Direct naar artikelinhoud
Levenseinde

Te weinig pijnmedicatie en taboe over euthanasie: bewoners Oost-Vlaams rusthuis moeten "onmenselijk" lijden

Woonzorgcentrum Seniorie Ter Minne in Lebbeke.Beeld Wouter Van Vooren

Tijdens hun laatste uren moeten bewoners in een Oost-Vlaams rusthuis "onmenselijk" lijden. Niet alleen is er te weinig pijnmedicatie, wie euthanasie wil, moet naar "ergens anders". Dat klagen getuigen aan in gesprekken met De Morgen. Dit is geen uitzondering, menen experts en politici. 

"Het is een vies woord", zo omschrijft een anonieme bron het taboe over alles wat in het woonzorgcentrum Seniorie Ter Minne in Lebbeke met euthanasie te maken heeft. "Het is geen onderwerp voor daar", zegt een andere getuige. "En uiteindelijk is het vooral de natuur die beslist hoe mensen sterven", aldus een derde over de houding die het rustoord zich aanmeet rond het levenseinde van zijn bewoners. 

Uit de drie getuigenissen, twee van ex-werknemers en een van een huidig werknemer, blijkt ook nog dat bewoners die met een euthanasievraag komen, verzocht worden om dat "ergens anders" te doen. Dat komt erop neer dat hoogbejaarde bewoners naar een ziekenhuis of naar hun oude woonplaats moeten verkassen om daar de laatste zorgen te krijgen. 

Ook als werknemers van hun kant een bijscholing willen volgen over het onderwerp, moeten ze dat in hun vrije tijd doen, omdat de instelling er niet achter staat, zo is in de getuigenissen te horen. De getuigen vinden ook dat ze niet eerlijk over de visie van het woonzorgcentrum op palliatieve zorgen geïnformeerd zijn. Ze vrezen dat bewoners niet tijdig op de hoogte gebracht worden van de te volgen procedures als ze hun leven zelf willen beëindigen. 

'Uiteindelijk is het vooral de natuur die beslist hoe mensen sterven'
Getuige

Tegen het aanpalende woonzorgcentrum, Minneveld, zijn er vorig jaar drie klachten ingediend, die het Agentschap Zorg en Gezondheid gegrond heeft verklaard. Bij een ervan is er sprake van "nalatigheid" in verband met een overlijden. In het verslag dat de Zorginspectie over de klachten heeft opgemaakt, beschrijven inspecteurs onder meer een personeelstekort en een gebrekkige opvolging van de patiënt.   

Een directielid van het rusthuis, die aangeeft dat de directie van Minneveld tot een ander bedrijf behoort, zegt wel dat er inderdaad meer gedaan kan worden om bewoners beter te informeren en dat ze, als er een euthanasievraag is, gevraagd worden dat elders te doen. "Omdat het altijd belastend is voor ons personeel, verwijzen we in die gevallen graag naar een palliatieve setting", zegt Vincent De Wolf. "Daarom geven we er de voorkeur aan dat dit in een ziekenhuis gebeurt. En vaak is het zo dat mensen naar huis gaan. Uiteraard volgen we hierin steeds het wettelijk kader."  

Pijnbestrijding

Maar de problemen gaan veel verder dan de begeleiding rond het levenseinde, klinkt het bij het zorgpersoneel. Ook voordat het zover is, moeten bewoners onnodig lijden omdat de verpleegkundigen te weinig pijnmedicatie mogen toedienen. 

"Je ziet hun gezicht vertrekken van de pijn", vertelt een getuige. "Het is echt niet menselijk." Volgens een andere anonieme bron is de dosis morfine die bewoners in pleisters krijgen vaak te laag. In een verder stadium, wanneer er overgegaan wordt op morfinespuiten, worden er te weinig injecties toegediend om de dag te overbruggen. "Na de fase van de pleisters krijgen bewoners een spuit per dag. Als ze in een terminale fase zitten, krijgen ze er drie", vertelt een bron. 

"Een morfinespuit is vier uur werkzaam", zegt Wim Distelmans, professor in de palliatieve geneeskunde. "Als je patiënten maar één spuit toedient, betekent dat zij 20 uur geen dekking hebben." Hij ziet dat er bij veel artsen in ons land ofwel nog een gebrek aan kennis bestaat rond pijnbestrijding, ofwel een soort angst om patiënten alsnog verslaafd te maken. De problematiek rond pijn wordt volgens hem zwaar onderschat. 

'Een morfinespuit is vier uur werkzaam. Als je patiënten maar één spuit toedient, betekent dat zij 20 uur geen dekking hebben'
Wim Distelmans, professor in de palliatieve geneeskunde

Zijn collega Luc Deliens, voorzitter van de multidisciplinaire onderzoeksgroep Zorg rond het levenseinde (VUB en UGent), onderschrijft dat. "Er bestaan voldoende studies die aantonen dat patiënten die pijn lijden in België nog steeds te weinig medicatie krijgen." En hij voegt eraan toe dat er op morfinegebruik eveneens nog een taboe rust. "Er zijn zelfs gevallen bekend van patiënten die in de laatste week voor hun overlijden geen morfine hebben gekregen." 

Wat de pijnbestrijding betreft, is niet het woonzorgcentrum zelf verantwoordelijk. Hoeveel medicatie bewoners krijgen wordt in samenspraak beslist tussen de huisarts van de patiënt en de CRA-arts, die aan het rustoord verbonden is. Toch zijn alle getuigen het erover eens dat de medicatie die in de praktijk wordt toegediend, niet toereikend is.

De CRA-arts, de dokter die in het woonzorgcentrum het algemene medische beleid uitstippelt, ontkent dat de bewoners van Seniorie Ter Minne te weinig pijnmedicatie zouden krijgen. Wel wordt er daar volgens hem "heel voorzichtig" met euthanasie omgegaan. Nochtans zouden volgens de wet rusthuizen, ziekenhuizen en woonzorgcentra zich op geen enkele manier met euthanasievragen mogen moeien.  

Verhuizen

Professor Distelmans vindt het dan ook vreselijk dat hoogbejaarde bewoners tijdens hun laatste dagen hun vertrouwde omgeving moeten verlaten om ergens anders te kunnen sterven. "Het is echt schrijnend. We krijgen in het Universitair Ziekenhuis Brussel ook zulke situaties, waarbij mensen aan het einde van hun leven naar hier moeten verhuizen." Ook dat zorgpersoneel in het geheim bij hem bijscholingen moet volgen omdat hun werkgever morele bezwaren heeft tegen euthanasie, is volgens hem geen zeldzaamheid. 

Ook al heeft ons land al vijftien jaar een euthanasiewetgeving. Op politiek vlak blijft het thema onderwerp van debat. Zo vindt ook senator Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) het verplaatsen van patiënten "een schande". Volgens CD&V-parlementslid Els Van Hoof kunnen veel problemen voorkomen worden als patiënten ruim op voorhand hun wensen over hun levenseinde te kennen geven. Nu is er vaak geen wilsverklaring als patiënten hun einde naderen. En als ze zelf niet meer wilsbekwaam zijn – door bijvoorbeeld een hersentumor, dementie of coma – is het aan artsen om over hun lot te beslissen. 

Volgens CD&V-parlementslid Els Van Hoof kunnen veel problemen voorkomen worden als patiënten ruim op voorhand hun wensen over hun levenseinde te kennen geven

Vorige week deed Van Hoof dan ook een wetsvoorstel om vroegtijdige zorgplanning op te nemen in de patiëntenrechten. Zo wil ze ervoor zorgen dat patiënten zelf op tijd met hun familie en dokter praten over hoe ze behandeld willen worden. Omdat velen het daar liever niet over hebben, is er vooralsnog veel onduidelijkheid over hoe een bepaalde patiënt wil sterven. 

"Als een patiënt op voorhand hier duidelijk over heeft gecommuniceerd is dat ook voor de arts een belangrijke houvast", zegt Van Hoof. "Die weet dan of een patiënt kiest voor palliatieve sedatie, euthanasie, of net zijn levenseinde bewust wil meemaken. Woonzorgcentra kunnen hierin een belangrijke rol spelen om hun bewoners tijdig te informeren."