Filippo Ganna veegde de kraakverse tijd van zijn ploegmakker Tobias Foss, twee jaar geleden wereldkampioen in de discipline, van de tabellen. Top Ganna was liefst 1’26” sneller en reed de ruim 31 kilometer tussen Castiglione delle Stiviere en Desenzano del Garda met een verschroeiend gemiddelde van 53,435 kilometer per uur. Hij had vooraan een monsterversnelling met 64 tandjes laten monteren (achteraan maakte hij gebruik van het Classified-systeem, het naafversnellingssysteem dat een klein voorblad vervangt).

“Pippo in Italië is iemand anders dan elders. Hij was indrukwekkend”, zei ploegmakker Foss, die gematigd tevreden was over zijn eigen tijdrit en samen met Ganna zat uit te blazen bij een fonteintje. “Ik denk dat zelfs Pogacar moeite gaat hebben om nog beter te doen.”

Die Pogacar begon alvast uitstekend aan de tijdrit. Bij het eerste tussenpunt, na het iets geaccidenteerdere eerste gedeelte, was de roze trui zowaar vier seconden sneller dan Ganna, die nerveus zat te schuifelen op de hot seat. Volgens Daniel Oss, man op de motor voor Eurosport, was de wind een stuk afgenomen.

Maar bij het tweede tussenpunt bleef dat Pogacar langzaam tijd moest toegeven op het vlakke parcours. Bij de finish bleek die trend zich doorgezet te hebben. Maar er was een monsterlijke prestatie van Ganna nodig om Pogacar af te houden, die 29 seconden trager was dan Ganna, maar nog steeds best of the rest.

Het was voor Ganna de eerste, deugddoende zege van het seizoen na tweede plaatsen in de eerste tijdrit van deze Giro achter Pogacar en in Tirreno-Adriaico achter Juan Ayuso. De laatste zege van Ganna dateert van de Vuelta van vorig jaar, liefst 256 dagen geleden, waar hij Evenepoel klopte in de tijdrit in Valladolid.

“Winnen in Italië, na zo’n lange periode zonder zege, maakt me emotioneel. Zeker hier, vlakbij het meer dan een tweede thuis voor mij is”, zei Ganna.

Magnus Sheffield zag zijn kansen op een ereplaats in rook opgaan door een valpartij in een bocht.