Direct naar artikelinhoud
InterviewAndré Villas-Boas

Villas-Boas, ex-toptrainer, vindt dat voetballers luiwammesen zijn: ‘Voetbal is een hobby voor spelers, geen beroep’

Toptrainer André Villas-Boas, ooit werkzaam bij Tottenham Hotspur en Chelsea, vindt dat voetballers veel meer arbeid moeten verrichten. Ze blijven ver achter bij andere sporters. De Portugees, momenteel zonder werk, vertelde dit onlangs bij een trainerscongres in Zeist. 

André Villas-Boas.Beeld AFP

Een cultuurverandering is nodig om de profvoetballer meer uren te laten maken. Dat stelt André Villas-Boas, toptrainer zonder club. ‘Voetbal is een hobby voor ze, geen beroep.’

Bondscoach Ronald Koeman zat vorige week in Zeist op de eerste rij bij de lezing van André Villas-Boas (41), de Portugese toptrainer zonder club die een trainerscongres opluisterde. Koeman vond zijn verhaal interessant maar ook wat bitter, onder meer toen Villas-Boas vertelde dat je als trainer 10 duizend euro per maand moet betalen om bepaalde journalisten gunstig te stemmen.

Later die avond, in een gesprek met twee verslaggevers, relativeerde Villas-Boas die uitspraak, mogelijk omdat hij was geschrokken van de mogelijke impact. ‘Je weet dat je een paar goede interviews nodig hebt. Wat je betaalt is goed media-advies, om goede interviews te krijgen, om je imago bij te schaven desnoods.’

Is hij trainer of voormalig trainer? Hij weet het niet. ‘Ik ben een hippie die ook van autoracen en snowboarden houd.’ Zeker is dat hij, van adellijke komaf, een wonderlijke loopbaan beleefde. Als piepjong ventje rolde hij het trainersvak in dankzij Bobby Robson, met wie hij in een appartementencomplex woonde in Porto. Hij klom op tot assistent van José Mourinho en won als zelfstandige trainer bij Porto de Europa League in 2011. Daarna volgden Chelsea, Tottenham Hotspur, Zenit St. Petersburg en Shanghai in China, met wisselend succes.

Nu doet hij onder meer onderzoek naar de beleving van topsporters, onder meer in tennis, golf, zwemmen en basketbal. ‘Het gaat daarbij om toewijding. Geen voetballer besteedt zoveel aandacht aan zijn sport als andere topatleten, of het nu om de technische of psychologische kant gaat, voorbereiding of kennis over tegenstanders. Zes, zeven uur dagelijks, dat haalt geen voetballer, en die gewoonte vloeit voort uit een cultuur van veertig jaar. Wat afwijkt van die norm? Voetbal bij de nationale teams. Want daar hebben spelers verder niets te doen. Dan heeft de trainer ze acht uur per dag tot zijn beschikking.

‘Clubs moeten die cultuur veranderen. Zo van: we zijn hier bij Ajax, we maken zeven uur per dag. Mijn tijd bij Chelsea en Spurs? Om 12.30 uur zat de dag erop. Als de coach zei: ‘We gaan door tot 15.00 uur’, dan zeiden ze: ‘Man, doe niet zo gek.’ Zelfs in China was dat zo. Spelers arriveerden om 9.30 uur. Ze ontbeten en trainden anderhalf uur. De lunch was facultatief. Als ik meldde dat ze tot 15.00 uur moesten blijven, zeiden ze: ‘Kom op baas, ik moet de kinderen van school halen.’

‘Het gemiddelde aantal trainingsuren is nog geen drie. De prof moet veel meer beschikbaar zijn voor de club. Niet voor marketing, maar voor zijn eigen ontwikkeling. Meer training, meer analyse, meer voorbereiding. Voetballers hebben hun talent, maar voetbal is een hobby voor ze. Geen beroep.’

Financiën

Villas-Boas heeft ook moeite met de nieuwe financiële realiteit in het voetbal. Mede daarom is hij blij dat Ajax en zijn oude club Porto de kwartfinales van de Champions League bereikten. ‘Eigenlijk zijn Ajax en Porto grotere clubs dan Manchester City en Paris SG. Supporters van die clubs kunnen nu dromen van prijzen die nooit realistisch waren. Ajax is een supergrote club, Porto ook, Boca Juniors ook. Alleen: Ajax en Porto hebben niet de economische macht om met de werkelijk groten van tegenwoordig te concurreren. Dat gat wordt groter en groter. Als Porto en Ajax de halve finales bereiken, zou dat een buitengewone prestatie zijn.

‘Voetbal heeft nieuwe leiders, nieuwe eigenaren. Chinezen, Amerikanen, Russen, Qatari. Wij, coaches en spelers, moeten ons aanpassen aan dat nieuwe leiderschap. Zij vragen steeds vaker resultaten. Die zijn belangrijker dan filosofie. De druk op een coach is extreem. Ruimte voor ontwikkeling is er nauwelijks. Het spel profiteert daarvan niet. Afgezien van Josep Guardiola, die een meester is in innovatie, gebeurt er vrijwel niets. Het WK bracht niets nieuws. We zagen geweldig veel doelpunten uit spelhervattingen. Spelers missen creativiteit, coaches zijn conservatief.

‘Het is de vraag waar die ontwikkeling naartoe gaat. De macht van spelers en zaakwaarnemers groeit. Clubs maken schulden. Transfersommen stijgen. Misschien voor het eerst hebben we veel topcoaches zonder baan: Conte, Mourinho, Blanc. Ik? Nou ja, ik had het over de absolute top. Dan zijn er coaches die geregeld een sabbatical nemen: Tuchel, Klopp, Guardiola, Zidane.’

Zidane 

Tijdens het gesprek wordt bekend dat Zidane terugkeert bij Real. Villas-Boas, verbaasd: ‘Hij verlaat Real Madrid na drie gewonnen Champions Leagues en keert terug als het team op het absolute dieptepunt is aanbeland. Wat is de beweegreden van president Perez?’

Telt filosofie nog in tijden van resultaatdenken, of gaat het alleen om winnen? ‘Ik zou het fijn vinden als een voorzitter aan mij vraagt: wat is jouw winratio? 62 procent. Oké, dat is genoeg. Kom, jij bent mijn coach, want die andere trainer heeft 61 procent. Zo’n keuze is beter dan al die fakedingen als: wat is jouw filosofie? Wat wil je doen met de club? Welke veranderingen ga je aanbrengen? Dan vertel je wat je wilt doen, maar na een paar nederlagen word je ontslagen.’