Onrust in Wenen over spionage door Duitsland
Wenen
‘Spioneren onder bevriende staten is niet alleen ongewoon en onwenselijk, het is onaanvaardbaar’, zei de Oostenrijkse president Alexander Van der Bellen. Samen met zijn bondskanselier Sebastian Kurz reageerde Van der Bellen op berichten over uitgebreide afluisteractiviteiten van de BND in Oostenrijk.
De Oostenrijkse leiders voerden zaterdag in Wenen crisisoverleg, nadat de krant Der Standard en het magazine Profil hadden gemeld een bestand van de BND toegestuurd te hebben gekregen waaruit zou blijken dat de Duitse inlichtingendienst in de jaren 1999-2006 systematisch de telecommunicatie van een aantal instellingen in Oostenrijk in de gaten heeft gehouden.
Het zou gaan om zeker tweeduizend telefoon-, fax-, en mobiele verbindingen en e-mailadressen. De BND zou aan de hand van een aantal zoektermen, zoals TEF (terrorismefinanciering) en GWI (geld witwassen internationaal), gespeurd hebben naar relevante inhoud. De zo verkregen informatie werd gedeeld met andere diensten.
bloemlezing
Der Standard publiceerde een bloemlezing uit de lijst van ‘doelwitten’ die de BND in het vizier had. Daarop staan onder meer de kanselarij, verscheidene ministeries, banken, bedrijven en de Handelskamer. Verder een aantal ambassades – waaronder die van Iran, Israël, Noord-Korea, Rusland en de Verenigde Staten – en in Oostenrijk gevestigde afdelingen van organisaties als de VN, het oliekartel OPEC en de internationale ‘atoomwaakhond’ IAEA. Bovendien prijken op de lijst namen van wapenhandelaren en van terrorisme verdachte personen. Het feit dat er niet alleen grote, maar ook kleinere bedrijven genoemd worden, heeft de vraag doen opkomen of er ook sprake is geweest van bedrijfsspionage – een activiteit die behoort tot de taken van de BND.
‘enorme’ omvang
Dat de BND spioneerde in Oostenrijk en andere lidstaten van de Europese Unie, had het Duitse blad Spiegel al in 2015 gemeld. Oostenrijk stelde destijds een onderzoek in, maar dat leverde weinig op. Wel regelde Duitsland in 2016 bij wet dat spionage bij bevriende landen moest ophouden.
Harder dan de spionage zelf is in Oostenrijk de omvang daarvan aangekomen. Kurz noemde die ‘enorm’ en eist nu dat Duitsland openheid van zaken geeft over wie door de BND is gemonitord en wanneer de instantie daarmee is gestopt. Verder wil hij de garantie dat eventueel opgeslagen informatie wordt verwijderd.
Verscheidene oppositiepartijen willen dat de Nationale Veiligheidsraad de kwestie vandaag bespreekt.
Inmiddels bekijkt een Duitse parlementaire onderzoekscommissie voor de inlichtingendiensten of het gaat om nieuwe beschuldigingen aan het adres van de BND, of om zaken die in 2015 al bekend waren. Eind deze week worden de eerste bevindingen verwacht. <