© GOYVAERTS/GMAX AGENCY

Sylla: “Ik wil het beste voor KV, maar moet ook aan mijn toekomst denken”

Hét transferdossier van deze zomer bij KV Mechelen: Yacouba Sylla. Vertrekt hij of vertrekt hij niet? De 27-jarige Malinees speelde al in de Engelse Premier League, de Franse Ligue 1, Griekenland en Turkije. De Proximus League stond niet op zijn planning. Er wachten KV én Sylla nog twee spannende weken

voor de transfermarkt (tijdelijk) sluit.

DIETER PEETERS

Zelfs na de zwaarste training van de week lijkt Yacouba Sylla niet vermoeid. Krachtoefeningen, spurtjes trekken, oefeningen op balbezit en afwerking. Denis van Wijk trakteert zijn ­jongens twee uur lang op het hele gamma. “Een keer per week gaan we fysiek tot het uiterste. Daarna ligt het accent op de tactiek voor de wedstrijd”, lacht een opgewekte Sylla. “Na de degradatie was het even moeilijk, want we ­lagen lang stil. Met een voorbereiding van ­anderhalve maand zijn we er weer klaar voor. Oké, de start was niet wat we hadden gehoopt, maar twee punten op verplaatsing is ook niet slecht, hé.” Sylla wil zich geen optimist ­noemen, maar een realist. “Het is anders ­voetballen. Dit seizoen zijn wij de grote ­favoriet. Iedereen wil winnen tegen ons. Daar had de trainer ons voor gewaarschuwd.”

Heeft die waarschuwing dan haar effect gemist? Of is er een andere reden waarom het tot nog toe wat stroef loopt?

“Helemaal niet. We weten dat we niet ­nonchalant mogen zijn, maar iedereen zoekt nog een beetje naar zijn beste niveau. Dat is normaal, we missen nog wat automatismen. Op het middenveld lukt het goed met Rob Schoofs, ik ken hem door en door. Maar de ­spelers rondom ons spelen nog niet zo lang ­samen. Onur Kaya bijvoorbeeld kan ongelooflijk voetballen, de nu geblesseerde Berrier ook. We moeten gewoon allemaal nog wat wennen aan elkaar. De aanvallers aan de middenvelders, de middenvelders aan de verdedigers... We hebben weinig tijd, gezien de competitieformule, maar we mogen niets overhaasten en vooral niet twijfelen. Nu komt er een thuismatch, dan gaat het wat anders zijn.”

Ben je zelf tevreden over je niveau dit seizoen? Of speelt die transfer toch in het hoofd?

“Ik ben absoluut niet tevreden, maar dat ligt niet aan een mogelijke transfer. Niemand in de ploeg is echt tevreden met de huidige prestaties. Er zijn positieve zaken, maar we kunnen beter. Hopelijk begint dat dit weekend in eigen huis, want onze supporters zijn ronduit fantastisch. We hebben goede spelers, maar zonder de supporters lukt het niet. Zij sleuren ons door de moeilijke momenten. Daarom willen we als ploeg iets teruggeven. Heb je gezien hoeveel volk er was op Roeselare? Ik heb al in veel ­landen gespeeld, maar zo’n sfeer heb ik nog maar zelden meegemaakt. Zelfs na twee gelijke spelen, hé! Dat doet goed aan het hart.”

Speelt die fanatieke aanhang van Malinwa een rol in je beslissing?

(Denkt lang na) “Eerlijk, niet echt. Ik speel voor een club, maar ook voor mezelf. Het gaat ook over mijn toekomst. De supporters staan aan de zijlijn en ze steunen me geweldig. Maar ze staan niet in mijn schoenen. Het gaat niet om de supporters, of de club, of om wat ik wil. Het is een beetje alles samen.”

Hoe is jouw contact met het bestuur op dit moment? Begrijpen ze jouw situatie?

“Absoluut. Mijn broer, die mijn zaken ­behartigt, en ik hebben uitgebreid gesproken met Stefaan Vanroy (sportief directeur, red.). Ik respecteer hem enorm. In januari is hij naar Parijs gekomen om mij te overtuigen. Hij zegt altijd rechtuit wat hij denkt. Een beetje zoals de coach. Dat ­apprecieer ik. Want iedereen heeft zijn belangen. Zowel de club, als ikzelf. We proberen samen een ­oplossing te vinden.”

Hangt de transfer dan af van welke club zich aandient?

“Nee, totaal niet. Eerlijk: ­alles kan. Als je naar mijn ­palmares kijkt. Aston Villa, Panathinaikos, Montpellier, Rennes… Plots zit je dan in tweede klasse. Dat is vreemd. En dat maakt een vertrek ook moeilijker. ­Geïnteresseerde clubs zien dat als iets negatief, ook al speelde ik vorig seizoen op hetzelfde niveau als anders. Sommigen denken dat een ­degradatie het makkelijker maakt om te vertrekken, maar dat is niet zo. Ik ben nu hier bij KV Mechelen en als er een club komt, bespreek ik dat samen met het bestuur.”

Caen en Stade Brest waren al geïnteresseerd? Waarom is dat niet doorgegaan?

“Die clubs hebben inderdaad ­geprobeerd, maar dat is geen stap vooruit. Ik ga in België ook niet voor een andere club spelen, dat zou niet logisch zijn. Dan blijf ik ­liever bij Mechelen.”

En een avontuur in het Midden-Oosten?

“Je bent goed geïnformeerd. (lacht) Dat wijs ik zeker niet per definitie af. Ik heb geen schrik van een uitdaging. Als er niets komt, dan blijf ik met plezier. Maar iedereen weet wat mijn wens is.”

Jouw oudste broer is je manager, is dat een voordeel?

“We zijn met drie. Mijn oudste broer regelt ook de zaken van mijn kleinste broer Moussa, die bij Monaco speelt. We hangen erg aan elkaar. Voetbal is business tegenwoordig. De ­afgelopen jaren ben ik vaak van club moeten veranderen omdat mensen wilden profiteren van mij. Dat is gedaan, daar heb ik uit geleerd. We lossen nu alles op als familie. Ik word niet meer onder druk gezet of gestroopt door ­anderen. Mijn carrière is het belangrijkste, niet het geld.”

Een belangrijke reden voor een eventuele transfer is je plaats bij de nationale ploeg. Hoe staat het daar mee?

“Sinds de nieuwe bondscoach er is, heb ik niet meer gespeeld. Voordien was ik de kapitein. Toen Mali in maart tegen Japan speelde in Luik, heb ik een gesprek gehad met hem. Hij vertelde me dat ik op een hoger niveau moest spelen, zoals ik voordien deed. De nationale ploeg ligt me erg na aan het hart. Ik wil nog een rol spelen, want ik ben nog altijd maar 27 jaar. Deze zomer wil ik de Africa Cup spelen. Mali heeft een enorm sterke lichting met Diaby van Brugge, Djenepo van Standard, Yatabaré van Antwerp en heel wat spelers bij Europese topclubs. We maken een kans om all the way te gaan. Dat wil ik niet missen.”

Als Malinwa niet gedegradeerd was, zouden we nu niet discussiëren over een transfer. Spelen de resultaten van de komende weken ook een rol in jouw beslissing?

“Voor mij niet. (resoluut) Dat zou wel heel egoïstisch zijn. Het is geen kwestie van twee, zes of negen punten. Ik hou van de club en ik voel me hier goed. Waar mijn toekomst ook ligt, ik geef me 100 procent om KV Mechelen aan de promotie te helpen. Natuurlijk wil ik ook het beste voor mezelf. Als ik morgen moet vertrekken, dan is dat zo. Dat is het leven. Maar sommige clubs ­willen me nu tot op het laatste ­moment laten wachten. Sorry, daar doe ik niet aan mee. Ofwel neem je me direct, ofwel niet. Met mijn voeten speel je niet. Ik ben geen soldenartikel.”

Het leven in België bevalt je wel.

“Ja. Veel beter dan in Frankrijk of elders, moet ik zeggen. De mensen hier respecteren je en laten je met rust. Als ik in Brussel de metro neem, valt niemand mij lastig. In Frankrijk zouden ze staan filmen of op Twitter over me roddelen. Dat gebeurt hier niet en dat apprecieer ik.”

Het viel me op dat bijna iedereen met een Mercedes van de club rijdt, behalve jij. Is dat een teken?

(Lacht luid) “Haha, nee, zeker niet. Dat maakt me allemaal niet uit. De club laat ons kiezen of we een deel van ons loon ­laten omzetten in een auto, maar ik had al mijn eigen auto. Auto’s of andere materiële zaken boeien me weinig.”

Morgen de eerste thuismatch in het vernieuwde AFAS-stadion. Kan dat jou overtuigen om te ­blijven?

“Dat kan. (lacht) Zoals ik zei, alles kan ­gebeuren de komende twee weken. Ik kijk ­alvast enorm uit naar de match tegen Lommel.”

MEER OVER KV Mechelen