Direct naar artikelinhoud
NieuwsZorg

Bemoeienis ministerie moet monster van de zorgbureaucratie kopje kleiner maken

De administratieve lasten voor zorgverleners moeten vanaf nu elk jaar verminderen. Het gevoel van artsen en verpleegkundigen is daarbij leidend: zij moeten in hun dagelijks werk ervaren dat zij minder tijd kwijt zijn aan onzinnige klusjes, alleen het op papier schrappen van onnodige administratie is niet voldoende. 

Sofie brengt veel tijd door achter de computer om dossiers van patiënten bij te werken.Beeld Freek van den Bergh/de Volkskrant

Dat blijkt uit een langverwacht plan dat de ministers Bruins, De Jonge en staatssecretaris Blokhuis gisteravond naar de Kamer hebben gestuurd: volgens de bewindspersonen ‘het meest concrete plan ooit’ om de overbodige papierberg in de zorg te elimineren.

Het plan heeft de titel (Ont)regel de zorg meegekregen, waarmee de bewindslieden de naam overnemen van het initiatief dat afgelopen jaar door zorgprofessionals zelf werd opgezet uit woede en frustratie over de rompslomp die het verlenen van zorg met zich meebrengt. Die campagne is een vervolg op het Roer Moet Om, een huisartsenbeweging die ten tijde van de vorige minister Schippers succesvol de regeldruk in de huisartsenpraktijk te lijf ging.

Draak

De zorgbureaucratie is als een zevenkoppige draak: hak je ergens een kop af, groeit er elders weer eentje aan. Dat monster voedt zich niet alleen met Haagse regeldrift; de inspectie heeft een trits veiligheidseisen, toezichthouder NZa verwacht kwaliteitsrapportages, alle 24 zorgverzekeraars eisen – elk op eigen wijze – minutieuze verantwoording over de besteding van het premiegeld, zorginstellingen zelf leggen eigen en verwijzende zorgverleners veel meer regeldrift op dan controlerende instanties noodzakelijk achten.

Dat alles leidt ertoe dat artsen en verpleegkundigen zo’n 40 procent van hun tijd kwijt zijn aan administratie, waarvan zij de helft als onzinnig beschouwen.

Met alle betrokken partijen zijn afgelopen jaar ‘schrapsessies’ georganiseerd. De oogst van die bijeenkomsten - 62 overbodige regels en handelingen die snel afgeschaft moeten worden - zijn voor het grootste deel opgenomen in het plan. Voor tien sectoren (van huisarts tot ggz, van farmacie tot gehandicaptenzorg) hebben de bewindslieden een lijst met concrete schrap- en verbeterpunten samengesteld. Per punt is benoemd wie ervoor moet zorgen dat dit punt voorgoed uit de dagelijkse zorgpraktijk wordt verbannen en per wanneer.

Bovendien wordt vanaf nu elk jaar aan zorgverleners gevraagd of zij al merken dat zij meer tijd aan zorg kunnen besteden doordat de bureaucratie is afgenomen.

Geen consequenties

In het plan staat ook dat VWS het ‘niet zal accepteren’ wanneer dit niet het geval is, maar consequenties verbinden de bewindslieden er niet aan. In een interview met de Volkskrant zegt minister De Jonge dat veel ervaren werkdruk voortkomt uit regels van de instellingen zelf, en dat dat het onmogelijk maakt sancties op te leggen. ‘Dat moet je ook niet willen; welke politie had je daarvoor willen inrichten?’. Staatssecretaris Blokhuis houdt in hetzelfde vraaggesprek wel de mogelijkheid open de inspectie in te schakelen bij te veel bureaucratie: ‘Als een instelling met een enorme wachtlijst kampt, zegt de inspectie: welke regels leiden tot die wachtlijsten?’

De praktijk wijst uit hoe lastig het is om overbodige regels in de zorg echt af te schaffen. De vijfminutenregistratie in de wijkverpleging, waarbij verpleegkundigen van elke vijf minuten moeten aangeven waar ze mee bezig zijn, is zelfs al meermalen bij het grofvuil gezet, maar tiert nog altijd welig, omdat zorgverzekeraars de wijkverplegers met een uurtarief contracteren, maar ook die tijdseenheid gespecificeerd willen zien. Onzinnige verantwoordingseisen waartegen Het Roer Moet Om een paar jaar geleden succesvol ageerde, sluipen nu weer terug de huisartsenpraktijk in. Bovendien schuiven aan de vergadertafels op het ministerie alleen overkoepelende organisaties aan: die moeten voor elkaar krijgen dat alle aangesloten leden – of dat nou zorginstellingen, patiëntenorganisaties of zorgverzekeraars zijn – zich houden aan de gemaakte afspraken, zonder dat zij daartoe concrete machtsmiddelen in handen hebben.

Toch is De Jonge optimistisch: ‘Als je het fanatisme ziet bij de mensen uit de praktijk om de berg papier te verminderen, dan twijfel ik niet aan de grote urgentie waarmee aan deze afspraken gewerkt zal worden.’  

Schouder aan schouder in de strijd tegen zorgbureaucratie: ‘Als een regel onzinnig is, kap er dan ook echt mee’

De roep om maatregelen tegen de verstikkende bureaucratie in de zorg klink al lang, maar tot dusver vergeefs. Drie bewindslieden komen met een ‘concreet en omvangrijk’ plan. Maar sancties hebben ze niet.