© sven van haezendonck

Laatste verkommerd pand op Zoutwerf gaat in de steigers

Het laatste verkommerde historische pand op de Zoutwerf, een van de mooiste Mechelse stadsgezichten, gaat voor een jaar in de steigers. Met 210.000 euro Vlaamse steun maakt een gezin van het monument opnieuw een woonhuis.

Sven Van Haezendonck

Een Mechelse familie die in het buitenland woont, heeft het 16de-eeuwse pand ‘In de stad Tienen’ gekocht. “Het gezin heeft zijn hart verloren aan dit pand. De familie heeft het van de vorige eigenares gekocht, maar het is erg verwaarloosd. We hebben er een jaar werk aan om het op te knappen. Ik hoop dat de familie hier volgend jaar kerst kan vieren”, zegt architecte Elfi Hermans. In de Dijlestad heeft het bureau van Beeck & Hermans al van meer dan honderd historische gebouwen de restauratie in goede banen geleid.

Praktisch al die projecten werden gerealiseerd met forse steun van de Vlaamse overheid. Een goed voorbeeld zijn de historische kerken in de binnenstad, maar ook naar het ‘kleinere’ erfgoed gaat aandacht. Zo kent Geert Bourgeois (N-VA), als Vlaams minister-president bevoegd voor Onroerend erfgoed, een premie van 210.295 euro toe voor het eerherstel. “Het waardevolle historische karakter van het pand wordt dankzij deze totaalrestauratie hersteld”, zegt minister-president Bourgeois.

Zeer slechte staat

De restauratie komt geen moment te vroeg, want het huis verkeert in zeer slechte staat. Dat valt meteen op als je de voorgevel bekijkt. “Een deel van de trapgevel is ooit uit voorzorg deels ontmanteld. De stukken liggen op de zolder. Nadien gaan we de gevel behandelen met kalkmelk of zelfs met minerale verf om hem opnieuw zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen”, vertelt architecte Elfi Hermans.

Een leuk detail in de zandstenen gevel is een klein beeldje dat op het eerste gezicht iets weg heeft van Opsinjoorke. “Daar zoeken we het verhaal nog achter. Het wijst er alleszins op dat het pand waarschijnlijk ooit een alleenstaand huis was”, zegt Hermans.

De restauratie beperkt zich overigens niet tot de gevels, want ook het interieur is danig onderkomen. “Vooral een restauratie van de stucwerkplafonds en de gebarsten muren is nodig, net als de vloeren die op bepaalde plaatsen rot zijn en verzakt”, vertelt Bourgeois.

Gedeelte gesloopt

Om de historische ruimtes beter tot hun recht te laten komen, worden latere en minder waardevolle toevoegingen verwijderd. “Dat is de voorbije weken gebeurd met onder andere de afbraak van een atelier en een veranda om een binnenkoer te creëren. Ondertussen zijn de werkzaamheden aan de ruwbouw begonnen”, zegt Elfi Hermans.

Eeuwen geleden was er in het gebouw een logementshuis gevestigd. “Op de bovenverdiepingen werden in de zestiende eeuw kamers verhuurd. Op de benedenverdieping was er een herberg. Wellicht was een van de herbergiers afkomstig uit Tienen en heeft het pand daaraan zijn naam ontleend”, legt Hermans uit. Later was het bekend als ‘De Pelikaan’. Al zijn er vermoedens dat geen van beide namen de originele is. “Verder bouwhistorisch onderzoek moet dat uitwijzen”, zegt de architecte.