Eind vorig jaar werd een nieuw Beneluxverdrag opgesteld voor grensoverschrijdende politiesamenwerking. Dat verdrag vergemakkelijkt die samenwerking. “Vroeger kon een gezamenlijke actie ook, maar dat moest hogerop aangevraagd worden”, zegt commissaris Blancquaert. “Nu kan dit lokaal tussen de korpschefs van beide zones afgesproken worden. Het is veel minder omslachtig geworden.”

Zo was de politie van Zeeuws-Vlaanderen vragende partij om meer in te zetten op gemeenschappelijke patrouilles in de grensstreek van het Belgische De Klinge en het Nederlandse Hulst.

Informatie uitwisselen

Donderdag gingen de wijkagenten van beide zones samen op pad. “Ze gaan op patrouille om de plaatselijke problemen beter te leren kennen. De wijkagenten hebben in hun gebied binding met bepaalde feiten”, zegt de commissaris.

Volgens de politie biedt een samenwerking heel wat voordelen. “Een Nederlandse collega die een Belgisch voertuig wil controleren, heeft geen toegang tot de Belgische database en vice versa”, zegt Jeroen Trapman, teamchef van de politie van Zeeuws-Vlaanderen. “Bij een gezamenlijke patrouille is die toegang er wel. Informatie uitwisselen gaat veel sneller en efficiënter.”

Maaike De Rudder (CD&V), burgemeester van Sint-Gillis-Waas, is alvast voorstander. “We hebben geregeld overlast aan de grens. Jongeren dachten bijvoorbeeld dat ze veilig waren zodra ze grens overstaken. Dat zal niet meer het geval zijn”, zegt ze.

Hulp bij evenementen

Naast patrouilles zal er in de toekomst ook bekeken worden om grensoverschrijdende acties op te zetten. “We kunnen elkaar aanvullen bij drugsacties, verkeerscontroles of naar aanleiding van diefstallen. Daarnaast kunnen we elkaar hulp bieden bij grote evenementen”, zegt commissaris Blancquaert. “Het nieuwe verdrag laat ook toe dat we aan beide kanten van de grens identiteiten mogen controleren. Verder moeten we bij een achtervolging over de grens geen toestemming meer vragen. We zijn alleen verplicht om het te melden.Dit is de eerste keer dat er een officiële samenwerking plaatsvindt. Die gaan we evalueren, en we bekijken hoe we dit in de toekomst eventueel kunnen bestendigen.”