Direct naar artikelinhoud
InterviewTim ’S Jongers

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken

Tim 'S Jongers: 'Er zijn mensen die de raad krijgen bij koude een extra trui aan te trekken terwijl anderen subsidies krijgen voor hun zonnepanelen. Dat valt slecht, hoor.'Beeld Wouter Van Vooren

Waarom keren steeds meer mensen de politiek de rug toe? En hoe valt dat tij te keren? Een gesprek met politicoloog en opiniemaker Tim ’S Jongers over ‘fuck you’-bolletjes inkleuren, Vlaams Belang en 2.000 euro om koffie te drinken. ‘Ik kreeg 6.000 euro aan opleidingsbudget. Voor de poetsvrouwen was bijna niks voorzien.’

en

“Ik heb zelf lang blanco gestemd. Vaak had ik het gevoel dat we met een politiek zaten die graag haar burgers koos in plaats van andersom. Ik voelde me niet vertegenwoordigd, maar omdat ik een democraat ben was wegblijven geen optie. Ik zag die blanco stem als een uiting van dat gevoel.”

Tim ’S Jongers (42) is politicoloog en daar ging een atypisch parcours aan vooraf: hij groeide op in Lier in een gezin aan de onderkant van de samenleving en waar politiek een synoniem was voor zakkenvullers, − zijn woorden. Pas toen hij al een eind in de 20 was, schreef hij zich in aan de universiteit. Om zijn studies te betalen werkte hij in de Antwerpse nachtopvang voor daklozen.

Sinds een aantal jaren is ’S Jongers directeur van de Wiardi Beckman Stichting, de studiedienst van de Nederlandse sociaaldemocratische partij PvdA, en publiceert hij scherpe opinies en boeken over politiek, de samenleving en ongelijkheid.

Daarom willen we van hem weten of het eigenlijk een probleem is dat bijna 8 procent van de stemgerechtigde Vlamingen het niet de moeite vindt om te gaan stemmen, en dat een kleine 5 procent blanco stemt?

“Op zich is dat niet heel veel, je kunt ook stellen dat 9 op de 10 mensen wél gaat stemmen. Maar het is wel een probleem dat die aantallen stijgen. Ik woon zelf in Den Haag, een stad waar minder dan de helft van de stemgerechtigden gaat stemmen.

“Het gevolg is dat de stad door een bestuur wordt geleid dat niet kan bogen op enige legitimiteit bij de helft van de inwoners. En als je kijkt wie wél gaat stemmen, is dat een nogal afgebakende groep: de mondige, hoger opgeleide burger. Zo wordt de segregatie in de stad doorgezet via eenzijdige politieke keuzes op maat van amper de helft van de bevolking. In Rotterdam is er in een arme wijk zo een tramlijn verdwenen, terwijl een rijkere buurt er een tramverbinding bijkreeg.”

Een op de drie Belgen geeft dan weer aan dat ze zich niet politiek vertegenwoordigd voelen.

“Dat is zorgwekkend veel. Jullie spreken trouwens over de afgehaakten, maar daarmee leg je de verantwoordelijkheid bij diegene die niet langer gaat stemmen, en dat vind ik te simpel. Ik heb het liever over de weggeduwden. Er zijn namelijk redenen waardoor je je niet langer politiek vertegenwoordigd voelt.

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken
Beeld Wouter Van Vooren

“In mijn werk maak ik vaak een onderscheid tussen de hoopvollen en de hooplozen. We zien dat de echt hooplozen, de mensen die niet meer in de toekomst geloven, een groep is die eigenlijk door niemand nog wordt vertegenwoordigd. Tegelijk is dat de groep voor wie de meeste beleidsbeslissingen negatief uitpakken. Dan is de vraag: waarom zouden die mensen nog wíllen meedoen?”

Als mensen thuis blijven of blanco stemmen, is dus een politiek signaal?

“Dat is het lastige met mensen die blanco, op radicale partijen of niet stemmen: je moet toch altijd interpreteren wat dat betekent. Ik heb ooit in een essay voor een echte proteststem gepleit: een ‘fuck you, ik ben het er niet mee eens’-bolletje dat je kunt inkleuren. Dan is je boodschap tenminste duidelijk.”

U ziet dan wel heil in de nieuwe partij Blanco? Hun enige programmapunt: de gewonnen zitjes leeg laten om het ongenoegen duidelijk te maken.

“Dat is een sympathiek idee, maar wat als ze 51 procent van de stemmen halen? (lacht) Uiteindelijk moet er toch een regering gevormd worden.”

Mensen hebben zo hun redenen om af te haken, zegt u. Wat speelt er zoal?

“Uit Nederlands onderzoek naar de afgehaakten blijkt duidelijk dat de vertrouwenskloof gelijkloopt met de gezondheidskloof. Natuurlijk is het niet zo dat als jij morgen de griep krijgt, je vertrouwen in de overheid meteen verdampt. Maar als je langdurig ziek wordt, is de kans groot dat je in armoede terechtkomt. En dan zul je langs allerlei overheidsloketten passeren en het gevoel krijgen ‘wow, ik sta er alleen voor, er is niemand die mij ondersteunt’.

BIO
• politicoloog, bestuurskundige, publicist en De Morgen­columnist

• directeur van de Wiardi Beckman Stichting, wetenschappelijk bureau van de Nederlandse partij PvdA

• geboren in 1981 in Lier

• werkte eerder in de nachtopvang voor daklozen

• haalde als dertiger een bachelor politicologie in Antwerpen en een master bestuurskunde in Den Haag

“Als de overheid niet aanbiedt wat mensen nodig hebben, verliest ze alle vertrouwen. Vergeet ook niet dat mensen onderaan de sociale ladder zo’n vijftien jaar vroeger gezondheidsproblemen krijgen en eerder dood gaan. Dat de overheid er niet in slaagt om dat beter op te vangen, heeft alles te maken met een beleidslogica die veraf staat van kwetsbare burgers die zich weggeduwd voelen.”

Wat bedoelt u daarmee?

“De knoppendraaiers − in België, maar ook in Nederland − voldoen veelal aan drie kenmerken: die mensen zijn hoogopgeleid, ze staan aan de goede kant van de gezondheidskloof en ze zijn bovengemiddeld tevreden over het leven. Tevredenheid betekent dat je gezond en goed opgeleid bent, en dat je content bent met je woonsituatie, je inkomen en arbeidsvoorwaarden, de zorg die je nodig hebt, je sociaal netwerk en je directe leefomgeving.

“Wat je dan krijgt, zijn mensen die vanuit hun hoogopgeleide, gezonde en tevreden positie naar de onderkant van de maatschappij kijken en vanuit die logica beleid uittekenen dat dan zijn doel voorbijschiet.”

Is dat een gebrek aan inlevingsvermogen?

“Dat speelt zeker mee, maar het begint vooral bij die andere startpositie. Wat ik in Nederland erg kwalijk vind, is het idee van zelfredzaamheid: de overheid trekt zich terug en mensen moeten hun eigen broek maar ophouden. Maar ben jij dan zo zelfredzaam? Ik niet, hoor: als ik een juridisch conflict heb, bel ik een advocaat. Als ik niet blij ben met mijn huis, bel ik een makelaar en stel dat ik een kind had dat niet kan volgen in de klas, dan zou ik iemand bellen die bijles geeft. We redden onszelf door onze problemen als het ware te outsourcen.”

Omdat we dat kunnen betalen.

“Precies. Maar de mensen die dat niet kunnen betalen, gaan onder enorm veel druk gebukt: er wordt heel veel van hen verwacht, maar tegelijk worden ze steeds minder ondersteund. Dan kan ik mij best inbeelden dat mensen het gevoel krijgen dat ze worden weggeduwd.”

In Nederland bestaat er een woord voor die nieuwe kloof: de diplomademocratie. Die begint eigenlijk al op school, zo leerde een recent artikel over jongeren en politiek. Als je Latijn of wetenschappen studeert, ga je wel eens op uitstap naar het parlement of zijn er themadagen over democratie. In beroeps- of technische scholen is daar veel minder aandacht voor. Is dat herkenbaar voor u?

“Absoluut. Je krijgt heel weinig mee als je een praktische richting volgt, alsof democratisch besef slechts voor een bepaalde groep relevant is. Die kloof heeft uiteraard altijd bestaan, maar we hebben die geïnstitutionaliseerd, waardoor ze overal opspeelt. Ik heb dertig jaar lang niet bij de hoopopgeleiden gehoord, dus ik mag dat zeggen: die groep heeft belachelijk goed voor zichzelf gezorgd. Het is amper te geloven hoeveel deuren er opengaan als je een diploma hebt.”

Kunt u een voorbeeld geven?

“Ik heb lang in de horeca gewerkt, daar moest ik serieus fakken om rond te komen. Maar bij mijn eerste kantoorjob kreeg ik 2.000 euro netto om de hele dag koffie te drinken en met mensen te praten. Je mag van thuis werken en dan wordt je bureaustoel nog terugbetaald ook. Daar kan ik nog altijd niet bij.

“Nog een voorbeeld: ik heb gewerkt bij een onderzoeksinstituut dat verbonden was aan het ministerie van Volksgezondheid, daar kreeg ik elk jaar 6.000 euro aan opleidingsbudget. Ik ben toen eens bij de poetsvrouwen geweest om te vragen hoe dat bij hen zat? Nou, als ze bij het registreren van hun werk te veel fouten maakten, mochten ze een opfriscursus Excel volgen en soms werd er een nieuw toestel aangekocht waarvoor ze dan ook een opleiding moesten volgen. Maar voor hun persoonlijke ontwikkeling was er helemaal niets voorzien, terwijl ik met mijn jaarbudget drie poetsvrouwen een jaar lang naar het hoger onderwijs kon sturen. Niet dat dat per se hoeft, het punt is dat het hun nooit wordt gevraagd.

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken
Beeld Wouter Van Vooren

“Dat zorgt er natuurlijk wel voor dat je onderaan die ladder heel goed beseft dat je minder belangrijk bent: je bent de eerste die met flexi-jobs en korte huurcontracten te maken krijgt. Jij bent diegene aan wie geadviseerd wordt om in de winter een extra trui aan te trekken terwijl mensen die een Tesla of zonnepanelen kunnen betalen subsidies trekken. Dat valt heel slecht, hoor.

“In Nederland moeten we nu de woorden theoretisch- en praktisch geschoold gebruiken, maar waarom moet ik dat doen als hoogopgeleiden zichzelf wel degelijk hoger inschatten? Ontkennen dat onze maatschappij in eerste- en tweederangsburgers is opgedeeld, lost het probleem niet op.”

In ons onderzoek zien we dat in de gemeenten met veel afgehaakten ook veel sociaal onbehagen leeft.

“Dat wijst op een gebrek aan grip en het onvermogen om je eigen leven in te richten zoals je dat zelf wilt. We weten ook dat een langdurig gebrek aan controle mensen vatbaarder maakt voor complottheorieën en radicale gedachten. Het is niet verwonderlijk dat die gevoelens sterker zijn in regio’s waar bijvoorbeeld weinig buslijnen zijn of waar je moeilijk tot aan het ziekenhuis raakt. Maatschappelijk chagrijn is de optelsom van persoonlijk chagrijn. Helaas zie ik geen initiatief voor democratische vernieuwing waarbij we er voor waken dat iedereen weer mee is: er was geen enkel gevoel van urgentie. Tot extreemrechts de grootste wordt en we allemaal verbaasd zijn.”

Koopkracht is een zorg die vaak in ons onderzoek opdook. Volgens de statistieken is die in België de laatste jaren op peil gebleven dankzij de automatische indexering en allerhande steunmaatregelen tijdens corona en de energiecrisis, maar daar hebben mensen blijkbaar geen boodschap aan als ze aan de kassa van de supermarkt de rekening krijgen. Hoe komt dat?

“Koopkracht is maar één element, dat zegt niet zoveel als je een taxi moet nemen omdat de bus niet meer rijdt. En ja, de statistieken geven aan dat de armoede in België relatief stabiel blijft. Maar armoedecijfers zeggen weinig over een armoedig bestaan. Als je 5 euro meer hebt dan de armoededrempel, heb je volgens mij nog altijd een rotleven, ook al stel je het volgens de officiële cijfers prima.

“En als we ook de secundaire indicatoren in rekening nemen − de rijen aan de voedselbanken, de mensen in schuldbemiddeling, de kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op school − dan zien we wel een gigantische toename. Tegelijk denk ik: armoede als de alomvattende verklaring naar voren schuiven, is wel heel veilig.”

Hoezo?

“Armoede is een makkelijk verhaal: het gaat over een groep mensen voor wie we specifieke maatregelen nemen. Maar we weten dat ongelijkheid een groter probleem is: hoe groter de ongelijkheid, hoe meer sociale problemen en hoe minder maatschappelijke cohesie. Alleen is ongelijkheid als thema veel minder veilig, omdat je het dan ook over de bovenkant van de maatschappij moet hebben en laat dat juist de dominante groep zijn die machtsposities bekleedt.

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken
Beeld Wouter Van Vooren

“Die mensen willen helemaal niet aan maatregelen zoals hogere belastingen onderworpen worden. Mijn punt is dat harde, economische indicatoren eigenlijk weinig zeggen over hoe het met een maatschappij is gesteld.”

Vandaag lijken vooral de mensen die net boven de armoededrempel zitten te watertrappelen. Denk aan de poetshulpen of magazijniers met een laag inkomen.

“Dat is precies de groep die hard werkt en doet wat van hen verwacht wordt en desondanks weinig controle ervaart. Dat zijn de mensen die het heel lastig hebben als de buslijn wordt geschrapt, de winkelkar duurder wordt of de subsidies wegvallen. Net boven die groep zitten de mensen die de afgelopen jaren hebben ontdekt dat externe schokken zoals een oorlog in Oekraïne een stevige impact kunnen hebben op hun eigen leven, en daarboven zit de groep met een fear of falling, die bang zijn om van de sociale ladder te donderen.”

Denkt u dat door de corona- en energiecrisis meer mensen de politiek de rug hebben toegekeerd?

“Het was alleszins de eerste keer dat zoveel mensen beseften dat er elders in de wereld dingen kunnen gebeuren die hen rechtstreeks raken. Voor veel mensen was dat een nieuw inzicht. Wat mij vooral interesseert is op welk moment we iets een crisis noemen?

“In Nederland beleven we namelijk allerhande crises: hier woedt een onderwijscrisis, een zorgcrisis, een bestaanszekerheidscrisis, een wooncrisis... Toen het aantal daklozen verdubbelde, noemden we dat geen wooncrisis, dat werd het pas toen onze zonen en dochters geen starterswoning meer vonden.

“Ook de koopkrachtcrisis ontstond pas toen grote groepen mensen door corona en de hoge energieprijzen in de problemen kwamen, en het lerarentekort werd pas een crisis toen ook de scholen in de goede wijken geen juffen meer vonden.

“Ik heb het eens uitgezocht: pas als zo’n 30 procent van de samenleving ergens last van heeft, wordt een probleem een crisis. Dat is een handige truc: zo kunnen politici doen alsof het probleem hen plots overvalt, eerder dan dat het een gevolg is van keuzes uit het verleden.

“Een crisis laat ook toe om een draagvlak te creëren en het beleid snel op te schalen: opeens kunnen er wel miljarden vrijgemaakt worden terwijl dat niet mogelijk was toen de ‘onderste’ 30 procent van de bevolking als eerste last had van dat probleem. Dat is eigenlijk onzinnig bestuur: een probleem fixen kost namelijk altijd meer dan het voorkomen. Daarom laat je toch ook je auto en tanden regelmatig nakijken?”

Uit ons onderzoek blijkt dat vooral aan de kust en de Brusselse Rand veel mensen zijn afgehaakt. Dat eerste heeft vooral te maken met de oudere bevolking, rond Brussel speelt migratie. Er zijn best wel wat mensen met vreemde roots die niet bezig zijn met de Wetstraat.

“Ik begrijp de reflex om naar herkomst te kijken, maar ik denk dat hun sociaal-economisch profiel relevanter is. Dit zijn de nieuwe arbeiders: de mensen die de meest onderbetaalde, flexibele jobs moeten aannemen. Ze hebben ook minder onderwijskansen en zijn vaker laaggeletterd.

“Maar ook daar is sociale mobilisatie volop bezig: steeds meer mensen met een migratieachtergrond worden ondernemend of gaan vaker studeren. Feit is wel dat er permanent nieuwe mensen aankomen die weer onderaan de ladder belanden.”

Hoe afgehaakt is uw gemeente? Ontdek het hier

Deze tool laat zien hoeveel dorps- of stadsgenoten bij de verkiezingen van 2019 niet zijn komen opdagen of blanco stemden.

Beschouwt u de mensen die voor een radicale partij als Vlaams Belang of PVDA stemt afgehaakt? De meningen daarover lopen uiteen.

“Natuurlijk betekent niet dat elke stem op een radicale partij per definitie van iemand is die afhaakt. In Nederland hebben zonet ook best wat rijke mensen uit goede buurten beslist om voor PVV te stemmen. Er is nu eenmaal een grote groep die een zondebok zoekt en via sociale media wordt opgejut. Het is altijd makkelijker om naar beneden te stampen, en de schroom om op extreemrechts te stemmen of om openlijk racistisch te zijn, is volledig weggevallen. Maar ik denk wel dat veel radicale stemmers en niet-stemmers dezelfde grieven delen en dat er overlap is.”

Betekent dat dat Vlaams Belang in juni bij die afgehaakten stemmen kan rapen?

“Dat is een moeilijke vraag. In Nederland is de sfeer wel gekanteld nadat de liberale VVD aangaf dat ze voor alle partijen open stonden, ook de PVV van Geert Wilders, om dan enkele dagen voor de verkiezingen die deur weer dicht te gooien omdat Wilders te groot dreigde te worden. Pas dan is interesse in de PVV echt ontploft.

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken
Beeld Wouter Van Vooren

“In Vlaanderen is hetzelfde spel bezig, met N-VA dat voortdurend warm en koud blaast over een eventuele machtsdeelname van Vlaams Belang. Ook gelijkaardig is het feit dat ze vooral dreigen met coalitiegeprekken om druk te zetten op de andere partijen. De VVD wilde Wilders gebruiken als een pion op het schaakbord, maar zo hebben ze van hem de koning gemaakt.

“Weet je wat me ook opvalt? Aan de linkerzijde wordt het intersectioneel denken er de laatste jaren echt ingeramd: iemand is bijvoorbeeld vrouw én queer én afkomstig van een bepaalde plek en we moeten al die identitaire lagen in rekening brengen. Dat is ook nodig.Maar ik stel vast dat juist diezelfde linkerzijde de neiging heeft om de PVV- of Vlaams Belangkiezers weg te zetten als ‘allemaal racisten’. Waarom zien we hen alleen als racistisch, maar zien we niet dat ze laaggeschoold zijn, in armoede leven of gewoon de politieke spelletjes helemaal zat zijn?

“Iemand bestempelen als racist is alweer makkelijk en veilig omdat we daarmee niet naar onszelf moeten kijken en stilstaan bij wat we niet goed hebben gedaan. We merken immers al jaren dat het onbehagen toeneemt en toch gebeurt daar heel weinig mee. Die onwil breekt ons nu zuur op: sommige mensen doen simpelweg niet meer mee, anderen denken ‘als het dan toch kapot is, maak het dan maar helemaal stuk en laat Vlaams Belang het maar eens proberen’.

“Daar moeten we mee opletten, want Hongarije en Italië bewijzen dat als extreemrechtse partijen deelnemen aan de macht dat niet per se betekent dat ze het snel verknoeien en dat we er dan gauw weer van af zijn.”

We hebben voor deze reeks ook veel mensen gesproken die uit principe wel stemmen, maar die geen idee meer hebben op wie.

“Dat is een herkenbaar fenomeen, in Nederland speelt dat ook. Het probleem ligt bij de centrumpartijen die niet meer helder uitleggen waarvoor ze staan of welke idealen ze nastreven, maar vooral meegaan in een soort pragmatische problem solving. Vlaams Belang en PVDA doen dat uiteraard ook: voor de ene is alles de schuld van de migranten, de ander schuift alles op de bedrijven, die moeten we aanpakken. En daartussen zit een bestuurlijk midden dat totaal geen vergezichten meer inkleurt en daardoor verbleekt tegenover die zogezegd daadkrachtige oplossingen van die radicale partijen.”

Is dat ook een communicatieprobleem?

“De eerste keer dat mijn frank viel, was na de aanslagen in Brussel, toen politici over elkaar struikelden om te melden dat we onze democratische waarden en onze rechtsstaat moesten beschermen. Sorry, maar daar begrijpt mijn buurvrouw de ballen van. Maar Filip Dewinter die zegt ‘zie, het zijn alweer de moslims’, dat begrijpt ze heel goed. Hoe weerleg je dat?

“Dat zijn we volop aan het onderzoeken want we staan voor grote veranderingen: we moeten vergroenen en iets doen aan auto’s en vliegtuigen , en dat is geen makkelijke boodschap. Als je lief je vijf keer zegt dat je moet veranderen, verander je de zesde keer van lief.

‘Hoogopgeleiden hebben belachelijk goed voor zichzelf gezorgd’: politicoloog snapt waarom steeds meer mensen politiek afhaken
Beeld Wouter Van Vooren

“Wij hebben hier lang een tenenkrommende slogan gehad: ‘je kan niet groen doen als je in het rood staat’. Maar wat zeg je dan tegen mensen die al moeilijk mee kunnen met de samenleving? Jij hebt geen geld omdat de uitkeringen te laag zijn en daarom kan je niet verduurzamen. Je zou ook kunnen zeggen: wij gaan ervoor zorgen dat je kunt vergroenen en zo trekken wij je uit het rood. Dat is hetzelfde idee maar dan hoopvol en duidelijk. Maar om een of andere reden lukt het de partijen niet om zo te communiceren. Ik denk − alweer − dat dat te maken heeft met cultuur van hoogopgeleiden in de politiek.”

Hoe kijkt u, tot slot, naar de opkomstplicht? Als zo veel mensen toch niet stemmen, heeft het dan zin om dat te behouden?

“Het is juist dankzij die opkomstplicht dat een groot deel van de Belgen nog gaat stemmen. Verkiezingen zijn toch de hoogmis van de democratie, en als we enig democratisch besef belangrijk vinden, moeten we toch het goede voorbeeld geven? We leven al veel te lang in een wereld waarin politici hun burgers kiezen, terwijl het andersom moet. Het is belangrijk dat we daar ook moeite voor doen.”