Direct naar artikelinhoud
Alcohol

Een alarmerend verhaal over onze lievelingsverslaving: gezond drinken bestaat niet

Gezellig, zo'n paar glazen? Voor de gezondheid valt het helaas heel erg tegen.Beeld Thinkstock

Zou alcohol vandaag worden uitgevonden, dan mocht het nooit op de markt worden gebracht. Een alarmerend verhaal over onze nationale lievelingsverslaving.

Gezond drinken bestaat niet. Zo, dat is maar vast gezegd. Ongezellige boodschap, want het oude idee van het gezonde glaasje rode wijn (kijk, die Fransen!) of de gematigde drinker die het bloed juist beter door de vaten liet stromen, was natuurlijk een stuk aangenamer. Maar het is niet anders. De wetenschap is er al jaren uit, maar ingesleten slogans ('Geniet, maar drink met mate') ban je niet zomaar uit.

Wellicht is de wens de vader van de gedachte als het om alcohol gaat. Onlangs nog op een feestje gehoord: 'Ik drink alleen rode wijn, vanwege mijn hart', zegt een oudere man. Jonge vrouw: 'Je kunt ook natuurwijn kiezen, daarin zitten geen schadelijke stoffen.'

'Als je op een borrel of feestje bent en niet drinkt, moet je een excuus hebben'
Voedingshoogleraar Jaap Seidell

Mensen willen het maar al te graag geloven, dat hun alcoholconsumptie binnen de normen valt, dat er zoiets bestaat als verstandig drinken, dus houden ze zichzelf voor de gek, denkt voedingshoogleraar Jaap Seidell. Seidell (drinkt zelf zelden, 'hooguit een paar glazen per maand') schreef mee aan het advies dat de Gezondheidsraad vorig jaar uitbracht. Van twee glazen alcohol kelderde het naar nul glazen per dag. Of maximaal één glas per dag, 'als u het toch niet kan laten'. De enige gezonde alcoholinname is geen alcoholinname. 'Het huis was te klein, er kwam een storm van kritiek over ons heen', zegt de hoogleraar (Vrije Universiteit in Amsterdam).

Een advies is natuurlijk een keuze, licht Seidell toe. In Engeland ligt de norm op veertien eenheden (10 ml pure alcohol) per week (een glas, zeker van Brits formaat, bevat vaak meer dan 1 eenheid). Aan de basis van het advies liggen exact dezelfde wetenschappelijke inzichten. 'Vermoedelijk is het drinken daar nóg wat meer verankerd in de cultuur.' Al ziet Seidell in Nederland ook niet echt een grote verschuiving in het drinkgedrag.

Mensen nemen het advies volgens Seidell niet al te serieus. 'Ik observeer geen afname. Overal om me heen zie ik verstandige, goed opgeleide mensen drinken. Niet-drinkers zijn in de ruime minderheid. Als je op een borrel of feestje bent en niet drinkt, moet je een excuus hebben, dat je nog moet rijden, zo lijkt het.'

Stel, een slimme producent zou vandaag alcohol uitvinden en op de markt willen brengen - dat zou nooit lukken, zegt Seidell. 'Een product met zoveel risico's zou meteen verboden worden. Neem cocaïne, cannabis of paddo's - niemand zegt, één snuifje coke is prima. Daarin zijn we heel streng, wat best gek is als je bedenkt dat de gezondheidsrisico's beduidend kleiner zijn.'

Datzelfde zegt Sander Kersten, voedingshoogleraar aan de Wageningen Universiteit (drinkt hooguit een glas per maand en wil helemaal stoppen). 'Als je het nu zou willen introduceren, kwam het er niet doorheen.' Onze maatschappelijke mildheid tegenover alcohol noemt hij 'op een bepaalde manier idioot'. 'Plaats het even in perspectief met de eieraffaire die we recentelijk hadden', zegt hij. 'Dan zijn die eieren volkomen veilig en is alcohol één brok ellende die de maatschappij jaarlijks miljoenen kost aan veroorzaakt leed.'

Niemand zegt, één snuifje coke is prima. Daarin zijn we heel streng, wat best gek is als je bedenkt dat de gezondheidsrisico's beduidend kleiner zijn
Voedingshoogleraar Jaap Seidell

Misverstand 

Waar komt het opmerkelijke idee dat een beetje drinken (een à twee glazen per dag) goed voor je zou zijn eigenlijk vandaan? Daarvoor moeten we naar de wereld der epidemiologen. Dat zijn de onderzoekers die de gezondheid van grote groepen mensen bestuderen. Hun studies gaan gepaard met Grote Getallen: gegevens van duizenden, tien- of zelfs honderdduizenden mensen op een hoop en dan statistische conclusies trekken. Die conclusies hebben zeggingskracht, maar er gaat weleens iets mis.

Via deze route is het Grote Misverstand omtrent matige alcoholconsumptie de wereld ingekomen. In vrijwel alle studies naar de effecten van alcoholgebruik worden drinkers vergeleken met niet-drinkers, mensen die zeggen geen alcohol te drinken, meestal gemeten over het afgelopen jaar. Pas bij nadere bestudering (in studies met minder proefpersonen) bleek deze groep niet-drinkers tal van voormalige grootgebruikers te bevatten of mensen die vanwege hun gezondheid met drinken waren gestopt. Logisch dat hun gemiddelde gezondheid er slechter uitzag dan die van de matige drinkers. Het is al vaak opgeschreven, maar het misverstand blijft hardnekkig voortbestaan, schrijven Canadese onderzoekers in 2015 nog maar eens in het gerenommeerde vakblad British Medical Journal. 'Drinken is al vanaf een glas per dag schadelijk voor de gezondheid.'

Dan was er ook nog de mythe van de rode wijn, die vanwege het stofje resveratrol (ook aanwezig in chocola) levensverlengend en goed voor hart en vaten zou zijn. Het komt erop neer dat we dagelijks minstens een vat wijn zouden moeten drinken om genoeg resveratrol binnen te krijgen en laat dat nou net niet opwegen tegen die andere gevolgen van alcohol.

Kanker

Wat zijn de gevolgen van alcohol op het lichaam eigenlijk? Experts delen de risico's op in korte- en langetermijneffecten. Drank maakt meer kapot dan je lief is, kent u die slogan nog? Bij veel (huiselijk) geweld en verkeersongelukken (naar schatting tussen de 10 en 25 procent van alle verkeersdoden) is alcohol in het spel. Op de lange termijn is er bijna geen orgaan te bedenken waaraan geen schade ontstaat (statistisch gezien natuurlijk).

In principe betekent meer drinken meer kans op schade, maar weinig drinken is niet per se ongevaarlijk

Gevraagd naar het grootste risico, antwoorden deskundigen unaniem: kanker. Alcohol vergroot de kans op allerlei vormen van kanker. Ten eerste is er het directe toxische (giftige) effect dat van alcohol of van het afbraakproduct van alcohol in ons lichaam, aceetaldehyde, uitgaat. Cellen en dna raken beschadigd. Ten tweede remt alcohol het herstel van beschadigd dna. Dna gaat voortdurend stuk: zowel spontaan als door blootstelling aan schadelijke stoffen (zoals uv-straling of, inderdaad, alcohol), maar ons lichaam heeft ten dele een zelfherstellend vermogen. Dit vermogen wordt onder invloed van alcohol echter minder krachtig. Tot slot onderdrukt alcohol ons immuunsysteem.

Om de boel nog wat minder gezellig te maken: in principe betekent meer drinken meer kans op schade, maar weinig drinken is niet per se ongevaarlijker. Naar schatting 35 procent van alle kankersterfte door alcohol (zo'n 12 procent van alle kanker is het gevolg van alcoholgebruik), treedt op bij mensen die minder dan tien glazen per week drinken.

Dan is er nog het deels onbegrepen grote risico op borstkanker dat alcoholgebruik al bij lage consumptie met zich meebrengt. Wetenschappers vermoeden dat alcohol de hoeveelheid van het hormoon oestrogeen verhoogt en dat hiermee een bepaald type oestrogeengevoelige borstkanker gestimuleerd kan worden. Een andere verklaring is het gegeven dat het giftige afbraakproduct van alcohol, aceetaldehyde, zich opstapelt in het borstweefsel en directe schade aan de borstklieren toebrengt.

En het positieve effect van alcohol op onze cholesterol dan? Alcohol zou de 'goede' cholesterol (HDL) verhogen. Helaas is de positieve status van HDL inmiddels twijfelachtig. Nu zeggen experts: of er is geen positief effect of het is zo klein, dat het in het niet valt bij alle schadelijke effecten.

(lees verder onder de foto)

Alcohol vergroot de kans op allerlei vormen van kanker.Beeld Thinkstock

Lobby

De plek die alcohol desondanks in onze maatschappij inneemt, komt voor een groot deel door de alcohol-lobby, zeggen de voor dit stuk gesproken deskundigen. De lobby is machtig en goed verankerd in de Haagse politiek, waardoor tal van bewezen werkzame maatregelen en wetten (zoals niet drinken onder de 18 jaar, beperking van alcoholreclame, minder verkooppunten en hogere accijnzen) er jarenlang niet doorheen kwamen of nog altijd niet zijn ingevoerd (waarom kunnen we alcohol kopen in een tankstation? Waarom is Jupiler hoofdsponsor van voetbalevenementen?).

Als je de gemiddelde probleemdrinker vraagt wat-ie drinkt, zegt-ie ook dat het wel meevalt
Voedingshoogleraar Jaap Seidell

Het toverwoord dat de branche rondstrooit, is 'verantwoord'. Een hoop experts maken zich boos over die term. De slogan 'Geniet, maar drink met mate' (door de industrie bedacht in 1990) illustreert het succes van de boodschap dat er zoiets bestaat als 'verantwoord drinken', zeggen voedingshoogleraren Seidell en Kersten. Meesterlijk geframed door de industrie, vinden ze. 'Met mate? Iedereen kan het zelf invullen', zegt Seidell. 'Als je de gemiddelde probleemdrinker vraagt wat-ie drinkt, zegt-ie ook dat het wel meevalt. Het is, kortom, de ideale vrijbrief om te blijven drinken wat je al dronk en je er ook nog eens verstandig bij te voelen.' En dat 'genieten' geeft munitie om te roepen 'ho, ho, na roken ook nog drank, ze nemen ons al onze pleziertjes af.'

Hoogleraar en psychiater René Kahn is nog feller. Hij schreef vorig jaar het boek Op je gezondheid?, over de gezondheidseffecten van alcohol. Een 'walgelijke leus' noemt hij de oproep tot matig drinken en genieten. 'Nederland is extreem laks', zegt Kahn (drinkt hooguit een glas per maand, overweegt helemaal te stoppen, drinkt geregeld alcoholvrij bier).

De parallel met de tabakslobby is snel getrokken. Kahn kan het zich nog goed herinneren: 'Roken? We komen er samen wel uit.' Ook zo'n 'gedrocht' van een slogan. 'Het heeft zestig jaar geduurd voordat er iets gebeurde met regels en verboden. Zo krachtig was die lobby.'

De kern van de strategie in alcohollobbyland luidt: niet tegenspreken dat excessief gebruik slecht is, twijfel zaaien over de negatieve gevolgen van matig gebruik en vooral woorden als 'matig' en 'verantwoord gebruik' aanmoedigen. En een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid.

In het kielzog van de industrie waren (en zijn) ook serieuze onderzoekers actief, zeggen Seidell en Kersten. Overheidsinstituut TNO wordt vaak genoemd. 'Niet dat de onderzoekers die daar werkten fraudeurs waren', zegt Seidell. 'Maar ze deden wel verkokerd onderzoek, alleen naar de zaken die misschien net een beetje positief konden uitpakken voor alcoholconsumptie. Dat sponsorde de industrie natuurlijk gretig.'

Vergelijk het met Coca-Cola, dat met name in de VS in de strijd tegen obesitas veel geld steekt in onderzoek dat kijkt naar het belang van beweging, zegt de hoogleraar. Mensen worden niet dik van suiker, maar van stilzitten, is de boodschap. Verleg de aandacht.

Wim van den Brink, verslavingsarts en hoogleraar in het AMC in Amsterdam, is de enige die ook nog een kleine relativering weet toe te voegen. 'Zeker, de alcohollobby is sterk en actief. Maar per saldo is het ze niet gelukt ons meer te laten drinken, we drinken elk jaar een beetje minder en dat is goed nieuws.'

Verslaafd

Wanneer is iemand eigenlijk verslaafd? Dat ligt een beetje aan de gehanteerde definitie. Arts en verslavingshoogleraar Van den Brink gebruikt de omschrijving verslaving als er sprake is van een gebruikspatroon dat leidt tot sociaal, maatschappelijk en psychisch lijden. Verslaving gaat eigenlijk altijd gepaard met twee vaste elementen, zegt hij. Met enorme hunkering (ook wel craving genoemd) en ernstig controleverlies (toegeven aan die hunkering).

Van den Brink schetst een veelvoorkomend patroon: veel drinken, werk missen, meer gaan drinken, steeds vaker werk missen, nog meer drinken, ontslag, somberte, nog meer gaan drinken - enzovoort.

Risicogroepen waarvoor naar zijn mening meer aandacht moet komen, zijn kinderen met een stoornis zoals adhd en kinderen van verslaafde ouders. Ook ziet hij dat er in de zorg vooral mannen worden behandeld, daarom juicht hij het groeiend aanbod van onlinehulp bij alcoholverslaving toe. 'Vooral hogeropgeleide vrouwen, die mogelijk toch een nog grotere drempel ervaren om hulp te zoeken bij alcoholproblematiek, maken hiervan gebruik.'

Pubers

Er wordt van alles geroepen over de effecten van drank op het puberbrein, maar eigenlijk weten we heel weinig, zegt Jurriaan Witteman, neurowetenschapper aan de Universiteit Leiden en oud-medewerker van het Nederlandse instituut voor alcoholbeleid STAP. Er zijn twee manieren om het effect van drinken op het puberbrein te onderzoeken, legt hij uit. Via weefselonderzoek bij dieren (bij adolescente ratten die alcohol krijgen toegediend) en bij jongeren zelf - die zelf aangeven of ze wel of niet drinken en hoeveel - via hersenmetingen met beelden (neuroimaging) en cognitieve tests. Aan beide varianten kleven nadelen: dieren lijken op ons, maar zijn geen mensen en met levende pubers kun je niet experimenteren.

Wat al bekend is, is dat jong beginnen met drinken het risico op latere verslaving lijkt te vergroten

Witteman (drinkt gemiddeld twee alcoholische consumpties per dag, in het weekend soms wat meer) deed een paar jaar terug een overzichtsstudie van bestaand onderzoek naar binge-drinken (4 of 5 eenheden alcohol die binnen twee uur tijd worden geconsumeerd) en het tienerbrein. Bij dieren levert dit schade op (cellen gaan dood en de verbindingen tussen hersengebieden raken verstoord). Bij tieners kun je dat niet bekijken, dus laten onderzoekers hen testjes uitvoeren en worden de hersenen via neuro-imaging in beeld gebracht. Die tests (waarmee geheugen en aandacht worden gemeten) suggereren dat bingedrinkende pubers een tragere ontwikkeling doormaken. Om meer zekerheid te krijgen over de grootte van de effecten, is echt meer onderzoek nodig, zegt Witteman.

(lees verder onder de foto)

Feestvierders in Magaluf. Hoe jonger je begint te drinken, hoe groter de kans dat het later een probleem wordt.Beeld AP

Een van de voornaamste onderzoekers in Nederland op dit terrein is Reinout Wiers, werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie. Wiers ('sociale drinker', drinkt 12-14 glazen per week. Voldeed tot voor kort meestal aan de norm van wat gezond is, maar die is bijgesteld, dus nu niet meer') is in conclaaf met de Gezondheidsraad, die binnen een halfjaar komt met de nieuwste inzichten op het gebied van tieners en alcohol. Wat al bekend is, is dat jong beginnen met drinken het risico op latere verslaving lijkt te vergroten. En dat het vaak gepaard gaat met leerproblemen, delinquent en agressief gedrag en psychische problematiek, zegt hij.

Hoe het precies zit met hersenschade en de vraag of de afname van zaken als geheugen en concentratie blijvend zijn, wordt onderzocht door de Gezondheidsraad. Wiers mag hierover nog niet spreken. Hij kijkt uit naar de resultaten van een Europese studie waarbij tweeduizend jongeren uit vier landen zijn gevolgd sinds een eerste hersenscan op hun 14de (voordat ze dronken).

Ouders hebben volgens onderzoeksgegevens van het Trimbos Instituut een belangrijke rol in de ontwikkeling van het alcoholgedrag van hun kinderen; helaas onderschatten ze vaak hoeveel hun kinderen drinken of ze weten niet dat hun kind drinkt. Moet ik het verbieden, vragen veel ouders zich af. Het simpele antwoord is ja, zegt Ninette van Hasselt, programmahoofd 'jongeren en riskant gedrag' bij het Trimbos Instituut en schrijver van het boek Pubers en uitgaan.

Talloos onderzoek laat zien dat regels (géén alcohol) beginnend gebruik kan uitstellen en de kans op probleemdrinken verkleint. Het idee dat regels averechts werken, is nooit aangetoond, zegt Van Hasselt (drinkt zo'n zeven glazen per week, niet dagelijks). Maar regels moeten niet op zichzelf staan, zegt ze ook. Een goede relatie met je kind, een rustige thuissituatie en toezicht houden (met wie gaat je kind om, ken de vrienden), zijn ook cruciaal.

Als je weet dat je kind al drinkt, stel dan regels: eens per weekend en niet dronken thuiskomen. Van Hasselt (moeder van twee pubers) maakt zich zorgen over het gemak waarmee ouders hun rol in de alcoholopvoeding opgeven. 'Er bestaat niet zoiets als het perfecte recept om je kind van de drank weg te houden. Maar je hebt veel meer invloed dan je denkt, ook al doen ze niet altijd braaf wat je zegt.'

Drinkpauze

Hoeveel zin heeft het om (tijdelijk) te stoppen met drinken? Leverarts Eric Tjwa (Radboudumc in Nijmegen) deed vorig jaar voor het tv-programma De Kennis van Nu een kleine studie onder dertig proefpersonen naar de winst die een maand niet drinken oplevert. Hij vergeleek tien niet-drinkers met twintig milde drinkers (twaalf tot veertien eenheden per week) die tijdelijk stopten.

'Geen grote wetenschappelijk opgezette studie', zegt Tjwa (drinkt een glas per maand), 'maar de uitkomsten zeggen desalniettemin iets en zijn interessant.'

Als er iets met de lever aan de hand is, gaat het ferritinegehalte omhoog (dat kan duiden op leververvetting en leverstijfheid - beide schadelijk); die waarde was bij alle tijdelijke geheelonthouders na een maand gezakt, na hervatting steeg hij weer. Ook op psychisch welbevinden en fitheid zeiden mensen te zijn vooruitgegaan. 'Geen grootse inzichten misschien', zegt Tjwa, 'maar het is wel zo'n beetje de enige studie op dit gebied.'

De studie van Tjwa kreeg veel media-aandacht. 'Ik merk dat deze boodschap bij mensen beter landt dan: drink niet, want het is slecht voor je. Mensen vinden het haalbaar om even niet te drinken. Als ze het maar niet gebruiken als excuus om elf maanden per jaar te zuipen en die ene maand als een soort aflaat in te zetten.'

Als leverarts voert Tjwa regelmatig gesprekken met zijn patiënten over minderen of, liever nog, stoppen. 'Eigenlijk kun je in de meeste fases van leverschade nog enige gezondheidswinst behalen door te stoppen.'

(lees verder onder de foto)

Drinkpauze
Beeld Fotalia

Maar wat gebeurt er in de lever door alcohol? Het begint met vervetting. Alcohol bevat nogal wat calorieën, ook mensen met overgewicht die niet drinken, hebben vaak last van leververvetting. 'De problemen ontstaan omdat de lever van het vet af wil.' Dan ontstaat er een levercelontsteking, ook wel bekend als hepatitis, dat je ook via een virus of een gif kunt krijgen, maar dus ook van alcohol.

Bij rust (niet drinken) kan de lever ook in die fase nog herstellen, maar ga je door met drinken dan komt er een fase waarin de ontsteking overgaat in littekenvorming, leverfibrose geheten. 'Als die littekenvorming vergevorderd is, noemen we het cirrose. Dat is een stadium waarin stoppen met drinken geen herstel meer kan opleveren', zegt Tjwa. 'Wel kun je er de kans op nog ernstigere zaken zoals kanker, geel worden of ernstige spatadervorming mee verkleinen.'

Volgens Tjwa herstelt de lever via stapjes. Hoe verder de lever heen is, hoe langer het kost voor je enige vorm van herstel bereikt. En hij benadrukt: elk lichaam en ieder mens is anders. Dus doet hij nooit uitspraken of voorspellingen over de duur of uitkomst.

De toekomst

Dit alles bij elkaar opgeteld roept de vraag op: moeten we de boel droogleggen? Alcohol is verankerd in onze samenleving en cultuur, zeggen de deskundigen. Dat het mensen behalve allerlei schade ook veel plezier oplevert (bij matige consumptie, roept de Wageningse hoogleraar Kersten daar meteen achteraan), maakt het moeilijk uit te bannen. Kersten staat op het punt het helemaal uit zijn dieet te schrappen, maar hij weet dat hij een uitzondering is. 'Denk aan jonge mensen, aan hoe zij feestvieren en ontspannen, dat roeseffect zullen mensen altijd blijven zoeken, via alcohol of andere drugs.'

Drinken in een werkcontext is in onze cultuur nog te zeer de norm
Verslavingshoogleraar Wim van den Brink

Voor drooglegging lijkt niemand warm te lopen. Zelfs psychiater René Kahn gelooft daar niet in. Al voorspelt hij wel dat het aanbod uit openbare gebouwen en bij sportevenementen zal verdwijnen. Een variant op de Zweedse drankverkoop (speciale winkels met beperkte openingstijden en zeer prijzig) lijkt hem ideaal. 'Gooi die accijnzen omhoog, dat is het enige wat werkt. En op elk blikje of flesje een tekst 'dit kan uw gezondheid schaden'.' Kahn ziet een positieve tendens. Een chic Amsterdams restaurant waar een alcoholvrij drankarrangement te krijgen is. En bij de vraag naar een alcoholvrij biertje krijgt hij niet meer 'een blik alsof je een herstellend alcoholist bent'.

Verslavingshoogleraar Van den Brink hoopt vooral dat in navolging van de degradatie van de sigaret ook alcohol het imago 'gewoon' en 'sexy' zal verliezen. Dat drinken net als roken een beetje een vervelende gewoonte wordt.

Hoe we daar komen? Door een ander beeld te scheppen. Neem de Zuidas in Amsterdam, die hij weleens passeert. Overal bankiers die zo het café zijn ingerold. 'Daar is niets matigs aan. Drinken in een werkcontext is in onze cultuur nog te zeer de norm. Ik denk dat bedrijven een rol kunnen spelen. Zuipen doe je maar buiten het zicht van de baas. Net met roken: afbakenen, minder plekken waar het normaal is. Minder plekken waar je het kunt kopen en de prijzen omhoog.'

Leverarts Tjwa is geen kruisvaarder voor een droge maatschappij. 'We associëren het te zeer met een fijn, lekker en prettig leven. Ik ben al blij als mensen zich bewust zijn van de schadelijke effecten. Dat je als individu kunt beslissen: ik sport, eet gezond en doe soms iets wat schadelijk kan zijn, want ik drink soms een glas.' En probeer het eens, niet drinken, adviseert hij. 'Gewoon, om te kijken hoe je je dan voelt. Veel mensen vinden het verfrissend.'