Commentaar: Onderwijs moet lesdoelen stellen, geen levensdoelen
‘Een school is bedoeld om vreedzaam te leren samenleven en te oefenen in het omgaan met verschillen. Het is een samenleving in het klein.’ Erik Renkema promoveerde deze week op een onderzoek naar de samenwerkingsschool. Dat is een fusie van openbaar en christelijk basisonderwijs, die steeds vaker voorkomt in krimpregio’s met te weinig kinderen om scholen van twee richtingen in stand te houden. Het gevolg is dat ‘openbaren’ en ‘fijnen’ na schooltijd niet met elkaar op de vuist gaan. Dat is vredig; niet voor niks wordt er ook wel gesproken over ‘samenlevingsscholen’. Maar als die dorpse achtstegroepers eenmaal afzwaaien naar het voortgezet onderwijs in de stad, stuiten ze alsnog op de segregatie waarover de Onderwijsraad nu de noodklok luidt. En die botsing tussen plattelandse ‘boeren’ en stadse ‘kakkers’ is slechts één van de vele kloven. Zeker zo ingrijpend is dat scholieren al in de brugklas worden voorgesorteerd voor uiteenlopende vervolgtrajecten, van vmbo tot gymnasium.
Die segregatie waar de Onderwijsraad voor waarschuwt, heeft nauwelijks tot niks te maken met de scheiding tussen christelijk (bijzonder) en openbaar onderwijs. Het gaat erom dat ook binnen een ogenschijnlijk brede scholengemeenschap, ongeacht haar identiteit, al vanaf dag één geselecteerd en daardoor gesegmenteerd wordt. En dat begint nog veel jonger: in de voorschoolse educatie (zoals de peuterspeelzaal) komen kinderen van verschillende sociale herkomst elkaar al weinig tegen. Daarna wordt hun schoolloopbaan al veel te vroeg voorbestemd, en zo krijgen ze ongelijke kansen. Mogelijkheden om te ‘stapelen’ (zoals de vroegere mavo-leerling die uiteindelijk de universiteit bereikte) zijn minder geworden. En ook voor de intelligente maar praktisch aangelegde leerling is het huidige stelsel een frustrerend systeem. Sommige jongeren kunnen beter vroeg een vak kiezen en aan het werk gaan, en dan daarnaast rustig doorleren.
Dat het huidige stelsel niet uit ieder kind het beste haalt, is een terechte zorg van de Onderwijsraad. Maar dat het onderwijs ook een geïntegreerde samenleving zou moeten creëren, is een te hoog gegrepen doel. Daarvoor zullen jongeren én ouders toch echt eigen initiatief moeten nemen, juist buiten de lesuren om. Een kerkgemeenschap bijvoorbeeld, kán een plek zijn waar mensen uit verschillende wijken, sociale kringen en onderwijsniveaus elkaar ontmoeten. Hetzelfde geldt voor een sportvereniging – zolang dat niet door te hoge contributie een elitaire ballenclub wordt. Ook binnen één dorp, school, bedrijf, kerk of club kunnen gelijkgestemden hun eigen bubbel vormen. Dat doorbreken, is geen lesdoel maar een levensdoel.
de mening van het Nederlands Dagblad