Direct naar artikelinhoud
BeeldvormersHarttransplantatie

Huidskleur en afkomst? Daar maalt een hart niet om. Als het maar mag kloppen

De rubriek Beeldvormers onderzoekt hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt. Deze week: harttransplantatie.

De ouders van Matthew Shetterly luisteren naar het hart van hun zoon dat klopt in het lichaam van Erv Basdon.Beeld Joshua Shetterly / The Baltimore Sun

Een lever kun je niet horen, die doet stilletjes zijn werk in het lichaam. Daarom luisteren de ouders van de 23-jarige Matthew Shetterly uit Maryland in de Verenigde Staten niet naar de lever maar naar het hart van hun overleden zoon, dat sinds twee jaar klopt in het grote lijf van Erv Basdon. Beide organen kreeg Basdon van Matthew, die in 2014 overleed na een overdosis heroïne. Zijn vader vond hem op de vloer van zijn kamer, een naald in zijn arm. Hij probeerde het hart van zijn zoon weer aan de gang te krijgen, maar het was te laat. Pas vorig jaar hoorde hij het weer kloppen, toen hij en zijn vrouw een stethoscoop tegen Basdons borstkas duwden.

Kadoeng kadoeng kadoeng, daar was het; onmogelijk, maar waar. De foto van dat moment werd gemaakt door een andere zoon van het echtpaar Shetterly. Eind vorig jaar werd het beeld gebruikt bij een artikel in The Baltimore Sun, over het almaar toenemende aantal dodelijke drugsslachtoffers in Maryland, en via Twitter belandde het vorige week op mijn keukentafel, waaraan ik er een tijdje om heb zitten huilen.

Dat kwam in de eerste plaats door het zichtbare, stille verdriet van die ouders. Ik neem althans aan dat het stil is. Wanneer je uit alle macht luistert naar het bonzende hart van je overleden kind, dan huil je waarschijnlijk zo zacht mogelijk, om geen enkele slag te missen. Het zal een gek soort verdriet zijn: diepe rouw met wellicht een sprankje blijdschap, dezelfde blijdschap die je als aanstaande ouder voelt wanneer je voor het eerst het hartje van je ongeboren kind hoort, dat zoveel sneller slaat dan je ooit had gedacht. Je ziet het niet, maar je hoort het wel, het is een kwestie van blind vertrouwen.

23 jaar later luisteren de ouders van Matthew opnieuw naar het hart van hun zoon en hoe anders is het deze keer. Ze krijgen geen echo mee naar huis, de allereerste foto van een kind, die een afdruk is van geluidsgolven die zichtbaar werden op een scherm. In plaats daarvan is er dit beeld, van het moment dat ze horen hoe het hart een doorstart maakte in een ander lichaam, hoe het pompt en zuigt alsof er niets gebeurd is.

Ik was ontroerd door die ouders en hun verdriet, door het aardige gezicht onder de cowboyhoed, door wat ik op deze foto zag en kon aanwijzen. Maar er was meer. John Szarkowski, die tussen 1962 en 1991 uitgroeide tot een legendarische fotoconservator van het Museum of Modern Art in New York, zei het zo: ‘It isn’t what a picture is of, it is what it is about.’ Het gaat niet om wat er op de foto staat, maar om waar die over gaat.

Waar gaat deze foto over? (Wát een moeilijk vraag, maar ik stel hem zelf, dus hop.) Over gelijkheid, denk ik. Want zie: het hart van een jonge, witte en – gezien de lengte van zijn ouders – niet al te grote man ging naar een oudere (het artikel in The Baltimore Sun vermeldt de leeftijd van Erv Basdon niet), zwarte en grote man, maar die tweede had net zo goed een jonge Aboriginal-vrouw kunnen zijn, of een Chinese transgender. En het enige waaraan die mensen hadden moeten voldoen om het hart van iemand anders te krijgen, behalve enkele lichamelijke, mechanische voorwaarden, zoals een overeenkomstig bloedtype en een goede conditie, was simpelweg: mens zijn.

Huidskleur en afkomst? Daar maalt zo’n hart toch niet om. Als het maar mag kloppen. En wie naar deze foto kijkt, ziet precies dat. Dat het klopt.