Luister naar

Heiligerlee en verder: Tachtigjarige Oorlog wereldwijd

Nieuws
Heiligerlee en verder is een serie over 450 jaar Tachtigjarige Oorlog. Vandaag: de strijd wordt tot ver buiten de landsgrenzen gevoerd.
Willem Bouwman Willem Bouwman
maandag 22 oktober 2018 om 03:00
De terugkomst van de tweede expeditie naar Indië in 1599. Schilderij van Hendrik Cornelisz. Vroom.
De terugkomst van de tweede expeditie naar Indië in 1599. Schilderij van Hendrik Cornelisz. Vroom. rijksmuseum en wikipedia

In 1604 veroverde prins Maurits het vestingstadje Sluis in Zeeuws-Vlaanderen, dat sinds 1587 in handen van de Spanjaarden was geweest. De verovering was van strategisch belang, want Sluis lag aan de monding van de Schelde. Sluis was ook de deur naar Zeeland. Na de inname van Sluis hoefden de Zeeuwen minder te vrezen voor een Spaanse inval.

Het verhaal gaat dat de Spanjaarden bij de verdediging van Sluis geholpen werden door handelaren uit Zeeland. De kooplui leverden azijn, die nodig was om de Spaanse kanonnen af te koelen en schoon te maken. Met hun azijnhandel maakten de Zeeuwen goede winst. Ze lieten hun handelsbelangen zwaarder wegen dan de militaire belangen van prins Maurits, hun stadhouder.

Wat de Zeeuwen deden, was niet ongewoon. Al voor het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog voeren koopvaarders uit Holland en Zeeland langs de kusten van Europa, van Danzig tot aan Lissabon. Holland en Zeeland profiteerden van hun gunstige ligging aan zee, halverwege twee belangrijke markten. Hun kooplieden brachten haring, hout en graan uit het Oostzeegebied naar Spanje en Portugal. Ze namen zout, zuidvruchten en specerijen, afkomstig uit de Portugese koloniën in Azië, mee terug. Met de verkoop in het welvarende noordwesten van Europa werden ze rijk.

Nadat Antwerpen in 1585 door de Spanjaarden veroverd was, sloten de Hollanders en de Zeeuwen de Schelde af en voeren de koopvaarders naar de havensteden in Holland en Zeeland. In de volgende jaren ging het alleen maar beter met de handel.

groeiende koopkracht

Vooral Amsterdam profiteerde van de val van Antwerpen. Duizenden kooplieden uit Antwerpen en de zuidelijke Nederlanden zochten hun toevlucht in Amsterdam. Dankzij hun kapitaal en ondernemingszin werd Amsterdam de belangrijkste handelsstad in de Nederlanden. Tussen 1578 en 1610 nam het aantal inwoners toe van 30.000 tot 60.000, een verdubbeling. De bloeiende handel werkte als een vliegwiel voor de scheepsbouw. Velen vonden werk bij houtzagerijen, touwslagerijen en zeilmakerijen. De koopkracht nam toe.

Amsterdam was befaamd om zijn stapelmarkt: talrijke goederen werden er opgeslagen om doorverkocht te worden, zoals de koloniale waren uit Portugal en het graan uit Oost-Europa. Door de sterke groei van de bevolking was er in Spanje en andere landen langs de Middellandse Zee veel vraag naar graan.

Voor de Spaanse koning Filips II schiep dit een dilemma. Enerzijds had hij het graan nodig om de bevolking te voeden en tevreden te houden, en kon hij zonder hout geen schepen bouwen. Anderzijds vond hij het een treurige zaak dat de opstandelingen in Holland en Zeeland zich verrijkten met de handel op Spanje. Filips deed z’n best om producten uit Azië te verhandelen in Hamburg in plaats van Amsterdam, maar voor het overige was zijn optreden weinig belijnd. Toen hij in 1580 Portugal veroverde, liet hij de Hollandse schepen in de Portugese havens aanvankelijk ongemoeid. Later nam hij schepen in beslag, om ze te gebruiken voor de Armada, en gingen de schepelingen als slaven op de galeien varen. Even schrokken de Hollanders, maar vervolgens gingen ze door met handel drijven, met valse namen en onder een vreemde vlag. Aan wal in Cadiz of Lissabon deden ze alsof ze trouwe katholieken waren.

De verovering van Portugal was dan ook niet de voornaamste reden waarom de Nederlanders zelf op zoek gingen naar een zeeweg naar Azië. Ondernemingszin, winstbejag en drang naar avontuur dreven hen Europa uit, de oceanen op. Veelzeggend is het verhaal van een zeeman uit Enkhuizen, Jan Huygen van Linschoten. Als zestienjarige scheepsjongen reisde hij in 1579 naar Lissabon, waar hij aanmonsterde op een schip dat hem naar Goa bracht, een Portugese kolonie in India. Jan Huygen was een scherpe waarnemer. Nauwkeurig beschreef hij wat hij zag, van de slechte zeemanskunst van de Portugezen tot de natuurlijke rijkdommen in Azië en de handelsmogelijkheden op Java. Avonturiers als Huygen waren er wel meer. Hun informatie sijpelde door in koopmanskringen en stimuleerde hun ondernemingszin. Het bijzondere van Huygen was dat hij na thuiskomst een reisbeschrijving met platen en kaarten publiceerde: Itinerario, Voyage ofte Schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien (1596).

boek wees de weg

Het boek verscheen op het juiste moment. De economische groei had de vraag naar specerijen aangejaagd en de ondernemingszin van de kooplui geprikkeld. Ze zochten naar nieuwe markten en nieuwe leveranciers, voorbij de Oostzee en Portugal. Het boek van Jan Huygen wees hun letterlijk de weg, hoewel sommigen liever een andere zeeweg kozen, langs het noorden, via Nova Zembla. Een poging langs die weg Indië te bereiken, eindigde met de barre, befaamde overwintering van Jacob van Heemskerck en Willem Barentsz op Nova Zembla. Barentsz overleed op de terugreis.

Van Heemskerck keerde heelhuids terug en voer in 1598 via het zuiden naar Indië, in dienst van een compagnie die voor de handel op Indië was opgericht. Dat jaar waren er al vijf van zulke compagnieën geteld. Volgens een tijdgenoot zeilden ze elkaar de schoenen van de voeten en het geld uit de buidel. Johan van Oldenbarnevelt begreep hoe nadelig dit was en stelde voor dat de compagnieën zich zouden verenigen. Zo ontstond de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Ze kreeg het alleenrecht op de handel in Azië. De macht van de VOC was groot. Ze mocht verdragen sluiten en geweld gebruiken als haar dat uitkwam, en dat was geregeld het geval. De VOC vocht met Portugezen, Spanjaarden en inheemse vorsten in de Indische archipel en vlocht er een netwerk van handelsposten. Officieel was de VOC onderhorig aan de Staten-Generaal, feitelijk was ze een staat in een staat.

Door de vaart op Indië werd de Tachtigjarige Oorlog nu wereldwijd gevoerd. De VOC bedreigde Spaanse en Portugese garnizoenen in de Molukse archipel. Op 23 februari 1605 werd het Portugese fort Leitimor op het eiland Ambon veroverd, de eerste vestiging van de VOC in Azië. De verovering werd jaarlijks gevierd met een kerkdienst ’s morgens en een parade ­ ’s middags.

zijde

De schepen die op en neer voeren tussen de Hollandse havens en de Indische archipel ontmoetten Spaanse en Portugese schepen, waarbij het vaak tot een treffen kwam. In 1602 veroverde Jacob van Heemskerck, de overwinteraar op Nova Zembla, in de Indische wateren een Portugees vrachtschip, de Santa Catharina. Het had twaalfhonderd balen zijde uit China aan boord. De VOC verkocht de buit voor drie miljoen gulden, een immens bedrag.

Toen de vraag rees of Heemskerck en de VOC niet te ver waren gegaan, kreeg de befaamde jurist Hugo de Groot de opdracht om een juridische rechtvaardiging voor de verovering van de Santa Catharina te schrijven. Op die manier kwam een van de bekendste werken van De Groot tot stand, Mare Liberum, een fundamenteel boek in het internationale recht. Volgens De Groot had de VOC het recht om de handel in Indië met geweld te verdedigen tegen de aanspraken van de Spanjaarden en de Portugezen. Zo liet de Tachtigjarige Oorlog ook in het recht zijn sporen na.

Jacob van Heemskerck maakte het niet meer mee. In 1607, twee jaar voor de verschijning van Mare Liberum, was hij gesneuveld tijdens een zeeslag met de Spanjaarden.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Leerlingen van een vmbo-school worden getoetst bij het landelijk praktijkexamen mobiliteit en transport.

Praktijkonderwijs en vmbo kampen met forse daling leerlingenaantallen, doorstroomtoets lijkt oorzaak

Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe doorstroomtoets in groep 8, die de kansengelijkheid in het onderwijs moet bevorderen, leidt tot een forse daling van het aantal leerlingen dat naar het praktijkonderwijs of het vmbo gaat.

Marielle Paul: liefst vaste docenten.

Externe docent bijna twee keer zo duur

Den Haag

Als de gemeente de hele buurt erbij betrekt, en eerlijk communiceert over de knelpunten, komt nieuwbouw sneller op gang.

Zo krijgen gemeenten nieuwbouw sneller van de grond. 'Betrek niet alleen directe buren erbij'

Woningzoekers moeten door bezwaren van mondige burgers langer wachten op een huis. Hoe kan een gemeente nieuwbouw sneller op de rit krijgen? Vier tips van experts.

ChristenUnie-fractievoorzitter Bikker tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 26 maart. Bikker vertelde woensdag in Sven op 1 dat het kantoor van de partij met leuzen en stickers was beklad.

ChristenUnie doet aangifte na derde bekladding van partijbureau in een week tijd

Voor de derde keer in enkele dagen werd het partijkantoor van de ChristenUnie woensdagochtend tijd beklad met pro-Palestijnse leuzen. Aanvankelijk wilde de partij geen aangifte doen, maar heeft dat nu alsnog gedaan.

'Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden', zegt demissionair minister Hugo de Jonge.

Minister Hugo de Jonge: 'Boze buurmannen maken veel geluid, maar de mensen in de knel hoor je niet'

Boze buren die bezwaar maken tegen nieuwbouwprojecten, trekken te vaak aan het langste eind, vindt minister Hugo de Jonge. ‘We kennen toch allemaal wel jongeren die staan te springen om een woning?’

Twee van de initiatiefnemers: Femmetje de Wind en Huub Stapel.

'Allemaal een oranje keppel, op Koningsdag!' BN-ers komen in actie tegen golf van antisemitisme

De Joodse gemeenschap een hart onder de riem steken en de zwijgende meerderheid een stem geven, dat is het doel van 'Wij zijn allemaal oranje', een actie die plaatsvindt op Koningsdag.