Direct naar artikelinhoud
Back in Belgium

Brussel biedt meer cultuur en festivals dan ik tijd heb om te bezoeken

Annelies De Rouck herontdekt haar vaderland
Beeld TIM COPPENS

Annelies De Rouck herontdekt haar vaderland.

Op het einde van deze maand ben ik tien maanden terug in België. Nog steeds krijg ik wekelijks de vraag waarom ik ben teruggekeerd. Alsof het zo absurd is dat ik NY inruil voor Brussel. De mythische status van New York zit me soms ongemakkelijk, ik krijg wel eens het gevoel dat ik mijn beslissing moet verdedigen.

Brussel is geen populaire stad in eigen land. Vooral mijn Vlaamse vrienden die de stad niet zo goed kennen, vinden het verrassend dat ik hier graag woon en eigenlijk helemaal niet het gevoel heb hier iets te missen. Boodschappen doen op zondag, dat miste ik, maar het nieuwe supermarktje op de hoek is elke dag van het jaar open, dus dat probleem is nu ook van de baan.

Brussel is chaotisch, ja, maar dat werkt mee aan mijn vlotte herintegratie, want NY is ook geen stad waar alles er gelikt en gestreken bijligt

Brussel biedt meer cultuur en festivals – film, muziek, kunst, you name it – dan ik tijd heb om te bezoeken. De parken zijn fenomenaal en worden druk bezocht, net zoals in Brooklyn. Onze eetcultuur is fantastisch en het enige waar het me af en toe aan ontbreekt in restaurants is een meer attente en warme service.

Brussel is chaotisch, ja, maar dat werkt mee aan mijn vlotte herintegratie, want NY is ook geen stad waar alles er gelikt en gestreken bijligt.

De Europese crowd mag hier dan geen belastingen betalen, ze ­houden wél van deze stad. Mijn kennissen uit de EU-sfeer zijn laaiend enthousiast over Brussel. Die kopen hier à volonté appartementen en zitten in het weekend steevast in het Zoniënwoud. Zij zien een ­potentieel in Brussel dat mijn landgenoten vaak niet zien.

Vooral de Fransen zijn verknocht aan Brussel. En niet alleen de ­rijkerds die de meerwaardebelastingen in eigen land ontvluchten. De Franstalige universiteiten, hogescholen en vooral kunstacademies in Brussel trekken heel wat Franse studenten aan. De inschrijvingsgelden liggen een pak lager dan in ons buurland en de ingangsexamens zijn onbestaand of een pak minder moeilijk dan in Frankrijk. Na hun ­studies blijven veel van die studenten hier hangen, want in Parijs ­zouden ze in een schoendoos in de banlieue moeten gaan wonen met hun startersloontje.

Fransen vinden hun eigen hoofdstad vaak pretentieus en hebben een hekel aan de Parisiens. Brusselaars vinden ze relaxter en bij ons hoef je ook niet van een prestigieuze school te komen om aan de bak te geraken als starter.

Vorige zaterdag vertelde een goeie maat uit mijn studententijd me na een paar glazen dat hij New York maar niks vindt. Al die gejaagde mensen, dat lawaai, die focus op succes en zaken doen... Af en toe een paar dagen voor het werk, dat gaat nog net, maar voor zijn plezier krijg je hem er niet meer naartoe. Eindelijk iemand die snapt dat ik niet ­achterom kijk. Brussel is mijn nieuwe New York en als je dat ­onbegrijpelijk vindt, moet je hier misschien zelf eens komen kijken.