Direct naar artikelinhoud

In een rechtszaal realiseerde Toine Heijmans zich waarom tbs geen medicijn is, maar een paardenmiddel

Verslaggeverscolumn - Toine Heijmans in Lelystad

Meneer B. is afwezig, toch vult zijn bestaan de zaal. Hij moest eens weten. Waarschijnlijk weet hij het ook wel, dat ze hier met zijn elven zijn leven bespreken. En er eigenlijk geen weg mee weten.

'We willen hem graag in de ogen kijken', zegt de rechter, 'en zien wat hij er zelf van vindt.' Maar de vraag blijft of er iets te zien is, in die ogen.

Om zeven uur 's ochtends komt er rook uit kamer nummer 13 van de Oostvaarderskliniek. Degenen die de deur openmaken, treffen meneer B. op de grond op zijn knieën in een gele regenjas, de capuchon over zijn hoofd. Zijn koffer is gepakt, klaar voor vertrek. Achter zijn bed branden kartonnen dozen.

Het leidt tot berichtjes in de Flevolandse pers, en tot een strafzaak die niemand volgt.

'Jammer dat hij er niet is', zegt de moeder van meneer B. 'Ik denk dat je hem wel aardig zou vinden.'

Ze zit met haar man en dochter op de publieke tribune. Iedereen in de zaal weet alles van meneer B., behalve ik. Dus doet de rechter iets bijzonders: hij vraagt wie ik ben en wat ik kom doen. Hij maakt me deelgenoot van de strafzaak, die nu meer het karakter krijgt van een keukentafelgesprek.

Niemand hier is boos op meneer B. Iedereen wil het beste. De rechters, de officier van justitie, de reclasseringswerker, de deskundige, de advocaat: een schil van bezorgdheid. Als uiteindelijk het woord 'vonnis' valt, lijkt dat haast ongepast.

Meneer B. is wat we dan maar een 'verwarde man' noemen. Hij loopt tegen de vijftig. Zijn bestaan noemt hij zelf 'nomadisch': een tocht langs instellingen, geneesmiddelen, therapieën. En rechtbanken - deze brandstichting was niet de eerste, en eerder viel hij hulpverleners aan.

De Oostvaarderskliniek

Wat dat betreft, is hij een gevaar voor de samenleving. Maar moet hij daarom tbs krijgen met dwangverpleging?

Over meneer B. zijn tien rapporten geschreven. Dat van het Pieter Baan Centrum heeft honderddertig pagina's. En nog is veel onduidelijk. Termen waaien door de zaal: recidiverisico, decorumverlies. Rigiditeit. Kwetsbaar voor ontregeling. Psychotische problematiek. Stemmingswisselingen. Autistiform. Geen enkele blijft liggen.

Meneer B. is hoogbegaafd: studeerde natuurkunde en filosofie en voelt zich prettig op een universiteit. Hij is een 'briljante man die zijn briljantie niet kan gebruiken', zegt de deskundige, psycholoog Martine Delfos. Omdat hij het sociale vermogen heeft van een kind.

Advocaat Yvonne van der Hut
Ze willen de maatschappij tegen hem beschermen, zegt ze, 'maar ik denk dat hij beschermd moet worden tegen de maatschappij'

Van meneer B. is 'niet veel over', zegt zijn moeder als we buiten staan. 'Hij is al zoveel jaar verdwaald in de psychiatrie.' Ze willen de maatschappij tegen hem beschermen, zegt ze, 'maar ik denk dat hij beschermd moet worden tegen de maatschappij'. Wat hij nodig heeft, is 'vertrouwen': mensen die begrijpen waarom hij brandjes sticht. Maar wie durft dat nog, in deze tijd?

Vurig probeert zijn advocaat, Yvonne van der Hut, te voorkomen dat meneer B. in de tbs belandt. Meneer B. heeft 'maatwerk' nodig, zegt ze, en het tbs-systeem heeft te weinig geld en mensen om dat te leveren. 'Niet om een strontkar uit te storten', maar dit is wat ze ziet in de praktijk: constant personeelswisselingen, de schrik van elke autist. 'Mijn ervaring is dat het zes maanden duurt voordat er een behandelplan is. Het eerste jaar kunnen we dus afstrepen.'

Yvonne is tbs-specialist en schreef met haar collega's een manifest om het systeem te verbeteren. Het is te politiek nu, met een minister die beslissingen neemt over gedetineerden, en een Tweede Kamer die bij elk incident met een tbs'er in de gordijnen schiet. De politiek ziet tbs als medicijn tegen mensen waar we ons geen weg mee weten. Een paardenmiddel. 'Er zijn echt verbeteringen nodig', zegt Yvonne. 'Alleen zo kun je voorkomen dat mensen tbs weigeren en ontlopen.'

En ze wijst op de commotie die ontstond toen bleek dat de verdachte van de moord op Anne Faber tbs ontweek.

Meneer B. is doodsbang voor tbs. De mensen die hij gaat ontmoeten: grote criminelen. 'Ik vrees', zegt Yvonne, 'dat mijn cliënt er vast gaat lopen.' Isoleercellen en dwangmedicatie, dat is de horizon van meneer B., 'dat wil ik hem besparen'.

De rechtbank van Lelystad
'Ik vrees', zegt Yvonne, 'dat mijn cliënt vast gaat lopen in tbs.' Isoleercellen en dwangmedicatie, dat is de horizon van meneer B.

Zijn ouders, de advocaat en de deskundige denken dat hij best zelfstandig kan leven, met hulp en therapie. Repressie werkt hem alleen maar tegen de vlakte. Hij heeft brand gesticht, zegt Delfos, 'maar dit is wel het niveau van een kind dat fikkies stookt'.

De officier van justitie eist tbs met dwangverpleging. Vanwege het recidivegevaar.

'Wat zou de beste behandeling zijn voor meneer B.', vraagt de rechter ten slotte, 'zodat hij goed kan functioneren, en de risico's voor de samenleving geminimaliseerd zijn?'

Het is een goede vraag, vooral aan zichzelf gericht.