal keer per maand. Niet slecht, maar 25 jaar geleden was 'twee tot drie keer per week' het gangbare antwoord op die vraag. Wellicht een beetje overdreven: “Die drie keer per week, daar zat veel sociale wenselijkheid bij", zegt relatiedeskundige Rika Ponnet in het Radio 1-programma Nieuwe Feiten. "Het was ook nooit echt onderzocht. Het zijn cijfers die je vaak tegenkwam in damesbladen.”

Maar zelfs als er 25 jaar geleden volop overdreven en nu wat eerlijker geantwoord werd, zijn er nog onderzoeken die aantonen dat het toen vaker spannend tussen de lakens was dan nu. "Er is veel meer entertainment gekomen", zegt Hanneke de Graaf, onderzoeker bij Rutgers, in de Nederlandse Volkskrant. "Je kunt jezelf elk moment van de dag vermaken, we vervelen ons minder. Hierdoor hebben we minder directe aandacht voor elkaar. Daar komt bij dat vrouwen meer zijn gaan werken. Door die dubbele belasting, werken en het huishouden, blijft er weinig tijd over voor seks."

Niet minder zin, wel minder tijd

Niet per se minder zin, wel minder tijd, zegt ook Ponnet. “Seks gaat over lustbeleving. Een deel van die beleving krijgen we via andere kanalen ingevuld, zoals sociale media of Netflix. Uiteraard vervangen die ons seksleven niet, maar het komt wel nog eens bovenop al de dingen die we doen. Het neemt een enorme hap uit ons tijdsbudget. Op het moment dat we naar ons bed gaan, zijn we gewoon veel te moe en blij dat we eindelijk in ons bed liggen. Dus schiet seks er bij in."

Moeten we het erg vinden, dat we minder seks hebben? “Het is wat het is”, zegt Rika Ponnet. “Het zegt wel iets over de wijze waarop we vandaag leven. Laat ons eerlijk zijn, honderd jaar geleden hadden mensen weinig middelen om zich te ontspannen. Seks was vaak een van de weinige mogelijkheden, vandaag zit dit veel breder.” Vroeger zat seks ook meer in de verbodssfeer: “Die spanning wakkerde de interesse aan. Vandaag is het allemaal veel meer bespreekbaar.”