Direct naar artikelinhoud
AnalyseEredivisie

Aan de vergadertafel van de Eredivisie winnen de kleine clubs

Op het veld winnen de topclubs PSV, Ajax en Feyenoord bijna alles. Aan de vergadertafel blijven ze bij wijze van spreken geketend door de hechte verdediging van de clubs uit het rechterrijtje van de eredivisie.

Luuk de Jong van PSV viert de 0-1 in de wedstrijd tegen De Graafschap.Beeld ANP

De wens van met name de top om de eredivisie in te perken tot zestien clubs bleek als verwacht een illusie donderdag, en smoorde in het democratische model. De competitie blijft bestaan uit achttien clubs. Zelfs de verbanning van kunstgras, deze week hartstochtelijk bepleit door bondscoach Ronald Koeman en aanvoerder Virgil van Dijk van Oranje, is vooralsnog onhaalbaar.

Met opbrengsten uit Europees bekervoetbal krijgen kunstgrasclubs ‘een prikkel’ om weer natuurgras aan te leggen in hun stadion, van maximaal 350 duizend euro per seizoen per club, vanaf seizoen 2020/21 terwijl de overgang naar natuurgras is berekend op vijf ton per jaar. Vooral de kunstgraskoningen van Heracles zijn fel tegenstander van afschaffing, mede omdat de club geen trainingscomplex heeft en nauwe banden onderhoudt met makers van artificieel gras.

Op de omloop van de Galgenwaard in Utrecht liep de vergadering van de clubs fors uit, over maatregelen die moeten leiden tot verbetering van de sector op menig gebied: opzet competitie, jeugdopleiding, gelijke wedstrijdcondities (natuur- versus kunstgras), solidariteit. Directeur Jacco Swart van de Eredivisie CV sprak nochtans met trots over het afgesproken pakket, variërend van een beoogde ruimere degradatieregeling (zie kader) tot een lichte vorm van solidariteit bij het verdelen van tv-gelden en Europese opbrengsten.

Naast Swart stond directeur Edwin van der Sar van Ajax, de voormalige sportman op wiens gezicht de ontgoocheling viel af te lezen. Ja, onder meer de topclubs hadden liever een andere opzet gezien, gaf hij toe. Zestien clubs, play-offs. Meer weerstand, meer inkomsten. ‘Dat was aantrekkelijker geweest, maar we zijn er niet uitgekomen.’ Een competitie met zestien was als tweede optie doorgerekend door het Engelse bureau dat een jaar geleden was ingehuurd, als opvolger van eerdere onderzoekers. De gesprekken over de ‘veranderagenda’ duren al jaren. Alleen voor de versie met achttien clubs viel de vereiste meerderheid (minimaal vijftien van achttien clubs) te porren. Emmen en Heracles stemden tegen het pakket, waarvan de onderdelen onlosmakelijk met elkaar waren verbonden.

‘De revolutie is niet gepredikt’, gaf Swart uiteindelijk toe. Maar de metafoor dat de genomen besluiten en voornemens ‘klein bier’ zijn, wees hij van de hand. ‘Het is niet zo’n pul als bij het Oktoberfeest in München, maar een Nederlands biertje kan ook goed smaken.’

De clubs zitten in één competitie, maar daarmee houden de overeenkomsten in zekere zin op. De top wil de titel en meedoen in de Champions League. De top streeft naar honderd miljoen euro omzet per seizoen of meer. De subtop en middenmoot willen een mooi bestaan in de voetbalpolder, met af en toe een uitschieter. Een gedegen opleiding, een mooie transfer, sporadische deelname aan de Europa League. Voor de rest is het ook een kwestie van overleven. Af en toe een stunt. Niet degraderen vooral.

De kans op degradatie is groter als de competitie kleiner wordt, al waren de vergoedingen uit solidariteitsfondsen veel hoger geweest in een model met zestien clubs: de eerste 25 procent uit de nationale pot met tv-gelden, in plaats van vijf procent nu. Plus tien procent uit de Europese inkomsten, in plaats van vijf nu. Het had de clubs zomaar een miljoen extra kunnen opleveren, maar het zoethoudertje was niet lekker genoeg. De angst is groot voor degradatie naar de eerste divisie, een charmante, spannende liga, doch in financieel opzicht marginaal.

De twijfelende clubs weten zich gesteund door het democratische model van de ECV, dat verstikkend werkt voor wie revolutionaire verandering nastreeft. In de wandelgangen stelde directeur Hans Nijland van FC Groningen, routinier onder de beroepsbestuurders, dat een normale democratische verhouding de besluitvaardigheid van de sector ten goede zou komen. Gewoon, de helft plus één dus. ‘Het is moeilijk om over de schaduw van je eigen club heen te kijken.’

Boven het voetbal hangt vooral een gebrek aan gemeenschappelijke visie en leiderschap. Niemand weet de ander van het grotere belang te overtuigen, terwijl de solidariteit magertjes is te noemen. En zo bleef na al dat vergaderen toch vooral de oude slogan hangen: ze namen een glas, deden een plas en bijna alles bleef zoals het was. In de persbijeenkomst vielen ook typische vergadertijgertermen: stuurgroep. Een suboptimaal resultaat met flankerende maatregelen. Uitwerkingscommissie.

Van der Sar, in de stuurgroep namens de topdrie, wilde na het officiële deel zo snel mogelijk weg. In de auto zullen zijn gedachten zijn afgedwaald naar 27 november, als Ajax in Athene tegen AEK de achtste finales van de Champions League kan bereiken.

Beoogde veranderingen vanaf 2020-2021

Overleg met eerste divisie over twee vaste degradanten en één flexibel. Nu andersom.

Clubs in groepsfase Europese bekers stromen pas bij laatste 32 in bij nationale bekertoernooi (een duel minder).

Vijf procent inkomsten tv-contract Foxsports gelijk verdeeld. Verhouding top-onderkant wordt 4,8 : 1 in plaats van 5,3 : 1.

Vijf procent inkomsten Europees voetbal herverdeeld onder clubs met natuurgras, tot 350 duizend euro per jaar. Ook voor clubs die overstappen van kunstgras op natuurgras.

15 procent van totaalbedrag uit solidariteitsfonds UEFA naar eerste divisie.

Vergoeding jeugdspelers omhoog per opleidingsjaar, bij transfers.

Topclubs nemen geen jeugdspelers van elkaar over. Indien wel, dubbele vergoeding.

Contract mogelijk voor spelers van vijftien jaar. Is nu zestien.