dinsdag 23 oktober 2018 - Limburg
camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

Het Belang van Loon

Door

Explainer: “Hoe is Loon verdwenen?” . Het Belang van Limburg


Expo Alden Biesen: 1.000 jaar graven van Loon

Vandaag deel 3: Leven met oorlog, ziekte of honger

Duizend jaar geleden laat de bisschop van Luik, Balderik II, op zijn grafsteen in de Luikse Saint-Jacqueskerk ‘ex genere comes Lossensis’ beitelen: “Uit de familie van de Graaf van Loon.” De oudste verwijzing naar de graven van Loon. Die duizend jaar is ook de aanleiding voor een overzichtstentoonstelling in Alden Biesen over onze aparte geschiedenis. Van 1018 tot 1795 horen wij, in tegenstelling tot de rest van België, bij het Duitse Rijk. Tot de Fransen ook in Limburg het ancien régime overboord kieperen.

Op hbvl.be/hetbelangvanloon vindt u een toeristische kaart met alle belangrijke locaties, video’s met extra uitleg en een tijdslijn met de geschiedenis van Loon.

Wat helpt tegen besmettelijke ziekten? Bidden. Bijvoorbeeld tot deze Sint-Job in de kerk van Grote Spouwen. Een pestheilige die onder meer werd aanbeden tegen melaatsheid, syfilis, aambeien, huiduitslag, zweren, schrammen en builen. Luc Daelemans

Voor de gewone mens die leefde in Loon was het leven 800 jaar lang keihard

“Epidemie?Hospitaal sluiten”

BORGLOON / KURINGEN / LUIK“Maar wat een zacht land. Alsof het een aards paradijs is. Als God op aarde zou willen wonen, hij zou nergens beter af zijn.” Vrij vertaald schreef een dichter uit het toentertijd bijzonder luisterrijke Bourgondië zo over ons. Over Luik en Loon. Het is midden 15de eeuw. Even is er vrede. Even rust tussen twee oorlogen met het ambitieuze Bourgondië. Helaas voor de gewone man en vrouw uit het land van Loon is er een groot contrast tussen zijn en haar dagelijkse realiteit en de dichterlijke vrijheid van een bevlogen toerist.

Bijna 800 jaar hebben er graven van Loon, of bisschoppen met die titel, over de mensen geregeerd die leven in wat nu plusminus Limburg is. Vanaf zeker 1018 tot 1795. Vier keer langer dan België bestaat.

Zo geweldig zijn die 800 jaar niet geweest voor die mensen. Niet dat hun vorsten zoveel tirannieker zijn dan elders, het leven zelf is hard. Zeker als de oogst tegenvalt, ziektes toeslaan of de oorlog komt. In zijn recent standaardwerk ‘De graven van Loon’ neemt Breeënaar Jan Vaes de stad Hoei tijdens het ancien régime als voorbeeld. Een van de steden in dat zogeheten aards paradijs, op amper 30 kilometer van het vergelijkbare Sint-Truiden: “Tijdens het hele ancien régime blijft de gemiddelde levensverwachting er schommelen rond de 21 jaar en vijf maanden. Mensen van boven de zestig zijn uitzonderingen: slechts 8 % van de overlijdens. Zij hadden het geluk ziektes, oorlogen, rovers, hygiënische problemen en … dokters overleefd te hebben. De helft van de kinderen sterft voor hun tweede levensjaar.”

Onthutsende cijfers. Nu is de levensverwachting in België 81 jaar. Het Afrikaanse Tsjaad bengelt wereldwijd onderaan met 51 jaar. Als die van Loon en Luik zouden kunnen kiezen tussen toen en nu, ze zouden niet twijfelen. De goede oude tijd, dat is nu.

Inspraak

Voor ons 21ste-eeuwers in Europa, zeker in België, is sociale zekerheid een vanzelfsprekendheid. Alsook het idee dat een mens met studie en hard werken kan klimmen op de sociale ladder. Hoe anders was het tijdens die 800 jaar. Zeker de feodale samenleving lijkt gebetonneerd door god himself. Daarin beschermt de eerste stand - de bellatores of de adel, “die met een stamboom”, zegt rijksarchivaris Rombout Nijssen niet zonder ironie - de anderen. De tweede stand - de oratores - bidt voor eenieders zielenheil en de derde stand, de laboratores, werkt voor iedereen. In de eerste eeuwen van het graafschap Loon zijn dat de spelregels. Zoals overal in feodaal Europa. Waarin zijn wij dan wel anders?

Rombout Nijssen: “Vanaf 1366 gaan we definitief bij het vorstendom Luik horen. De graven van Loon sterven uit in mannelijke lijn. De bisschoppen nemen naast het graafschap ook de titel over. Mijns inziens een zegen. Het prinsbisdom Luik is een van de meest vrije vorstendommen geweest in de toenmalige Lage Landen, waar je autoritair regerende heersers had: Brabant en daarna Bourgondië...”

Europa evolueert stilaan naar centraal gedirigeerde staten. En wij? “In 1373 wordt de Rechtbank van de XXII in Luik geïnstalleerd. Waar je als inwoner van het vorstendom Luik een beslissing van de vorst kan aanvechten als die beslissing niet in regel is met de geldende Luikse en Loonse regels. Een voorloper van de Raad van State. Dat is een belangrijke democratische toegeving geweest.”

‘Plundering van een dorp’, een schilderij van Roelant Savery. Dergelijke plunderingen waren helaas ook bekend voor de mensen uit het land van Loon en Luik.  Stedelijke Musea Kortrijk

In dat tribunaal hebben stedelingen het overwicht. Het wordt bemand door slechts vier kanunniken van het kapittel van de Luikse kathedraal en door vier ridders. De overige veertien zitjes gaan naar vertegenwoordigers uit de zogenaamde ‘Goede Steden’. De wet regeert nu het prinsbisdom. Niet alleen meer de prins-bisschop. Die mag zelfs geen belastingen meer heffen of een oorlog verklaren zonder voorafgaand akkoord. “Qua rechtszekerheid zijn we in Loon beter af dan in de rest van de Lage Landen. In die zin is bij ons de maatschappelijke stap van het ancien régime naar de Franse Tijd minder ingrijpend geweest dan voor de toenmalige Oostenrijkse Nederlanden of de rest van het latere België.”

Niet dat justitie hier zachtzinniger is. Medio 16de eeuw noteert kapelaan Munters in Kuringen: Elen woert op eenen wagen ter galgen gevoert, want een tovenersse was, ende woert geworcht ende doen gebernt, sy had geleden dat sy geboeleert hed by den duvel etc… Het was der hencker van Luyck, meester Hans, dy deese tovenersse bernde. Elen Aechten van Alken woert te Cueringhen ghebernt totten gebeynt, ende tgebeynt staeck den hencker in een kuyl onder der galgen. Een hencker, dat is de beul.

Pest en cholera

Politieke inspraak betekent niet dat de bevolking ontsnapt aan oorlog, honger of andere kommer en kwel. Zoals ziek worden in een tijd dat geneeskunde allesbehalve wetenschap, maar kwakzalverij is. In de jaren na 1348, wanneer de pest de Europese bevolking decimeert, lijken Loon en Luik als een soort eiland te ontsnappen aan die gesel. “Geen stagnatie in de landbouwproductie van Luik en Loon, geen significante wijziging van de bevolkingscijfers. Ook het peil van de tienden blijft nagenoeg ongewijzigd”, schrijft Jan Vaes. Maar pest slaat op andere momenten wel toe. Al kregen veel ziektes de term ‘pest’: tyfus, dysenterie, griep, syfilis… Wist men veel.

Wat ertegen doen? Bidden. Of een uitgaansverbod tijdens de nachtelijke uren. De clerus? Die vlucht vaak weg. Vaes daarover: “Zij die blijven, volgen voorschriften als Hostie niet op de tong leggen. De priester dient ze met een lange stok met vork in de mond van de stervende te steken. Of beter: een hostie op een houten bord leggen en dat in de kamer van de zieke plaatsen.”

Heel wat hospitalen en gasthuizen sluiten de poorten zodra een besmettelijke ziekte uitbreekt. Andere zetten verdachte patiënten aan de deur. Nu ja, de leefomstandigheden in die hospitalen zijn mensonterend: bejaarden, zieken en zwakzinnigen hokken bij elkaar. In 1627 wil de prins-bisschop met een ordonnantie de hygiëne verbeteren. Vaes: “De tonnetjes met urine mogen niet langer op de kamers blijven staan. Eenieder die zijn behoefte doet op de kamer, of er vuil achterlaat, wordt voor twee volle uren in een dwangbuis vastgebonden. Ratten worden bestreden met arsenicum.”

Oorlog

Er is ook nog die andere gesel. Oorlog. In de 15de eeuw valt het oog van agressieve buur en grootmacht Bourgondië op ons. Na veel Bourgondische oorlogsellende komt er tussen 1482 en 1492 een burgeroorlog bovenop. Twee clans vechten om de prins-bisschoppelijke titel. Geweld, doden, chaos... Voor Peer, een van de tien Loonse steden en stadjes, is 1483 bijvoorbeeld een annus horribilis. Ongeveer 1500 inwoners laten het leven bij slachtpartijen en brandstichtingen. Na die rampjaren sluit de prins-bisschop een verdrag af waarmee het prinsbisdom internationaal een neutraal statuut krijgt. Alleen staat daar niet in hoe vreemde troepen ‘onschadelijk kunnen doortrekken’. Loon en Luik liggen ook vlakbij het strategische Maastricht met zijn laatste brug over de Maas richting Noordzee.

Maastricht

Rombout Nijssen: “Maastricht is militair belangrijk voor legers die het Noorden, de Nederlandse Republiek, willen veroveren. Grote wegen zijn er niet. De Maas is de enige weg voor zwaar logistiek transport.” Zo passeren er veel legers in ons neutrale landje. Begin juli 1747 vechten de Fransen en de geallieerden om bolwerk Maastricht bij Lafelt (Riemst). Samen minstens 150.000 soldaten. Na de slag telt men 10.971 gesneuvelden aan Franse zijde. Bij de geallieerden blijven 6.707 slachtoffers achter op het slagveld. De gevluchte dorpelingen vinden hun huizen geplunderd en vernield terug. Op de koop toe krijgen ze besmettelijke ziektes als dysenterie cadeau, meegekomen met de soldaten. Plaatselijke ooggetuige Winand Mengels vat het zo samen: “Den oorlogh is eene soo groote ellende. De verdrukkingen waeren alsdan soo groodt, dat de mensen bijnaer niet meer wisten wat ze deden.” Maar een jaar later, bij het Vredesverdrag van Aken, ziet hij het leven weer zitten: “Dit woordeken vrede alleen, verkwikde soodanigh de menschen al oftse van de doodt waeren opgestaen.”

Tentoonstelling ‘Limburg tussen staf en troon - 1000 jaar graafschap Loon’ van 26 oktober 2018 t.e.m. 10 maart 2019 in Alden Biesen

Morgen: Loon op het internationaal schaakbord: Loonse expansie en Loon als slagveld

 

Beroemde Lonenaren

Vader van het Nederlands én het Duits

Hendrik van Veldeke (ca. 1150 geboren - na 1184 overleden) is ook in Duitsland een begrip. Als Heinrich von Veldeke. “Daar wordt hij beschouwd als een van de grondleggers van het Duits. Net zoals hij bij ons een van de grondleggers van het Nederlands is”, zegt curator Jan Vaes.

Nu lijkt dat vreemd, maar in feite is het een loze discussie. Loon maakte immers deel uit van het Duitse Rijk. Jan Vaes: “Hij woonde en werkte dus in Duitsland, al was het aanvankelijk niet het hart van Duitsland.” Van Veldeke schreef. Van Veldeke zong. Aan adellijke hoven. Hij was schrijver én minnezanger, afkomstig uit het gehucht Veldeke bij Spalbeek. Vermoedelijk schreef hij zijn eerste werk in opdracht van de gravin van Loon en het Maastrichtse Servaaskapittel. Dat werd het ‘Leven van Sint-Servaas’. Via Loonse connecties, die intussen in Beieren baas waren over het graafschap van Rieneck, zou hij ook aan ‘Duitse’ hoven doorbreken. Tot bij de Duitse keizer. Zo schreef hij o.m. de ‘Eneas’, een bewerking van de Aeneis van Vergilius. Van Veldekes ‘Eneas’ wordt beschouwd als de eerste hoofse roman in een Germaanse taal. De eerste, verdwenen versie ervan werd helaas gestolen en zou in het Maaslands of Nederfrankisch geschreven zijn. De overleverde, latere versie is in het Middelhoogduits geschreven. Maar in van Veldekes tijd waren die taalfamilies nog bijzonder verwant. Kortom, de literaire vader van twee talen. (jbx)

De burcht van Kolmont. HBVL

De Loonse plek

Kolmont aan de grens met Luik

TONGEREN“In de Tongerse deelgemeente Overrepen, op een heuvel in een natuurgebied, staat deze burcht van Kolmont. Zelfs als ruïne een van de best bewaarde zuivere Loonse burchten”, zegt Jan Vaes. Deze burcht staat aan de zuidgrens van toenmalig Loon. Tongeren was niet Loons, maar Luiks. Het bisdom Luik heeft immers zijn wortels in het Romeinse Tongeren. Daar zijn de oudste sporen van de christelijke kerk in de Lage Landen. Waarschijnlijk voor zijn veiligheid trekt die Tongerse bisschop – dat zou Servaas kunnen zijn – in de 4de of 5de eeuw naar Maastricht. De stad Luik is dan weer ontstaan rond het graf van Lambertus, een bisschop van Maastricht die vermoord wordt in zijn Luiks landgoed. Opvolger Hubertus brengt het graf van die martelaar, eerst begraven in Maastricht, naar Luik. Op dat graf zal een imposante kathedraal verrijzen, die van Saint-Lambert. In een moeite verhuist dan ook de zetel van bisdom Tongeren-Maastricht begin 8ste eeuw naar Luik. En daarom blijft Tongeren Luiks. Tongeren behoorde nog altijd tot het domein van de bisschop. (jbx)

Loonse anekdote

Chaussée d’amour anno 1419

Uiteraard werd het oudste beroep ter wereld ook hier beoefend. Klanten, prostituees en pooiers vallen wel op door het algemeen verbod na de vespers, na het avondgebed, op straat te komen. De boetes niet betalen betekent verbanning voor één jaar. In 1419 beslist Sint-Truiden dat niemand ’s avonds binnen de muren hoeijenen die in ’t bordeel zitten, noch putieren, noch … eten oft drincken, noch slapen. Het boetegeld gaat naar abt, bisschop en stad. Twee jaar later worden de regels strenger. Wie zich binnen de stad nog in de buurt van ledige wijven of pooiers (rijbauwen) ophoudt, snijdt men de oren af. Later dreigt de stad er zelfs mee de kin van pooiers en hoeren te brandmerken als ze langer dan één nacht in de stad durven rond te waren. Jan Vaes: “In Sint-Truiden hebben die draconische dreigementen nooit echt geholpen als je de steenweg tussen Sint-Truiden en Luik nu ziet.” (jbx)

Lees meer

Aangeboden door onze partners

Nieuwe Video's

Nog meer nieuws