Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Antwerpse leerlingen krijgen centrale toets om vordering in kaart te brengen

Het Stedelijk Onderwijs Antwerpen gaat de prestaties van leerlingen nauwgezet monitoren.Beeld Hollandse Hoogte / David Rozing

Vanaf september 2020 gaat het Stedelijk Onderwijs Antwerpen de prestaties van zijn leerlingen nauwgezet opvolgen. Acht jaar lang zullen zij speciale toetsen krijgen om hun vordering in kaart te brengen. Een proefproject bij 4.850 leerlingen start nu al.

Zo’n 4.850 Antwerpse leerlingen zullen dit en volgend schooljaar nauwgezet worden opgevolgd. In totaal nemen 22 basis- en middelbare scholen deel aan een proefproject, zo meldt Stedelijk Onderwijs Antwerpen aan De Morgen. “We hebben nu weinig zicht op de leerevolutie van leerlingen op lange termijn”, zegt directeur onderwijskwaliteit Piet Van den Bussche. “Hiermee zullen we kinderen acht schooljaren lang kunnen volgen. Onze ambities zijn heel groot. We willen leerkrachten ademruimte geven om effectiever te werken en willen de lat zeker niet lager leggen."

'We hebben nu weinig zicht op de leerevolutie van leerlingen op lange termijn'
Piet Van den Bussche, directeur onderwijskwaliteit Stedelijk Onderwijs Antwerpen

Vanaf september 2020 moeten de vorderingen van alle leerlingen uit het basisonderwijs en de eerste twee jaar van het secundair onderwijs worden gemeten. Zij zullen hiervoor twee keer per jaar een speciale toets krijgen. Centraal staat de leerwinst: de evolutie die een leerling tussen twee toetsmomenten doormaakt. Concreet zullen de scholen een betrouwbaarder beeld krijgen van de prestaties van hun leerlingen voor de basisvaardigheden van wiskunde, lezen en schrijven.

Succesrecept

“We nemen vanuit Antwerpen het voortouw”, zegt schepen van Onderwijs en voorzitter van het stedelijk onderwijs Claude Marinower (Open Vld). “We hebben de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in onze infrastructuur, wat echt noodzakelijk was. Nu willen we komen tot een datagedreven onderwijsbeleid, waarbij we lesgeven met methodes die volgens onderzoek effect hebben. Zo kunnen we niet alleen de kwaliteit, maar ook de effectiviteit van ons onderwijs verhogen.”

'We nemen vanuit Antwerpen het voortouw'
Claude Marinower (Open Vld), schepen van Onderwijs

Vandaag vergelijken scholen zichzelf vooral met andere scholen, net zoals leerlingen worden vergeleken met andere leerlingen. Een goed aangeschreven lyceum heeft vaak een betere reputatie dan een school op het Kiel, vooral omdat meer leerlingen later verder gaan studeren. Maar dat zegt niet noodzakelijk veel over de kwaliteit. Door per leerling de leerwinst te meten, kan het stedelijk onderwijs zien waar leerlingen de grootste stappen vooruit zetten. De werkwijze en succesrecepten uit zulke scholen kunnen vervolgens op andere plaatsen worden uitgeprobeerd.

Ongeduldig

Hiervoor zijn wel speciale toetsen nodig. Vandaag bestaan al gevalideerde tests waaraan alle leerlingen in het basisonderwijs moeten deelnemen, maar ze worden niet op meerdere momenten georganiseerd. Antwerpen gaat daarom gebruikmaken van de Nederlandse CITO-toets. “We hebben ze gescreend en ze zijn bruikbaar”, zegt Van den Bussche, die benadrukt dat de gegevens niet openbaar worden gemaakt. “We mogen wel niet ongeduldig zijn. Pas na drie of vier toetsen krijgen we een beeld. Juist daarom loopt het proefproject twee jaar.”

'Het is goed dat zij dit wetenschappelijk willen benaderen met de bedoeling leerlingen efficiëntere hulp op maat aan te bieden'
Pedro De Bruyckere, pedagoog (Arteveldehogeschool/Universiteit Leiden)

Vorig jaar nog deden academici van de UAntwerpen een studie naar leerwinst en de bijbehorende toetsen. Zij concludeerden dat op die manier de voor- of achteruitgang in de prestaties van elke leerling duidelijker wordt. Het is de inspiratiebron voor het proefproject.

Pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool/Universiteit Leiden) oordeelt alvast positief. “Het is goed dat zij dit wetenschappelijk willen benaderen met de bedoeling het onderwijs beter te maken en de leerlingen efficiëntere hulp op maat aan te bieden. Zulke toetsen kunnen vaak ook beter zijn dan wat leerkrachten zelf ontwerpen."