Direct naar artikelinhoud

Brussel stelt dat 'niets doen geen optie is' en opent de aanval op nepnieuws

De Europese Commissie wil een gedragscode voor online-platforms als Facebook, Twitter en Google en een Europees netwerk van betrouwbare factcheckers om de aanzwellende stroom van misleidende en valse informatie tegen te gaan. EU-diplomaten zijn kritisch en voorzien Brusselse bemoeizucht met de media.

Europese Commissie moedigt ook lesprogramma's aan die scholieren nepnieuws leren herkennen
Beeld ANP

‘Niets doen is geen optie’, stelt de Commissie in haar voorstel over het bestrijden van ‘desinformatie’ dat ze donderdag presenteert. Volgens Brussel ondermijnt nepnieuws de democratie en de samenleving. Acht op de tien jongeren ziet het verschil niet tussen nep- en echt nieuws, blijkt uit EU-onderzoek. Een kwart van de berichtgeving op Twitter over de Duitse presidentsverkiezingen (2017) was ‘junk news’ volgens de OESO. Bij de Franse presidentsverkiezingen was dat eenderde, bij de verkiezing van Trump in de VS de helft.

Veelkoppig monster

De Commissie waarschuwt voor de ‘ongekende schaal en precisie’ waarmee misleidende informatie en leugens worden verspreid, helemaal als persoonlijke data worden misbruikt voor campagnes. Debatten over klimaatverandering, migratie, veiligheid, terrorisme en gezondheidszorg (vaccinaties) worden systematisch vervuild door nepnieuws. Zowel binnenlandse als buitenlandse personen en organisaties maken zich schuldig aan deze manipulatie, aldus de Commissie.

Omdat nepnieuws een veelkoppig monster is, bepleit de Commissie een omvattende aanpak. Ze waarschuwt tegelijk voor al te hoge verwachtingen (‘er zijn geen snelle oplossingen’) en toont zich bewust van de politieke gevoeligheid over de vraag wat nepnieuws is door expliciet satire en partijpolitieke informatie hiervan uit te sluiten. 

Vraagtekens

Nepnieuws is volgens de Commissie ‘aantoonbaar valse of misleidende informatie’ die wordt verspreid vanwege economisch gewin of om bewust de burgers te bedriegen en de samenleving te schaden. EU-diplomaten tonen zich niettemin sceptisch. Zij vragen zich af wie bepaalt wat ‘vals en misleidend’ is en vrezen ongewenste druk op de vrije nieuwsvoorziening.

Om de burger te beschermen wil de Commissie samen met de sector (providers, platforms), overheden en consumentenorganisaties een gedragscode voor informatie op internet opstellen. Tot nog toe is de sector veel te laks, vindt de Commissie. De code moet al in juli klaar zijn en sociale media als Twitter en Facebook aanzetten om inzicht te geven waar hun informatie vandaan komt, wie ervoor betaalt, wie er adverteert en wat via robots wordt verspreid. Valse accounts dienen te worden verwijderd en gebruikers moeten snel kunnen zien hoe betrouwbaar de verkregen informatie is.

Voor dat laatste bepleit de Commissie een Europees netwerk van factcheckers dat zelf nieuws onderzoekt en standaarden ontwikkelt voor nationale feitencheckers. De sociale media moeten zich strikt aan de nieuwe Europese privacywetgeving houden. De Commissie dreigt met bindende regels als de gedragscode te weinig effect heeft.

De jeugd

De Commissie moedigt aan dat er speciale lesprogramma’s komen voor scholieren over het herkennen van nepnieuws. Verder komt er EU-geld voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën die misleidende verhalen op internet kunnen opsporen. De Commissie benadrukt verder de rol van kranten, radio en tv bij het verspreiden van betrouwbare informatie en wijst erop dat staatssteun voor deze traditionele media soms is toegestaan (bij training van journalisten, opzetten nieuwe diensten).

De Commissie overweegt tevens ‘strategische antwoorden’ op leugenachtige verhalen over de EU. Vooralsnog is er geen speciale website voorzien met voorbeelden van misleidend nieuws. Zo’n publieke schandpaal bestaat er wel voor pro-Russisch getint nepnieuws. Deze website (DisinfoReview) veroorzaakte onlangs ophef in de Tweede Kamer omdat ze een aantal Nederlandse media (Radio1, De Gelderlander, Geen Stijl) als verspreiders van nepnieuws aanmerkte. Hoewel de website haar excuses aanbood (er waren fouten gemaakt door slechte vertalingen) eist de Kamer dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken in Brussel het opheffen van de website aankaart.