Bosbranden Californië erger door klimaatverandering: brandseizoen duurt langer
© Getty Images via AFP
De door mensen veroorzaakte klimaatverandering heeft de bosbranden die de Amerikaanse staat Californië getroffen hebben, erger gemaakt. Dat blijkt dinsdag uit een snelle attributiestudie van 32 wetenschappers van World Weather Attribution (WWA).
De wetenschappers gaan met behulp van weerobservaties en klimaatmodellen na hoe de klimaatverandering de intensiteit en waarschijnlijkheid van extreem weer beïnvloedt. Hun conclusie: de bosbranden van Californië waren er erger door. Door de klimaatverandering heeft het immers minder geregend, is de vegetatie uitgedroogd en overlappen perioden van droogte steeds vaker met perioden waarin Santa Ana-winden razen. Los Angeles zal alleen maar droger en ontvlambaarder worden als de verbranding van fossiele brandstoffen geen halt wordt toegeroepen, klinkt het.
Puzzelstukken ineen
Op 7 januari braken bosbranden uit op de heuvels rond Los Angeles. Verschillende kleinere branden konden onder controle worden gebracht, maar de Palisades-brand en de Eaton-brand raasden door. Op 22 januari ontstak een derde grote brand, de Hughes-brand. Het vuur baande zich een weg naar bewoonde gebieden.
Minstens 29 mensen zijn om het leven gekomen, meldde NBC News dinsdag. Meer dan 200 vierkante kilometer is verteerd door de vlammen, blijkt uit de meest recente gegevens van het Californische Departement van Bosbeheer en Brandbescherming (CAL FIRE).
Het vuur werd aangewakkerd door de Santa Ana-winden. Die harde, droge en hete winden komen vanuit de woestijn in het binnenland door de passen en canyons van de bergen rond Los Angeles naar de Westkust gewaaid. Ze verhogen het risico op bosbranden: ze drogen de al droge vegetatie verder uit en versnellen beginnende brandhaarden.
“Alle puzzelstukken vielen op hun plaats voor een bosbrandramp: weinig regenval, een opeenhoping van tondeldroge vegetatie en sterke winden”, zegt Park Williams, geografieprofessor aan de Universiteit van Californië verbonden aan de WWA.
Steeds waarschijnlijker
De wetenschappers zijn het erover eens dat de hete, droge en winderige weersomstandigheden die de branden aangevuurd hebben, 35 procent waarschijnlijker zijn door de klimaatverandering gelinkt aan de verbranding van fossiele brandstoffen. Als de aarde 2,6 graden Celsius opwarmt ten opzichte van het pre-industriële niveau van 1850 tot 1900, wat verwacht wordt tegen 2100, zijn die weersomstandigheden 80 procent waarschijnlijker.
Uit de studie blijkt nog dat het zogenaamde bosbrandseizoen steeds langer gaat duren. Een jaar telt nu ongeveer 23 bijkomende dagen met brandgevoelige omstandigheden: de kans dat zo’n brandgevoelige dag samenvalt met een dag waarop Santa Ana-winden waaien, is dus groter. Traditioneel maken de regens van de herfst en de winter een einde aan het bosbrandseizoen. Maar het risico op weinig regenval in de periode van oktober tot december is 2,4 keer zo groot als in de pre-industriële periode.
“Droogtes zullen vaker voortduren tot de winter, waardoor de kans groter wordt dat brand uitbreekt bij Santa Ana-winden, die kleine ontstekingen kunnen veranderen in dodelijke inferno’s”, zegt Claire Barnes, onderzoeker aan het Centrum voor Milieubeleid van het Imperial College in Londen. “Zonder een snellere transitie weg van fossiele brandstoffen die de planeet opwarmen, zal Californië heter, droger en meer ontvlambaar worden.”