© rr

10 beestige mijlpalen uit 175 jaar Zoo: van eerste chimpansee tot geboorte Kai-Mook

21 juli 1843. Een historische datum voor ons land. En daar zat de nationale feestdag voor niets tussen. Op die dag opende de Antwerpse Zoo voor het eerst zijn deuren. Zijn bewogen en lange geschiedenis kende de nodige ups en downs, maar de dierentuin viert zijn 175ste verjaardag nu in volle glorie. Tien beestige mijlpalen van de zoölogie op een rijtje gezet.

Bieke Lathouwers

21 juli 1843: Opening Zoo Antwerpen

© Beeldbank Zoo

De oprichting van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) door schepen Jan Frans Loos, later burgemeester van Antwerpen, is een feit. De Zoo is op dat moment nog geen 2 hectare groot en ligt naast het pas gebouwde houten Centraal Station. De ingang is in de huidige Carnotstraat. Taxidermist Jacques Kets wordt de eerste directeur. Veel is er nog niet te zien, alleen wat geiten en paarden, en voor de rest heel veel van de door Kets opgezette dieren. Er werken vijf mensen en een ticket kost 1 frank – het dagloon van een arbeider. Het is vooral een ontmoetingsplaats voor de rijke burgerij, zien en gezien worden was het credo. Pas na de Tweede Wereldoorlog komt daar verandering in.

In 1845 schenkt een kapitein een 10-jarige Afrikaan, Jefke, aan de KMDA. Directeur Kets ontfermt zich over hem. ‘Zwart Jefke’ wordt opzichter bij de vogels en daarna portier. Een echte Afrikaan aan de ingang van de Zoo draagt immers bij tot het exotische karakter van de tuin.

1847: Eerste chimpansee Susanna

De Antwerpse Zoo verwelkomt zijn eerste chimpansee: Susanna. Directeur Jacques Kets ontfermt zich over de babychimpansee en leert haar eten met mes en vork. Elke zondagmiddag dineert de directeur met zijn chimpansee, die zelfs champagne meedrinkt uit kristallen glazen. Iedereen noemt Susanna ‘de aap van Kets’.

De Zoo breidt zijn dierencollectie uit door brieven te sturen naar eigenaars van zeeschepen om hen te vragen om wat dieren mee te brengen. Ook diplomaten worden benaderd. Tussen 1843 en 1850 vindt de Zoo liefst 247 milde schenkers. In 1852 komt de eerste olifant, Jacqueline, aan in Antwerpen. In 1856 wordt de Egyptische Tempel gebouwd, van dan af de thuis voor de olifanten. Hoewel het dier Jacqueline heet, blijkt het een mannetjesolifant te zijn. Na zijn dood in 1880 wordt zijn skelet opgezet en in de Egyptische Tempel geplaatst. Daar krijgt het binnenkort opnieuw een plek.

© Beeldbank Zoo

1880: Olifanten te voet van Brussel naar Antwerpen

De grote welvaart duurt tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Al loopt voor die periode ook niet altijd alles op wieltjes. Zo brandt op 11 januari 1881 het apengebouw volledig af. 79 kleine en grote apen sterven in de vlammenzee. Op 7 juni 1868 ontsnapt een tijger als verzorgers hem in een transportkist proberen te krijgen. Hij vlucht het station in, doodt een toevallige voorbijganger en wordt uiteindelijk doodgeschoten.

© Beeldbank Zoo

Maar gelukkig zijn er vooral heroïsche verhalen te vertellen. Een van de opvallendste transporten uit de geschiedenis van de Zoo is ongetwijfeld de overbrenging van twee olifanten vanuit Brussel naar Antwerpen in 1880. Te voet. Twee jaar na de sluiting van de dierentuin van Brussel wil directeur Jacques Vekemans koste wat het kost zijn laatste nog levende olifanten in veiligheid brengen en wandelt hij met hen naar zijn Zoo in Antwerpen.

© Beeldbank Zoo

1885: Bouw van Moorse tempel

© Beeldbank Zoo

In 1885 is de Moorse Tempel, het huidige okapiperk, gebouwd. De voornaamste bron van dieren is op dat moment de internationale dierenhandel. In de tweede helft van de 19de eeuw bereikt die een hoogtepunt. Een leeuw kost in die tijd 900 frank, een jonge ijsbeer of jaguar 1.000 frank. Nijlpaarden zijn erg duur: 25.000 frank, maar een olifant kan je al kopen voor 6.000 à 10.000 frank. Om het kapitaal op peil te houden, verkoopt de Zoo zijn eigen pasgeboren dieren. Het nijlpaardenkoppel krijgt zowat elk jaar een jong en is dus een goudmijn. Tussen 1843 en 1893 verkoopt de Zoo voor in totaal 9,5 miljoen frank dieren. Dat geld wordt geïnvesteerd in nieuwe gebouwen en nieuwe dieren. Veel belangrijke gebouwen van toen bepalen nu nog het uitzicht van de Zoo: de Egyptische Tempel, Theatercafé Paon Royal, de Koningin Elisabethzaal op het Astridplein en de Panoramabrug. Anno 2018 worden de dieren in de Antwerpse Zoo niet meer gekocht of verkocht. Ze maken allen deel uit van een kweekprogramma en er wordt alleen geruild met andere zoo’s.

1914: Slagveld tijdens Eerste Wereldoorlog

De Duitsers droppen een lading bommen boven Antwerpen. Op bevel van de gouverneur schiet de Antwerpse Zoo 32 dieren dood. De eerste slachtoffers zijn de leeuwen, daarna volgen de tijgers, panters, ja­guar, een wolf en een hele verzameling gifslangen. Zo willen ze voorkomen dat de dieren ontsnappen, omkomen na een bombardement, dat de Duitsers de dieren in handen krijgen of dat de dieren sterven van de honger. Uiteindelijk volgen nog veel meer dieren omdat er geen eten voor hen is en op het einde van de oorlog omdat de voedselschaarste te groot wordt. De buffels worden geslacht en de slagers krijgen het vlees. In november 1918 blijft nog maar 19% van de dieren over. Het merendeel daarvan zijn vissen.

De heropbouw kost handenvol geld terwijl het aantal bezoekers drastisch gedaald is. Om de inkomsten te verhogen, organiseert de dierentuin onder andere filmvertoningen.

© Beeldbank Zoo

1919: Okapi Buta zorgt voor primeur

Vlak na de Eerste Wereldoorlog komt Buta, de allereerste okapi, aan in Antwerpen. Buta werd gevangen door Jozef Hutsebaut, een missionaris in Buta (Congo). Het is de eerste okapi die Congo levend verlaat. Na een zeereis van enkele weken arriveert ze in Antwerpen, maar zonder veel succes. Na vijftig dagen sterft ze.

De jacht op okapi’s wordt aan banden gelegd, maar in 1927 lukt het toch om een okapi, Tele, naar Antwerpen te brengen. Ook nu is de okapi nog altijd hét symbooldier voor de Antwerpse Zoo. Als stamboekhouder coördineren de wetenschappers vanuit Antwerpen het kweekprogramma van de okapi’s in alle Europese dierentuinen.

Tele wordt 15 jaar. Ze sterft in 1943 door voedselschaarste tijdens de Tweede Wereldoorlog. In die tijd herhaalt het scenario van WO I zich. Alle gevaarlijke dieren worden neergeschoten of vriezen dood.

© Beeldbank Zoo

1952: Wetenschappers doen nieuwe wind waaien

De Zoo investeert 48 miljoen frank (meer dan een miljoen euro) in de heropbouw en modernisering van de gebouwen. De nieuwe directeur, Walter Van den bergh, trekt wetenschappers aan zodat die de verzorgers kunnen adviseren hoe ze best te werk gaan met bepaalde diersoorten. De Zoo werkt samen met universiteiten en neemt een laboratorium in gebruik. Van den bergh is ook tegen tralies waardoor hij op zoek gaat naar manieren om mens en dier te scheiden zonder al dat vreselijk metaal tussen hen in.

1953: Aankomst gorilla Gust

Gust komt als acht maanden oude babygorilla aan in Antwerpen. Het diertje raakt getraumatiseerd als hij in het koude natte België wordt gedropt, waardoor hij wekenlang amper eet. Zijn vaste verzorger Samson slaagt er toch in om Gust erbovenop te helpen door met hem op het grasplein in de zon te gaan spelen. Samson gaat met Gust op wandel, hand in hand, geeft hem de fles en doet hem geregeld truitjes aan van zijn eigen zoon. Baby Gust krijgt ook twee leeuwenwelpen als speelkameraadjes, wat enkele onvergetelijke beelden oplevert.

© Beeldbank Zoo

Het personeel is dol op het schattige, koppige en nieuwsgierige aapje en ook het publiek is helemaal gek van hem. In 1957 loopt hij een loodvergiftiging op door aan de verf in zijn hok te likken. Hij overleeft, maar blijft steriel. Nochtans wordt hij dat jaar gekoppeld aan Cora. Ook zonder nageslacht blijft ze hem trouw tot hij sterft. Dat gebeurt op 11 april 1988. Gust bezwijkt na een hartaanval, hij is dan bijna 35 jaar oud.

2009: Geboorte Kai-Mook

De geboorte van Kai-Mook wordt live gevolgd door tienduizenden mensen. De beroemde Aziatische olifant is het eerste olifantje dat levend ter wereld komt in België. De marketingcampagne zorgt ervoor dat geen enkele Vlaming de geboorte gemist heeft. Vier jaar later is Kai-Mook met haar mama Phyo Phyo, tante Yu Yu Yin, grote zus May Tagu en Dumbo naar Planckendael verhuisd.

© BELGA

2018 moest hét jaar van de olifantengroep worden met de geboorte van liefst drie baby’s. Helaas draait het anders uit. De drie baby’s zijn geboren, maar daarna keert het tij: Qiyo (2), de kleine zus van Kai-Mook, Phyo Phyo (36), de mama van Kai-Mook, en Tarzen (6 weken), de baby van Phyo Phyo, sterven alle drie in enkel weken tijd.

Suki, het jong van May Tagu, en Tun Kai, de baby van Kai-Mook, blijken gezond en wel. Kai-Mook toont zich een prima mama. Ze verliest haar kleine ukje nooit uit het oog en zoogt haar zoals het hoort.

2017: Mensapenvallei opent op laatste uitbreidingsplek

© Zoo Antwerpen

In 2008 wordt de Antwerpse Zoo voor de laatste keer uitgebreid door de afbraak van 32 huizen in de aangrenzende Ommeganckstraat. Nu is de Zoo volledig omsingeld door het Centraal Station, het Astridplein, de Carnotstraat (via de Elisabethzaal), de Ploegstraat en de Ommeganckstraat. Verdere uitbreiding is dus uitgesloten. Intussen telt de dierentuin wel 11 hectare. De laatste extra ruimte, zo’n 1,5 hectare, is gebruikt om een nieuw restaurant te zetten, maar ook de dieren kregen extra ruimte, zoals de buffels, vogels, zebra’s en giraffen in het savanneperk. De okapi’s kregen extra buitenperken, maar het meest opvallende verblijf is dat van de mensapen. Voor het eerst in jaren voelen de chimpansees en gorilla’s nu gras onder hun voeten. De komende jaren wordt ook het jubileumcomplex nog aangepakt zodat alle zogenaamde postzegelverblijven verdwijnen. De zorg om dierenwelzijn is in de loop der jaren erg geëvolueerd. De dieren krijgen tegenwoordig een zo natuurlijk mogelijke habitat om bezoekers te tonen hoe de dieren echt leven. Educatie en in stand houden van bedreigde diersoorten behoren dezer dagen tot de basisdoelstellingen van de KMDA.