Eén schaapje, twee schaapjes, drie schaapjes … en een slaappil. Belgen die moeilijk indommelen, grijpen gemakkelijkheidshalve naar medicijnen. Die mentaliteit moet eruit, vindt huisartsenvereniging Domus Medica. Volgens hun hernieuwde richtlijn ligt de oplossing in niet­medicamenteuze behandeling. Lees: ga op slaapcursus of in ­therapie.

“Probleemslapers hebben een vicieuze cirkel gecreëerd”, zegt dokter Hanne Cloetens van ­Domus Medica. “Ze gaan vaak naar bed met het idee dat ze de slaap toch niet vlot zullen kunnen vatten. Maar die gedachten kunnen worden bijgesteld.”

Minder lang in bed

Tijdens zo’n slaapcursus of cognitieve gedragstherapie leren mensen hun foute ideeën over slaap kennen. “Sommigen moeten minder lang in bed liggen”, zegt dokter Tom Declercq (UGent). “Anderen hebben baat bij tips of relaxatie- en adem­halingsoefeningen. Nog anderen moeten hun slaaphygiëne aanpakken. Niet intensief sporten voor bedtijd en geen schermen in bed. Zo heeft het lichaam tijd om in slaapmodus te gaan.”

Want daar neemt de Belg geen tijd voor. Bijna één op de acht neemt daarom slaap- of kalmeerpillen, blijkt uit cijfers van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Bij de 75-plussers gaf zelfs één op de vijf aan een pil te nemen.

Ook huisartsen moeten leren alternatieven te gebruiken en daarvoor samen te werken met bijvoorbeeld psychologen. “Die eerstelijnszorg is essentieel”, ­aldus Declercq. “De kennis ­moeten we verankeren in lokale initiatieven met eerstelijns­psychologen en een slaapcursus onder de kerktoren.”

Wie een acuut slaapprobleem heeft, moet zich geen zorgen maken. De medicijnen blijven bestaan. “Maar ze worden het best niet langer dan een week genomen”, zegt Cloetens. “Echte probleemslapers moeten kordaat en langdurig opgevolgd worden.”