Direct naar artikelinhoud
Reportage

Oorlog op het fietspad: ‘Je voelt dat de spanning aan het stijgen is’

Oorlog op het fietspad: ‘Je voelt dat de spanning aan het stijgen is’
Beeld Eric de Mildt

Tot voor kort was het overzichtelijk. Op het fietspad zag je fietsen. Nu vlammen er ook deelsteps, speedpedelecs, cargofietsen en de gevaarlijkste aller vervoermiddelen: de scootmobiel. En dat leidt niet alleen tot irritaties: ‘Als we geen maatregelen nemen, zal het aantal fietsdoden alleen maar toenemen.’

Zevenentwintig seconden. Langer duurt het niet.

In die zevenentwintig seconden is het kruispunt van de Londenstraat met de Bordeauxstraat aan het Eilandje in Antwerpen sinds iets meer dan een jaar exclusief voorbehouden voor fietsers, uit welke richting ze ook komen. Het experiment heet Vierkant Groen of Alle Fietsers Tegelijk Groen.

Na die zevenentwintig seconden groen blijft het anderhalve minuut lang rood voor de fietsers. Is het wachten en wachten. Met als onvermijdelijk gevolg dat na een halve minuut de eerste door algoritmes aangestuurde maaltijdbezorger op z’n e-bike wegfietst door het rood. En anderen volgen.

Getoeter. Middenvinger.

Het kruispunt is een voor ons land unieke proefopstelling waarin je geneigd bent een poging tot demonstratie van de zinloosheid te zien. Wies Callens van de Fietsersbond, die hier jarenlang voor heeft geijverd, ziet dat anders. Hij is ervan overtuigd dat we het verkeerslicht met het groene fietsje en de vier groene pijltjes eromheen over een tijdje net zo gewoon gaan vinden als alle andere.

Wies Callens: “In Nederland zie je ze in alle grote steden, en staat men ook al enkele stappen verder. Ze hebben er slimme verkeerslichten die via warmtesensoren groepen fietsers meten en bevoordelen bij het toekennen van seconden. In Rotterdam zijn enkele fietspaden uitgerust met led-verlichting. Die geven de fietser aan hoe snel hij moet fietsen als hij het groen nog wil halen of wanneer het zinloos is en hij beter kan uitbollen.”

Fietsers in poleposition op een kruispunt in Antwerpen.Beeld Eric de Mildt

“In Gent starten ze binnenkort met regensensoren. Als het regent, gaat het verkeerslicht de fietser meer tijd geven. Iedereen beseft dat je fietsen alleen maar kunt stimuleren door ervoor te zorgen dat je minder nodeloos moet stilstaan.”

Nieuwe wegcode

Op 6 april, net voor de paasvakantie en het Parlement in verkiezingsmodus ging, kregen Kamerleden Daphné Dumery (N-VA) en Jef Van den Bergh (CD&V) een al jaren in commissies ge(her)agendeerde herziening van de wegcode op de valreep nog gestemd.

Wies Callens: “Die proefopstelling in Antwerpen viel tot nog toe buiten de wegcode. Dat wordt nu anders. Het is wachten tot de nieuwe wegcode wordt gepubliceerd in Het Staatsblad, en dan kunnen lokale besturen er overal in het land mee beginnen. De aangepaste wegcode voorziet ook een speciaal verkeerslicht dat fietsers toelaat voor een rood licht rechtsaf te slaan. Nu bestaat dat alleen in Brussel, met een wat verwarrend verkeersbord. Buiten de bebouwde kom moeten auto’s voortaan anderhalve meter ruimte laten voor fietsers in plaats van een meter nu. Van nu af mogen ook bakfietsen in eenrichtingsstraten.”

“Er zaten nogal wat van die archaïsche dingen in onze wegcode. Als een ding maar drie wielen heeft, dan is het voor de wet een ‘rijwiel’. De ouder die zijn kind per bakfiets naar school brengt via een eenrichtingsstraat, beging daardoor eigenlijk een verkeersovertreding. Was die stemming er niet gekomen, dan was het nog eens wachten geweest op een volgende regering, een volgende minister en een volgend beleidsplan.”

Het gaat wat de Fietsersbond betreft nog altijd te traag. Bij het agentschap Wegen en Verkeer is het aantal ingenieurs dat zich bezighoudt met fietsinfrastructuur nog altijd fractioneel.

Wies Callens: “De ruimte die we in België voorzien voor auto’s blijft veel groter dan voor fietsers, maar neem dit ene cijfer over KBC Autolease. In twintig jaar tijd heeft dat bedrijf 40.000 salariswagens in ons verkeer gebracht. De afgelopen vier jaar heeft het er 12.000 bedrijfsfietsen bijgedaan. Heel vaak zijn dat speedpedelecs die tot 45 kilometer per uur gaan. Omdat dit gewoon interessanter is, voor de werkgever en voor de werknemer.”

“Ik vergelijk het met de eerste jaren van het internet. Je had een modem en een inbelverbinding waarbij je heel veel geduld moest opbrengen, want er was beperkte bandbreedte. Nu nadert de fiets het punt waarop iedereen wil streamen en er nood zal zijn aan 5G. Dit is niet meer te stoppen.”

In Nederland is er een oorlog uitgebroken op het fietspad. Zo benoemde NRC Handelsblad laatst toch de achterliggende oorzaak van twee recente verbodsbepalingen. In Amsterdam mogen snorfietsen sinds vorige week maandag niet langer op het fietspad. Snorfietsen, gemotoriseerde fietsen zonder helmplicht die in principe niet harder gaan dan 25 (maar in de praktijk bijna allemaal 35), zijn een oer-Hollands verschijnsel. Ooit zijn ze in het leven geroepen voor dames in traditionele klederdracht uit Urk en Scheveningen. Vandaag rijden er in heel Nederland 750.000 exemplaren rond.

Ook de step eist zijn plaats op, hier in Gent. Amsterdam verbood al de deelstep, omdat die er gewoon niet meer bij kon in het dagelijkse peloton. Beeld Eric de Mildt

Met enorm veel irritatie tot gevolg, zeker in een stad als Amsterdam, waar 40 procent van de fietspaden de norm van 2 meter breed niet haalt. Amsterdam verbood ook al de deelstep. Omdat die er gewoon niet meer bij kon, in dat dagelijkse peloton van e-bikes, cargofietsen, riksja’s, al of niet elektrische kinderbakfietsen en skateboards.

In 2017 was Nederland officieel het enige land ter wereld met meer fietsdoden dan omgekomen mensen bij een auto-ongeval. Vorig jaar vielen er 678 verkeersdoden te betreuren, met daarbij 233 auto-inzittenden en 228 fietsers. Een kwart van de fietsdoden reed met een elektrische fiets. Twee op de drie slachtoffers was ouder dan 65. 

Vanaf 1 juli mag je in heel Nederland daarom niet meer appen op de fiets. Wie wordt betrapt, krijgt een boete van 95 euro. Minister Ferdinand Grapperhaus heeft een strakke handhaving aangekondigd.

Appen of bellen mag je in België net zo min in je auto als op je fiets, ook al doet de gemiddelde Deliveroo-bezorger de klok rond weinig anders.

De scootmobiel

Voor mensen die slecht te been zijn, is er nu de scootmobiel. Denk aan de moeder van Sociaal Incapabele Michiel of de Benidorm Bastards. Er rijden er intussen al zo’n 350.000 tot 400.000 rond in Nederland, een beetje overal, ook op het fietspad, tot 30 kilometer per uur. Ze worden bestempeld als het relatief gevaarlijkste vervoermiddel om je mee in het verkeer te begeven. Ze vallen om, kunnen moeilijk om met stoepranden, de bestuurders zijn vanwege hun leeftijd of handicap doorgaans geen uitblinkers in cognitief vermogen of reactiesnelheid. Vorig jaar kwamen in Nederland 44 mensen om het leven door ongevallen met scootmobielen.

Tien jaar geleden zag je ze amper. In België ging het in tien jaar tijd van zo goed als geen naar een kleine 40.000. Vorige zomer zette de politie in het Duitse stadje Wesel een 65-jarige bestuurder van een scootmobiel aan de kant. Hij had zijn motor opgedreven en haalde tot 50 kilometer per uur. In Hasselt botste begin deze maand een 88-jarige man met zijn scootmobiel tegen een zitmaaier. Ook de zitmaaier eist occasioneel zijn plek op.

Ouderen willen terug de baan op. Geconfronteerd met de keuze tussen een leuke reis en een rijbewijs kiezen steeds meer jongeren voor het eerste. Aan elk spoorwegstation zijn er deelfietsen, deelsteps en apps die je brengen waar je wezen moet.

Volgens Peter van der Knaap, directeur bij de Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, gaat het er de komende jaren vooral niet op beteren: “Waar snelheidsverschillen zijn, krijg je inhaalmanoeuvres. En waar inhaalmanoeuvres zijn, krijg je ongelukken. Als er geen extra maatregelen worden genomen, zal het aantal fietsdoden en -gewonden de komende tien jaar alleen maar toenemen.”

Wies Callens: “Het is ook niet alleen een kwestie van verschillende snelheden. Zo’n cargofiets bijvoorbeeld heeft een heel andere bochtstraal.”

Plus 76 procent

Het Belgische verkeer was sinds het begin van de tellingen nooit veiliger dan vorig jaar. 440 doden. Alweer 35 minder dan het jaar daarvoor, kon het Belgisch instituut voor de verkeersveiligheid (Vias) melden. In 1972 waren er nog zo’n 3.000 verkeersdoden te betreuren en rond de eeuwwisseling leek het nog een onrealistische gedachte dat dat cijfer ooit onder de 1.000 zou zakken.

Nu ligt de doelstelling op 420 verkeersdoden in 2020, en we komen aardig in de buurt. Toch is geen enkele verkeersexpert in een hoerastemming. Het aantal fietsdoden ging van 40 naar 44, het aantal gedode motorrijders van 64 naar 71. Het lijkt er een beetje op dat er een tendens is ingezet, en we Nederland achternagaan.

Op dit Antwerpse kruispunt staat sinds kort een speciaal licht voor fietsers. Geduren­de 27 seconden mogen zij in alle richtingen over­steken.Beeld Eric de Mildt

Stef Willems (Vias): “Het was een uitzonderlijk hete zomer natuurlijk. Dan krijg je vanzelf veel meer fietsers en bromfietsers op de weg, en dat zie je dus in de cijfers. Het aantal fietsongevallen steeg wel in elke regio. Er is ook een onrustwekkende toename van het aantal doden bij senioren, ook bij ons.”

Bij Vias doken ze even in de eigen statistieken, teruggaand tot 2005. Dat verstevigt de indruk dat het niet enkel een kwestie is van een hete zomer.

Stef Willems: “In 2005 hadden wij nog 1.299 wat wij noemen letselongevallen met alleen fietsers. In 2017 waren dat er 1.617. Dat gaat dus om fietsers die ten val komen of elkaar ten val brengen. We hebben ook een categorie letselongevallen met alleen fietsers en voetgangers. Daar ging het cijfer van 256 in 2005 naar 450 in 2017. Dat is een stijging met 76 procent.”

“Ik zou nog niet meteen spreken van oorlog op het fietspad, maar de richting lijkt wel duidelijk. Je moet er ook rekening mee houden dat fietsers eerder niet dan wel aangifte doen van een ongeval. Er is altijd een grote onderschatting. Er duiken op dat fietspad altijd maar meer verschillende varianten op, met verschillende noden en snelheden. Met daartussen dan nog eens hele groepen wielertoeristen die van mening zijn dat een fietsbel niet bevorderlijk is voor de aero­dynamica.”

Sinds de komst van de deelstep krijgt het Sint-Jansziekenhuis in Brussel een tot twee keer per dag te maken met lichte ongevallen, meestal arm- en polsbreuken. Op een deelstep heb je doorgaans geen tegenligger of afzwenkende auto nodig om je te verwonden. Aan de universiteit in Los Angeles werd becijferd dat 90 procent van de ongevallen met steps solo gebeurt: de step die blokkeert vanwege een bruuske stuurbeweging, waarna de bestuurder overkop gaat. In welke categorie Vias al die nieuwe gebruikers van het fietspad moet verwerken in zijn statistieken, weten ze zelf nog niet zo goed.

Stef Willems: “We komen in een heel nieuwe situatie terecht. Met veel irritaties, en gevaren. Terwijl we in Vlaanderen op het gebied van fietsvoorzieningen, zeker in vergelijking met Nederland, al met een historische achterstand zaten. Je voelt het aan de mailtjes die bij ons binnenlopen. Over een gebrek aan wederzijds respect. Over dringen aan drukke kruispunten, over deelsteps op het fietspad. Je voelt dat de  spanning aan het stijgen is.”

“Laatst was er die open brief van een wielertoerist die zegt zich te schamen voor het gedrag van de andere wielertoeristen om hem heen. De wannabe-profrenners die hun middenvinger opsteken naar automobilisten die nochtans braafjes opzijgaan. Die ook de verpakkingen van hun energierepen en hun gelletjes gewoon op straat gooien. Die attitude van ‘allemaal aan de kant!’ Nederland heeft zijn snorfietsen, wij hebben wielertoeristen.”

Nieuwe fietser

Acht jaar geleden begon Stijn Wens met zijn blog ‘Antwerpenize’, die intussen is uitgegroeid tot een burgerplatform voor wie de stad mee wil beleven van op de fiets. Hij is niet zo wild van het experimentele verkeerslicht aan het Eilandje.

Stijn Wens: “Men stelt dat nu voor als de heilige graal, conflictloos het kruispunt over voor fietsers en voetgangers. Er bestaan mondiaal toepasbare wetmatigheden voor wachttijden. Zodra een fietser langer dan dertig seconden staat te wachten op groen, zal hij op een gegeven moment beslissen om door het rood te rijden. Voor er auto’s verschenen in de steden, waren er geen verkeerslichten. Idealiter moet je terug naar een stad met zo weinig mogelijk verkeerslichten.”

Deelfietsen, e-bikes, steps, skateboards, scootmobiels... De variatie aan voertuigen is de afgelopen jaren enorm toegenomen.Beeld Eric de Mildt

“Wat doet een verkeerslicht? Het deelt de voorbijgangers op in automobilisten en fietsers en voetgangers. Die laatste twee categorieën moeten er dan maar onderling zien uit te raken. Wat over het algemeen best aardig lukt. Kijk naar Park Spoor Noord. Heel veel mensen kruisen elkaar daar, te voet of op de fiets. Geen enkel probleem. Een verkeerslicht is er alleen maar voor de auto’s.”

‘Antwerpenize’ doet binnenkort een actie waarbij aan verkeerslicht wachtende fietsers worden getrakteerd op livemuziek. Het is ook bezig met een pop-upfietsstalling. Een bewaakte fietsstalling.

Stijn Wens: “Dat is nu niet mogelijk, gaan winkelen in Antwerpen en je fiets achterlaten op een plek waarvan je zeker weet dat die niet zal worden gestolen. Raar toch? Het aantal fietsers is de voorbije tien jaar in Antwerpen enorm gegroeid en zal ook blijven groeien. Er is geen alternatief. Het is het enige vervoermiddel met aankomstzekerheid. Het overkomt ons vaak dat we een actie doen en dan telefoon krijgen van de cameraploeg die onderweg was. ‘Sorry, we staan vast, we geraken er niet.’” (lacht)

Europa moet zijn zegen nog geven, maar in het pakket wetswijzigingen dat op 6 april op de valreep door de Kamer werd gejaagd, zat ook een btw-verlaging op fietsaankopen van 21 naar 6 procent. Het zal nog meer drukte genereren op het overbevraagde fietspad. Stijn Wens zegt dat hij de laatste jaren ook een nieuw type fietser zag opstaan. De Nieuwe Fietser aka de ex-automobilist.

Stijn Wens: “Die haal je er zo uit. Die denkt en fietst zoals een automobilist. Hij is erg gehaast, heel gestrest. Begint voor het minste keihard te vloeken op de andere weggebruikers. Zoals vroeger in de auto. Ze zien alleen de noodzakelijke verplaatsing, niet de toegevoegde waarde. Je voelt de stad veel harder, je ontdekt allerlei dingen die je daarvoor niet had gezien.”

“Ik kies persoonlijk niet voor de fiets vanuit een of ander ecologisch fetisjisme. Het is gewoon een laidback manier om je te bewegen. Het leidt ook tot meer sociale cohesie. Je ontdekt dingen, je voelt de stad veel beter aan. Als je fietst, weet je dat je gaat aankomen. Iets waar de Nieuwe Fietser nog van moet worden overtuigd. Maar dat komt wel. Na een tijdje neemt iedereen dezelfde houding wel aan. Het is louter een kwestie van die klik in je hoofd te maken.”

Oosterweelverbinding

Het jongste Antwerpse slachtoffer was de 23-jarige korfbalspeler Yapsi Espantoso Luis. Hij kwam begin deze maand om het leven na een val in Deurne. In de krant stond dat hij zonder helm op zijn speedpedelec met 45 per uur ergens tegenaan moest zijn geknald.

Stijn Wens: “Die jongen reed op een gewone fiets. Op een fietspad dat in zeer slechte staat was, met een verwarrende signalisatie en gevaarlijke paaltjes. De foute berichtgeving is nadien wel rechtgezet, maar het tekent het denken van veel mensen. Dodelijk ongeval? Dan moet het wel de schuld zijn van de fietser die geen helm droeg. We lopen in Antwerpen gewoon heel ver achter met onze fietsinfrastructuur. De debieten voor fietsers moeten veel breder, anders krijg je inderdaad een jungle.”

“Laatst was er de presentatie van de fietskoker onder de Schelde in de Oosterweelverbinding. Maar liefst zes meter breed! Applaus. Wel, zes meter, dat is niets. Het wordt een tweerichtingstunnel en dan moet je aan beide kanten al rekening houden met een schuurafstand, dus hou je in totaal maar vier meter over. Zoals de zaken nu evolueren, met duizenden mensen die voor woon-werkafstanden van rond de 15 kilometer opteren voor de elektrische fiets, is die tunnel nog voor hij wordt gebouwd al niet meer future proof. Daar gaan per uur vijf- tot zesduizend fietsers door moeten, dat gaat gewoon niet lukken. Idem voor dat fietspad langs de kaaien. Het beste fietsplan is nog altijd een autoplan.”