20 jaar Triggerfinger: “Ooit speelden we in een woonkamer voor drie vrouwen die ons betaalden met tequila. Dat nooit meer”

© Koen Bauters

Taart, een blik bier en op iedere wang een kopstoot: Triggerfinger bestaat twintig jaar. ’s Lands luidsteen best gekledeband viert z’n verjaardag met vier uitverkochte shows in thuishaven Antwerpen en een imposante boxset vol hits, livetracks en onuitgegeven materiaal. Niet dat zulk feestgedruis in de sterren geschreven stond, want Ruben Block (47), Mario Goossens (46) en Lange Polle (59) hebben zich een weg naar hun troon geknokt. De carrière van Triggerfinger volgens hun vijf geboden.

Dennis Van Goethem

1. Split eer ge begint

In 1998 stampte de 29-jarige ­Ruben Block – toen ­gitarist bij rockabillygroep Sin Alley – de eerste versie van Triggerfinger uit de grond. Die formatie, een viertal, hield het minder dan een jaar vol. Over de reden is Block kort. “Onnozelheden. Tja, ­ruzies horen er soms bij. Maar dan begin je gewoon opnieuw.” Twee weken later had Block al vervangers beet: Mario Goossens op drums en Wladimir Geels op bas, die bij de opnames van de eerste plaat in 2004 werd vervangen door Paul Van Bruystegem aka Lange Polle. “Een band vormen, is geen exacte wetenschap. Je loopt mensen tegen het lijf en ziet wel of het klikt. Als we nu terugblikken, voelt het alsof deze groep in steen is gebeiteld. Maar het kon net zo goed ­anders lopen. Geluk en toeval, meer is het niet.” Polle: “En er moet bij alle drie natuurlijk een stevig stel – euhm – muziek tussen de benen hangen.”

2. Kom uit uw kot

De hardst werkende band in het land. Trigger­finger heeft z’n geuzennaam niet gestolen. In kilometers vlogen ze voor de All this dancin’ around-tournee 21 keer de wereld rond en gaven ze ruim 200 concerten in 158 steden. Maar ook in de begin­jaren wilden ze niets liever dan shows aaneenrijgen.

Goossens: “Toen namen we alles aan. We hebben zo geleerd om in alle omstandigheden te spelen. Eén keer stonden we op een erf, bovenop een oplegger. Een andere keer in de woonkamer van drie vrouwelijke fans die ons betaalden met tequila. Dat nooit meer.” (lacht)

Polle: “We plukken nog steeds de vruchten van die beginjaren. Zo had ik de griep te pakken, net voor ons verjaardagsconcert. Maar dan stap je op het po­dium, en tien minuten later ben je al vergeten dat je ziek bent. Ik zie het Oscar and the Wolf niet doen.”

3. Dress to impress

Geen Triggerfinger zonder de typerende classy maatpakken. Block, Goossens en Polle zweren bij kostuums op het podium.

“Mijn idee”, vertelt Block. “Dat doe ik al sinds mijn periode bij Sin Alley. Al die ouwe blues- en countrykerels deden het ook, dus waarom wij niet? Zo’n pak straalt iets uit, vind ik. We take our job seriously. Je ziet dat je het meent. Het is ook een vorm van mentale voorbereiding om bij iedere show een kostuum aan te trekken. Gelukkig hebben we er nu meer dan één. Dat was ooit anders. En ­geloof me, dat wilde je niet ruiken.” (lacht)

Polle: “Voordat ik deel uitmaakte van Trigger­finger had ik nog nooit een kostuum gekocht. En ik zie het nog steeds als iets wat je enkel op zondag draagt. Maar het werkt, dus ik blijf het doen. Ik heb Ruben in ieder geval nog niet vervloekt omdat ik mezelf alweer in dat pak moest wringen.”

4. Weiger uw broek af te steken

Als één nummer de carrière van het drietal op kruissnelheid bracht, dan wel de Lykke Li-cover I follow rivers. Het spontane probeersel met koffiekoppen en broodmessen ging van een Nederlandse radiostudio recht naar de top van de Europese charts. Sindsdien is coveren een guilty pleasure van Triggerfinger: ze deden het ook met Rihanna, Iggy Pop, Duffy en zelfs INXS. Block: “Wij ­proberen altijd coole dingen te doen. We stippelen onze eigen koers uit met nummers die we zelf schrijven, maar als we ons amuseren met een cover en dat blijkt een succes, dan nemen we dat ­cadeautje met beide handen aan. Het verbreedt je horizon. Soms is zo’n lied wennen, ja, zeker als het breekt met alles wat je ervoor deed. Maar wij gaan nooit ­zomaar ons broek af­steken, of onze eigen sound overboord ­gooien. We doen enkel iets als we het zélf ­willen.”

5. Pleeg soms overspel

Weken en maanden ­samen op de tourbus, al jarenlang een bijna ­ongewijzigde crew: Triggerfinger is trouw van aard. Weinig groepen die het hen zullen nadoen zonder te clashen. “Dat lukt enkel omdat we oprecht de beste vrienden zijn. We gaan ook samen op reis of naar optredens kijken. Ik heb nog nooit geweten dat we elkaar beu waren, laat staan uit­gepraat. Enkel in onze camionette zetten we onze hoofdtelefoon op en zwijgen we even. Daarbuiten zitten we constant over muziek te lullen.”

Block: “Tegelijk weten we dat af en toe afstand nemen gezond is. Projecten naast Trigger­finger houden onze band gezond. Mario producet andere bands, Polle had zijn project Lowrider en ik doe soloconcerten. Wat wij met ons drietjes hebben, zullen we nooit meemaken bij andere muzikanten. Maar zonder elkaar spelen, trekt ons uit die comfortabele Triggerfinger-zetel.”

Lees meer

Hoofdpunten

Keuze van de redactie

Video