Direct naar artikelinhoud
China

Het moest het nieuwe Dubai van het Verre Oosten worden, maar nu is het een spookstad

Een van de lege woonwijken in Ordos.Beeld EPA

Nu een handelsoorlog met de VS vooralsnog is afgewend, kan China verder met het echte probleem: het aanpakken van de enorme schuldenlast. Dat betekent een abrupte bouwstop in steden in West-China, die op schulden zijn verrezen.  

‘Onze hartslag klopt op het ritme van de metro.’ De propagandaborden op de bouwput van metrostation Hertenpark zijn nog niet vergeeld en in een glazen ontvangstruimte hangen paraplu’s en veiligheidshelmen klaar voor bezoekers. Er komt echter niemand meer. De Binnen-Mongoolse industriestad Baotou is gestopt met bouwen, nog geen honderd dagen nadat de eerste schop in de grond was gegaan.

Het infrastructurele pronkstuk – 42 kilometer metro voor 4 miljard euro – was goedgekeurd tot op het hoogste landelijke niveau. Toen lanceerde president en partijvoorzitter Xi Jinping eind vorig jaar een ‘kritieke veldslag’ tegen risicovol krediet. Baotou, een provinciestad met nog geen drie miljoen inwoners en een puik wegennet, werd aangewezen als voorbeeld van onnodige schulden.

Ineens waren de slopers vertrokken, vertelt Wang Guoxiang (57), een van de laatste bewoners van de flat Fruitboomgaard. Vanaf de metrohalte in wording rukten de bulldozers op om Fruitboomgaard en verre omstreken bouwrijp te maken voor luxe-appartementen en winkelcentra. Nu staat Wangs flat als enige overeind in een puinvlakte. De arbeidsongeschikte plantsoenendienstwerker weet niet waar hij aan toe is. "De laatste termijn van de sloopvergoeding wordt niet uitbetaald, want mijn flat wordt niet gesloopt. In het kantoor van de dienst sloopzaken brandt al maanden geen licht. Moet ik me zorgen maken?"

De wijk Kangbashi in Ordos werd gebouwd om een miljoen mensen te huisvesten. Er wonen nu honderdduizend mensen.Beeld EPA

Waarschijnlijk wel. Baotou heeft een schuldenlast ter grootte van zijn economie. Lastig: niemand weet hoe groot die economie is. De gemeente heeft de groeicijfers met bijna 50 procent omhoog gejokt en de schulden met creatief boekhouden naar beneden geduwd. Nu perst Baotou ‘het water uit de cijfers’ voor de nieuwe, verstandige economie. "We proberen onze manier van denken en de koers van ons ontwikkelingsmodel te veranderen", aldus de gemeente, die 150 potentieel onrendabele projecten stopzette.

"Ze hadden het geld beter aan betaalbare bejaardenzorg en ziekenhuizen kunnen uitgeven in plaats van aan een metro", moppert Zhang Meixian (60), bovenbuurvrouw van plantsoenarbeider Wang. Ook zij huist in de afgeleefde flat. Zenuwachtig nemen Wang en Zhang de stand van zaken door: is het bureau sloopzaken nog langs geweest?

"De laatste keer sneden de slopers gas, water en elektriciteit af. Dat was in de herfst. Daarna heb ik niets meer gehoord over mijn geld", zegt Wang radeloos. Hij is de winter doorgekomen bij een kolenkacheltje dat hij zelf in elkaar heeft geprutst. Een geluk dat hij niet is gestikt in de koolmonoxide, zegt hij. "Ik ben echt klaar om te verhuizen." Al een half jaar zit zijn leven in bundels en dozen, alleen de familiefoto staat nog op het televisiemeubel. "Ik heb die vergoeding nodig om iets nieuws te huren. Als de gemeente afziet van sloop krijg ik misschien dat geld niet. Dan zit ik vast in dit onleefbare huis."

Steden in heel China schrappen projecten ter waarde van bijna 240 miljard euro, waaronder metrolijnen in 43 gemeenten. In achtergebleven gebieden in West-China, waar de verouderde industriële economie afhankelijk is van dit soort grote overheidsprojecten, wordt het de komende jaren op een houtje bijten. Daar heeft Ordos, een woestijnstad op 142 kilometer ten zuiden van Baotou, ervaring mee. Ordos heeft een hele stad op schulden gebouwd.

Prestigeprojecten

Tijdens de jubeljaren van overspannen economische groei werden hier twee miljoen mensen in een klap rijk door een steenkoolveld bijna drie keer zo groot als België: een zesde van de Chinese steenkool komt uit Ordos vandaan. De stad liet zich in 2005 gaan in een orgie van verstedelijking. Dat nieuwe stadsdeel genaamd Kangbashi moest het Dubai van het Verre Oosten worden.

Gelijk maar groot aanpakken, dachten de planners. Het eerste masterplan voorzag in woningen voor een miljoen mensen. Plus een architectonische overdaad van theaters, megamalls, een handvol sportstadions, een internationaal racecircuit en een van de grootste pleinen van China. Dit Djengis Khan-plein is gedecoreerd met opgeblazen, goudgeverfde schaakstukken, als contrast voor de wilde sculpturen van paarden waar de rest van de stad mee vol staat. 

Ordos voerde een verlanglijst van prestigeprojecten uit, zoals een spectaculaire tuibrug. Zo’n oeververbinding is in een stad zonder stromend water vrij nutteloos, maar dat probleem is opgelost door een brede waterweg aan te leggen. Ineens had de brug een functie, dus er kon nog een tweede bij. En een derde, en een gigantisch stadsmeer met fonteinen die de grootste licht- en watershow van Azië ten beste geven.

"Zonder nadenken stopte iedereen zijn geld erin", zegt Liu Yuehong (47). Deze jurist gaf zijn baan eraan toen hij een fortuin verdiende met de verkoop van zijn land. Hij kocht drie appartementen en een Mercedes GL550 ter waarde van 227.000 euro. Met de rest deed Liu wat iedereen deed: zet het op de bank, sluit er een forse lening op af en investeer het gehele vermogen plus lening in de gefluisterde beloften van het ondergrondse schaduwbankcircuit. Liu: "Er staat niets op papier, maar je vangt 25 procent rente. Daar leefde ik van. We gingen met het vliegtuig naar Hongkong voor de weekendboodschapjes."

'Zonder nadenken stopte iedereen zijn geld erin'
Liu Yuehong

Als lemmingen liepen we achter de overheid aan, zegt een kennis van Liu die in hetzelfde project – vier kolenmijnen – investeerde. Ze is ambtenaar en wil haar naam niet prijsgeven. "De gemeente begon het sirenenlied over het bouwen van een nieuwe stad met privaat geld. Daar ga je blind in mee. Die verleiding is onweerstaanbaar."

Ai Weiwei

Symbool van het toppunt van geldsmijterij is Ordos100. Een plaatselijke multimiljonair trok de wereldberoemde kunstenaar Ai Weiwei aan voor een ‘culturele zone’ met een museum, hotel, kunstenaarsateliers en honderd villa’s van duizend vierkante meter per stuk, inclusief privézwembad en bediendenverblijf. Daar werden honderd hippe buitenlandse architecten voor ingevlogen.

Hun maquettes staan nog in het gesloten kunstmuseum. Het woestijnzand rukt op bij de ingang, stekelige struikjes nemen bezit van de vijf villa’s die half zijn gebouwd. Daarna verdween de geldschieter en was Ordos100 voorbij. "Niemand kijkt daarvan op. Iedereen heeft zijn eigen mislukking", zegt Liu.

Hij ging voor 5,6 miljoen euro het schip in toen de bodem uit zijn investering viel – de grootste geldschieter ging voor gaas wegens witteboordencriminaliteit. Toen kelderden in 2011 de steenkoolprijzen en stortte de vastgoedmarkt in. Kangbashi werd een spookstad: duizenden onbewoonde woontorens, uitgestorven straten. De enige bedrijfstak die floreerde was de tweedehandsautomarkt. Droombolides waren betaalmiddelen, net als sterke drank en appartementen. Er was nauwelijks geld in omloop, zegt Liu: "In het begin van de boom kochten we de duurste auto’s maar hadden we geen wegen. Nu liggen er fantastische snelwegen en zijn we onze auto’s kwijt."

Het gesloten kunstmuseum van Ordos.Beeld Photo News

Zijn Mercedes ging naar de schuldeisers, zijn geld is weg. Zijn schulden niet. Schrale troost: hij is niet de enige. De gemeente Ordos heeft zes keer meer schuld dan jaarinkomen – 39 miljard euro. Baotou heeft op ontdekkingsreis door de ‘verdekte schulden’ al voor 705 miljoen euro aan ongereguleerde leenconstructies gevonden.

Deze steden zijn geen uitzondering, maar regel. Gemeenten zijn voor een groot deel van hun budgetten afhankelijk van de centrale overheid. Die wijst geld toe op basis van economische cijfers. Omdat lagere overheden worden afgerekend op economische prestaties, rapporteren ze prachtige groeicijfers – op basis daarvan geeft Peking juist minder geld. 

De Chinese haute finance biedt uitkomst in de vorm van allerhande leenconstructies. Local Government Financing Vehicles (LGFV), Private Public Partnership (PPP), Private2Government (P2G): prachtig jargon voor schaduwbankieren buiten de gemeentelijke boekhouding om om aan geld voor projecten met een twijfelachtige economische ratio te komen. En wat overheden doen, doen staatsbedrijven ook, evenals ondernemers. De schaduwbanken worden gevoed met geld van mensen zoals Liu.

"Na alle aanmoediging zegt de overheid nu ineens dat onze schulden ‘individuele problemen’ zijn. Vandaar dat de rechtbank ’s ochtends drukker is dan de groentemarkt. Iedereen spant zaken aan tegen projectontwikkelaars. Die worden bij bosjes veroordeeld, maar dat heeft geen zin. Ze zijn failliet en dat blijven ze tot de gemeente haar schulden aan die bedrijven aflost", zegt Liu’s anoniem sprekende lotgenoot.

'Na alle aanmoediging zegt de overheid nu ineens dat onze schulden ‘individuele problemen’ zijn. Vandaar dat de rechtbank ’s ochtends drukker is dan de groentemarkt'
Anonieme getuige

Dat kan even duren: de gemeente was zo platzak dat zelfs de straatverlichting een tijd niet brandde. Liu: "’s Avonds zat iedereen in zijn donkere huis depressief te zijn. Projectontwikkelaars sprongen van hun torenflats, veel vrienden pleegden zelfmoord. Ik wilde ook dood." 

Tussen Baotou en Ordos ligt een boeddhistisch klooster genaamd Qingjing – helder en kalm. Een vriend bracht Liu daar onder, met zijn hoofd vol zelfmoordgedachten. "De monnik is gespecialiseerd in mensen die bankroet zijn. Failliete investeerders, zakenlui die aan de grond zitten: we overnachten en eten er gratis en leren onze zorgen over schulden loslaten."

Langzaam krabbelt Ordos op. De steenkoolprijzen trekken aan, spookstad Kangbashi heeft inmiddels honderdduizend inwoners. Maar het wantrouwen tegen alles wat met krediet te maken heeft, blijft. De plantsoenwerkers die groenstroken van de smetteloze snelwegen vol zetten met amandelbloesem willen alleen werken als ze per dag worden uitbetaald, zeggen ze. Ze zijn bang dat de gemeente niet genoeg in kas heeft voor een maandloon.

Boeddhabandje

Soms komen de bedragen die ik dit leven niet meer krijg afbetaald weer op me af, zegt Liu. "En daarmee de zelfverwijten. De monnik heeft me een geluidsopname met mantra’s gegeven. Voor innerlijke rust." Die draait hij, urenlang rondrijdend door de permanente fata morgana van futuristische hoogbouw en kunstmatige wetlands.

Tegenwoordig combineert hij die therapeutisch-spirituele ritjes met een nieuwe carrière als taxateur van lanweilou. Dat woord betekent ‘verrotte staart’ van economische ontwikkeling in de vorm van half afgebouwde flats, kantoorpanden en villawijken. Overal staan ze, bij duizenden: kapitaalsvernietiging op een onvoorstelbare schaal. Liu inventariseert lanweilou in opdracht van een bureau dat de bouwkundige staat onderzoekt. Heel soms is er interesse om zo’n gebouw af te maken – of te slopen.

"Dat is de enige sector waar de komende jaren groei in zit", zegt Liu. Van zijn bescheiden inkomsten kocht hij een Hondaatje. "Soms herinner ik me de geur van het leer van mijn Mercedes. Dan zet ik gauw mijn boeddhabandje op tegen de investeringskoorts."