“Dit WK dient vooral als voorbereiding op Parijs, ik heb er niet echt naar gepiekt”, geeft Jorre Verstraeten toe. “Maar het blijft een WK en dat is dus sowieso belangrijk. Of het nu het jaar van de Spelen is of niet. Maar het toernooi valt op twee maanden van Parijs, dus de manier waarop ik op het WK vecht is belangrijker dat het resultaat.”

Op 23 juni wordt het klassement met het oog op de Olympische Spelen afgesloten. Zeventien judoka’s per categorie kwalificeren zich dan rechtstreeks, nadien worden er per continent nog judoka’s toegevoegd om aan 24 atleten te komen. Verstraeten staat momenteel 22e op de olympische ranking in de categorie tot 60 kilogram en maakt een reële kans op Parijs. “Ik hou mij niet met de puntentelling bezig, dat is voor mijn coaches. Maar ik heb niet zo veel stress om nog de nodige punten te behalen. Ik wil natuurlijk meer dan één gevecht doen op het WK. Als ik in Abu Dhabi veel kampen kan vechten, betekent dat ook dat het resultaat niet zo slecht zal zijn. Ik ben vooral bezig met hoe ik mij voel op de mat.”

Op het jongste EK was dat gevoel nog niet perfect. Verstraeten greep naast de verhoopte medaille en finishte als zevende. “Ik miste iets op dat EK en ik denk dat ik het ondertussen op stage in Valencia heb teruggevonden. Het is fijn om dat gevoel terug te hebben.” En dus kijkt de 26-jarige Vlaams-Brabander de Olympische Spelen met vertrouwen tegemoet. “Elke judoka die naar de Spelen gaat is medaillewaardig. Dus ook ik kan een olympische medaille pakken. De Spelen zijn een bijzonder toernooi in het judo. Je ziet héél veel reekshoofden snel uitgeschakeld worden. Door wedstrijdomstandigheden, stress,... dat is allicht het leukste aan onze sport: iedereen kan van iedereen winnen. Alles zal afhangen van de vorm van de dag.”