Direct naar artikelinhoud
Geneeskunde

Baanbrekende chip zegt in kwartier tijd of je kanker hebt

Liesbet Lagae toont de chip die ze met haar team van Imec ontwikkelde.

Via een eenvoudige bloedstaal binnen de vijftien minuten kunnen opsporen of een patiënt kanker heeft? Wetenschapster Liesbet Lagae (42) van het Leuvense onderzoekscentrum Imec is er met haar team in geslaagd om een chip te ontwikkelen die zo’n snelle kankerdiagnose mogelijk zal maken.

VTM-kijkers hebben het mogelijk al gezien: het spotje waarin Europa niet zonder trots meldt dat het dankzij Belgisch onderzoek binnenkort mogelijk wordt om binnen het kwartier te weten of iemand al dan niet aan kanker lijdt. En met Belgisch onderzoek wordt bedoeld: het Leuvense Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (Imec), dat onder leiding van ‘uitvindster’ Liesbet Lagae vier jaar lang werkte aan een revolutionaire computerchip, die uitzaaiende kankercellen kan opsporen in het bloed.

Nanotechnologie is hier het toverwoord. Die vervangt de klassieke optische lenzen van een microscoop – waardoor een oncoloog vandaag naar een plaatje met kankercellen kijkt – door chips-gebaseerde digitale camera’s.

“Eenvoudig uitgelegd komt de uiteindelijke test hierop neer: je laat bloed trekken, de dokter plaatst het bloedstaal in een toestelletje waarin de chip zit, de chip fotografeert razendsnel miljoenen bloedcellen en stuurt die foto’s door naar een computer”, legt Liesbet Lagae uit. “Algoritmes analyseren al die foto’s en sorteren er de kwaadaardige cellen uit. Binnen de vijftien minuten krijgt de dokter op zijn computerscherm te zien of er kankercellen zijn en zo ja, in welke mate. Anders gezegd: de arts ziet onmiddellijk of er uitzaaiingen zijn.”

‘Deze chip kan levens redden. iedereen kan baat hebben bij deze techniek, ook wie kerngezond denkt te zijn’
Liesbet Lagae, ontwikkelde de chip

“Baanbrekend hieraan is dat de diagnose er meteen is én dat ze ook veel accurater is, want een digitale test geeft minder risico op fouten”, vervolgt Lagae. “De meest gangbare techniek om kanker op te sporen, is nu nog altijd een MRI-scan. Maar: een tumor moet al een paar centimeter groot zijn opdat de scan hem detecteert. Dus zo’n scan ziet pas vrij laat of er al dan niet sprake is van kanker. Terwijl onze chip ook hele kleine tumoren kan detecteren. Een andere veel gebruikte kankertest is het nemen van een biopsie. Maar ook bij die techniek duurt het soms weken voor er een diagnose is én we spreken dan wel van een operatie. Terwijl onze chip enkel een bloedstaal nodig heeft.”

De info die de computer via de chip uitleest, kan niet meteen zeggen over welk type kanker het gaat in geval van aanwezigheid van kwaadaardige cellen. “Maar kwaadaardige cellen worden ook bijgehouden zodat verdere DNA-analyse dat wél kan uitmaken”, legt Lagae uit. “Sterker nog: op basis van DNA-analyse van de cellen gaan we zelfs kunnen zeggen welke therapie best wordt gevolgd en kunnen we voorspellen en opvolgen of de patiënt goed zal reageren.”

Nog drie à vijf jaar

De hamvraag: wanneer komt de chip op de markt? “Binnen drie tot vijf jaar, schat ik”, aldus Lagae. “We hebben de chip uitgetest op een zeer beperkte groep patiënten en weten met zekerheid dat de techniek werkt. Het geld dat we van de EU kregen om de chip te ontwikkelen – twee miljoen euro – is op na vier jaar onderzoek. Om de chip en het toestelletje marktklaar te krijgen en om de wettelijk verplichte klinische studie te doen bij een groot aantal patiënten, hebben we nog een paar tientallen miljoenen nodig. We zijn volop bezig met het werven van fondsen, ik maak me sterk dat we de broodnodige centen zullen vinden.”

De Leuvense wetenschapster hoopt het alvast met heel haar hart. “Deze chip kan levens redden”, maakt ze zich sterk. “Uit cijfers blijkt dat liefst 90 procent van de kankerdoden het gevolg zijn van een te late diagnose of omdat er al uitzaaiingen waren. Iedereen kan baat hebben bij deze techniek. Niet alleen mensen met een hoog risico op kanker, waarbij ik denk aan patiënten die de ziekte al eens hebben gehad en regelmatig opgevolgd willen worden. Maar ook wie kerngezond denkt te zijn én toch kanker blijkt te hebben, kan hier een levensreddend voordeel mee doen.