Scherpe kritiek op subsidie voor dure elektrische auto’s
Den Haag
‘Dit staat gelijk aan het verbranden van publiek geld.’ Als de overheid miljarden stopt in het subsidiëren van elektrisch rijden, op een manier die niet efficiënt is, dan wil Bas Jacobs, hoogleraar overheidsfinanciën, de Tweede Kamer daarvoor waarschuwen.
Jacobs was een van de genodigden die dinsdag zijn licht liet schijnen over het CarbonTAX-model. Op basis van dat model worden overheidssubsidies verstrekt aan automobilisten die overstappen op elektrische voertuigen. Het model is in de Tweede Kamer omstreden, omdat de aannames van het model niet bekend zijn en de ramingen niet zijn uitgekomen. In 2018 heeft de overheid 700 miljoen aan subsidie uitgekeerd aan kopers van dure elektrische auto’s, zoals Tesla en Jaguar. Deze zakelijke rijders kregen veel subsidie. Een subsidie die wordt opgebracht door hogere belastingen voor automobilisten die in een diesel of benzinemotor rijden. Het model ging uit van 11.000 elektrische auto’s. In werkelijkheid werden er in 2018 25.000 verkocht, vooral in het dure, zakelijke segment. Voordat de Kamerleden hierover in debat gaan met staatssecretaris Menno Snel (Belastingen) en staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur) wilde men meer weten over het model, dat eigendom is van een particulier bureau.
De uitleg van Robert Kok, bedenker en eigenaar van het model, dat nu bij het bedrijf Revnext berust, vond Jacobs ‘niet bijster sterk’. Kok benadrukte dat zijn model veel onzekerheden bevat en daarom werkt met bandbreedtes. Kok suggereerde dat het beter is dat de overheid zelf een model opstelt om de groei van het elektrische wagenpark goed in kaart te brengen. Ook acht hij het ondoenlijk om beleid uit te stippelen tot 2030, op basis van zijn rekenmodel. Er zijn veel onzekerheden in de autobranche. Die maken het nodig dat het beleid steeds wordt bijgestuurd.
narekenen
Jacobs uitte scherpe kritiek op de overheid die een model gebruikt dat door anderen niet nagerekend kan worden. Dat er miljoenen naar Tesla-rijders gaan, vindt hij – vanuit een oogpunt van draagvlak voor milieumaatregelen – niet verstandig. Ook vervoerseconoom Erik Verhoef zette vraagtekens bij het nut van subsidies aan zakelijke Tesla-rijders. ‘Vanuit milieuoogpunt is daar weinig reden toe.’ Bij het doorrekenen van het ontwerp-klimaatakkoord heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)gebruik gemaakt van het model van Robert Kok.
Hans Mommaas, directeur van het PBL, zei dat het model ‘bruikbaar’ is, maar ook dat er geen alternatief voorhanden is. Hij zou graag zien dat de overheid zelf een ander model ontwerpt om het elektrische wagenpark, en de manier van stimuleren en subsidiëren van die auto’s, beter in kaart te brengen. Mommaas hield de kritische Kamerleden voor dat, welk model er ook komt, ‘er altijd met onzekerheden rekening gehouden moet worden’. <