Direct naar artikelinhoud

NAC-coach Stijn Vreven: 'Verliezen doet mij fysiek pijn, alles draait om winnen'

De Belg Stijn Vreven, trainer van NAC, doet alles tweehonderd procent. 'Voetbal bepaalt mijn levensritme, mijn geluk.'

Stijn Vreven aan de rand van het veld, elke wedstrijd weer zijn domein.Beeld Laurens Lindhout / Soccrates

Stijn Vreven is schor. Daar is wel iets bij voor te stellen. De NAC-trainer staat tijdens wedstrijden zijn ploeg 95 minuten geestdriftig te instrueren, zijn schoenpunten op de rand van het coachvak. Maar sinds de laatste wedstrijd van NAC zijn, ten tijde van het interview, vijf dagen verstreken. 'Tijdens trainingen push ik mijn spelers ook. Dat gaat niet met een flauw stemmetje. Ik ben permanent schor.'

Met het zwarte, glanzende haar strak naar achteren gekamd, oogt hij als een jonge Huub Stevens, waarschijnlijk Neerlands fanatiekste coach ooit. 'Opgewonden standjes' worden dergelijke types in de lage landen een tikje badinerend genoemd. Ze zijn met weinig. In de internationale top zijn ze juist overal. José Mourinho, Jürgen Klopp, Antonio Conte, Josep Guardiola en Diego Simeone verbruiken tijdens wedstrijden nauwelijks minder energie dan hun spelers.

De schuurpapierstem van Vreven zegt: 'Ik kijk niet naar anderen, ben mezelf. Ik probeer gewoon mijn passie te laten overslaan.'

Het zijn vreemde maanden in Breda. NAC promoveerde in de zomer onder de in januari aangestelde Vreven onverwacht na een zinderend play off-avontuur, maar leek in de eerste weken van de competitie kansloos voor handhaving.

Eind september volgde een krankzinnige week met uitschakeling in de beker door amateurclub Achilles, gevolgd door winst bij kampioen Feyenoord en een nederlaag thuis tegen concurrent ADO. Zaterdag moet NAC opnieuw op bezoek bij een concurrent, Roda.

Latijns bloed

De fanatieke achterban is tevreden, donuts en shirts met een afdruk van de historische (want eerste) zege op Feyenoord werden langsgebracht op het trainingscomplex in Zundert. Er werd geklapt na het onterechte verlies tegen ADO, de laatste Nederlandse club waarvoor de Belg speelde. Vreven is allerminst blij. 'Ik voel mij nog steeds ziek. Verliezen doet mij fysiek pijn. Zeg Achilles en ik moet bijna overgeven. Tegen Roda moeten we winnen. Winnen moet normaal zijn, verliezen abnormaal. Alles draait om winnen. Ook bij NAC.'

De Spaanse aanvoerder Manu Garcia verdenkt Vreven van Latijns bloed in de aderen. Vreven coacht zoals veel trainers dat in Spanje doen en zoals Guardiola bij Manchester City doet, de club die de middenvelder aan NAC verhuurt, zegt Garcia. Aanvaller Giovanni Korte maakte bij ADO Henk Fraser mee. Die heeft ook dat gepassioneerde. Maar Vreven gaat nog een paar tanden verder. Korte: 'We hebben dat ook nodig.'

Stijn Vreven: 'Zeg Achilles en ik moet bijna overgeven.'Beeld Laurens Lindhout / Soccrates

NAC heeft een basisteam dat 21,7 jaar oud is, vol huurlingen van Manchester City, wat eigen jeugd en elders op gescharreld talent. Vreven: 'Ik ben heel de week bezig om dertig jonge spelers scherp te houden. Er is natuurlijk minder ervaring dan vroeger, de coaching moet dus meer vanaf de kant komen. Maar die passie zit ook in mij. Ik kan geen rol spelen, dat voelt voor mezelf niet lekker, daar prikken de spelers en het publiek doorheen.'

Een coach die 95 minuten langs de zijlijn staat te brullen, is niet meteen een tactische kneus, betoogt Vreven. 'Zoals een coach die rustig in de dug-out zit ook niet minder hoeft te zijn. Dat is allemaal beeldvorming.'

Etikettering is wat Vreven extra motiveert. Als voetballer was hij weinig begiftigd. Met strijdlust handhaafde hij zich. Slechts Esparanza Neerpelt, spelend op provinciaal niveau, durfde het aan de tweevoudig Belgisch international een kans als coach te geven. 'Veel mensen zeiden: jij gaat nooit ver komen als trainer. Dan word ik wakker. Mijn ploegen moeten technisch verzorgd voetbal laten zien, het liefst aanvallend, al zijn tactische discipline en 'alles geven' de eerste voorwaarden.'

Levensgeluk

Hij schetst werkdagen van negentien uur. En dat zeven dagen per week. Van de zege op Feyenoord genoot hij een halfuur, daarna gingen zijn gedachten al naar ADO. 'Mensen vinden dat raar, ik vind het normaal. Er zijn coaches die na een mooie zege meegaan in de euforie. Dan zie je een heel relaxte, bijna kermisachtige sfeer op de trainingen de week erop. Ik ben altijd veeleisend. Ik vind dat dat moet.'

Voetbal laat hem niet los. 'Het bepaalt mijn levensritme, mijn levensgeluk zelfs. Dat klinkt heel erg, maar het hoort bij mij.'

Voor een partner is voorlopig geen tijd. 'Het is moeilijk met mij samen te leven. Ik wil me niet binden aan tijden. Ik heb een schotel op mijn dak. Zie ik om half twee 's nachts iets groens op tv dan ga ik kijken, al is het een wedstrijd in Afghanistan. Je kunt altijd iets nieuws zien, een cornervariant, een tactisch foefje. Da's niet erg romantisch, denk ik.'

Zie ik om half twee 's nachts iets groens op tv dan ga ik kijken, al is het een wedstrijd in Afghanistan

Hij is diabeticus, maar op zijn gezondheid let hij 'te weinig'. Naar de immer schorre keel liet hij bijvoorbeeld nooit kijken.

Gniffelend alsof hij een sappig geheimpje vertelt, zegt Vreven: 'Ik denk niet dat ik heel oud zal worden. Geeft niet. Aftakelen in een bejaardenhuis is toch niets voor mij. Als ik ziek ben, ga ik gewoon naar de club. Je hebt rechten en plichten, vind ik. Waarschijnlijk overdrijf ik. Maar ik moet elke dag het beste van mijzelf geven. Op dit niveau kun je niet met minder uren resultaat halen. Ik kan ook niet anders. Ook al is het een soort masochisme. Put het me uit. Ik moet zo leven.'

Stijn Vreven: 'Als ik ziek ben, ga ik gewoon naar de club.'Beeld Laurens Lindhout / Soccrates

Zijn arbeidsethos is niet terug te voeren op een rigide opvoeding. 'Daar was niets raars aan. Mijn broer is vier jaar ouder, we gingen met dezelfde vrienden om, kregen dezelfde kansen. Hij was slimmer, knapper, beter in voetbal. Hij heeft alles gedaan wat God verboden heeft. Feesten, meisjes en andere geneugtes van het leven; daar haalde hij zijn kick uit. Ik ben extreem de andere kant opgegaan.'

Hij heeft een dochter van 17, ze houdt niet van voetbal. Zijn leven anders indelen om meer tijd te hebben met haar is geen overweging. 'Als ik niet zo leef, zal ik niemand gelukkig maken.' Sterven op het voetbalveld voor de dug-out, dat lijkt hem wel wat. 'Met een laatste schreeuw.'