Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Er is geen reden om te denken dat de nieuwe Wout Van Aert niet Mohamed kan heten

Bart EeckhoutBeeld Eva Beeusaert

Bart Eeckhout is opiniërend hoofdredacteur. 

Nergens in Europese sportclubs heerst er zo’n sterke segregatie tussen blank en gekleurd of tussen rijk en arm als in Vlaanderen. Het gaat uiteraard niet om gedwongen segregatie. In principe is iedereen overal welkom. Die openheid wordt enkel passief beleefd. In werkelijkheid sporten we het liefst onder gelijken.

Drempels zitten in het hoofd. Je zult niet gauw een arbeiderskind in een hockeyclub aantreffen, of een villabewoner in een kickboksclub. Meer dan van lidgeld is dat een kwestie van stereotypen.

Hoe komt het dat de impliciete drempels juist in Vlaanderen zo uitzonderlijk hoog zijn? Te vrezen valt dat de situatie in de sport een spiegel is van de hele samenleving. In tal van domeinen tref je dezelfde stille segregatie aan.

Desinteresse

Al veel eerder is vastgesteld, overigens niet enkel vanop de rechterflank, dat de integratie van mensen van vreemde origine ‘mislukt’ is. De verklaring is meervoudig. Lange tijd heeft de politieke aandacht ontbroken om van een betere integratie met gelijke kansen werk te maken.

Er is geen reden om te denken dat de nieuwe Wout Van Aert niet Mohamed kan heten, of de nieuwe David Goffin nooit een Hassan wordt. Die kansen blijven nu onbenut

Anderzijds heeft ook het hoge aandeel volgmigratie de segregatie mede in de hand gewerkt. Het heeft ertoe geleid dat mensen met dezelfde afkomst vaker op dezelfde plek gaan wonen en dezelfde gewoontes delen in een eigen microgemeenschap. Dat is niet abnormaal en ook niet per se problematisch. En landen waar de schotten minder strak zijn, zoals Nederland, zijn ook niet altijd een toonbeeld van culturele of sociale harmonie.

Maar ideaal is een samenlevingsopbouw in wederzijdse desinteresse natuurlijk niet. Juist in de sterk gesegregeerde sport zie je de nadelen van zo’n afscheiding. Te veel potentieel talent gaat verloren. Er is geen reden om te denken dat de nieuwe Wout Van Aert niet Mohamed kan heten, of de nieuwe David Goffin nooit een Hassan wordt. Die kansen blijven nu onbenut.

Eens het besef doordringt dat de prestaties in clubs beter worden als er uit een diversere poel aan talent wordt gevist, zullen de deuren sneller opengaan

Kernwoord vrijheid

Gebrek aan contact leidt ook tot bevestiging van vooroordelen. Opnieuw: in beide richtingen. Zo houdt de segregatie zichzelf in stand.

Of je dat kunt tegengaan door diversiteit in sportclubs te gaan subsidiëren, durven we te betwijfelen. Vrijheid is de kern van vrije tijd. Je wilt mensen niet gaan dwingen om zich in deze of gene club te gaan inschrijven.

Talentontwikkeling is een veel betere drijfveer. Eens het besef doordringt dat de prestaties in clubs beter worden als er uit een diversere poel aan talent wordt gevist, zullen de deuren sneller opengaan. Dat vergt investering in rolmodellen en brugfiguren uit alle gemeenschappen.

Talent zoek je ook het best bij de bron: op school. Hier is het dat sportclubs jongeren met talent of goesting zelf kunnen opsporen en aanspreken. Dat gebeurt ook al, zoetjesaan. Liever dan een nieuw beleidsplan uit te rollen, zouden we dan ook beter leren uit lokale goede praktijken.