Direct naar artikelinhoud

Hoeveel helderheid geeft de Wet Openbaarheid Bestuur nu eigenlijk?

Er is in het verleden veel gevochten over het al dan niet openbaar maken van afspraken en uitwisselingen van standpunten tijdens de kabinetsformatie. Daarbij bood de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) pleitbezorgers van bestuurlijke transparantie nooit houvast.

Premier Mark Rutte en de bewindslieden van het kabinet Rutte III in vak k tijdens een plenair debat in de Tweede Kamer over de regeringsverklaring. ANP REMKO DE WAALBeeld ANP

Nu de memo’s over de afschaffing van de dividendbelasting (scheelt de schatkist 1,4 miljard op jaarbasis) toch openbaar zijn gemaakt, komt – zonder toepassing van de WOB – tóch iets naar buiten. Dat wat velen al vermoedden lijkt nu bevestigd: Rutte en zijn coalitiegenoten bleken gevoelig voor de lobby van mutinationals als Unilever.

Deskundigen op het gebied van staats- en bestuursrecht wijzen er op dat het (moeten) openbaren van wat er tijdens formatiebesprekingen door de onderhandelende partijen wordt uitgewisseld en besloten ‘zijn grenzen kent’. Zo is op te maken uit tal van procedures bij de bestuursrechter, waar pleitbezorgers van ‘transparantie’ keer op keer bot vingen.

De Wet Openbaarheid Bestuur wordt steeds vaker met succes toegepast, bijvoorbeeld door de pers, maar er zijn bepaalde terreinen waarop de rijksoverheid niet verplicht is openbaarheid te verschaffen. Dat geldt bijvoorbeeld voor informatie waarbij de staatsveiligheid in het geding kan komen en ook stukken die het Koninklijk Huis raken zijn niet te ‘wobben’. Maar het geldt dus ook voor wat tijdens kabinetsformaties wordt uitgewisseld.

Wetenschappelijke doeleinden

De gewenste transparantie wordt vaak wel geboden voor wetenschappelijke doeleinden. Als een wetenschapper – bijvoorbeeld in het geval van de dividendbelasting – met het ministerie van Financiën overeenkomt dat alle relevante stukken mogen worden ingezien, ook de opvatting van het kabinet, dan zijn daar wel strikte voorwaarden aan verbonden.

Vergelijk het met de manier waarop historicus Cees Fasseur wel toegang kreeg tot allerhande stukken uit het Koninklijk Archief, terwijl journalisten die een beroep deden op de WOB om diezelfde stukken te mogen inzien bot vingen.

Onderzoek

Dat is ook de insteek van de Amsterdamse hoogleraar concernbelastingen Jan van de Streek (Universiteit van Amsterdam) die in beroep is gegaan tegen de afwijzing van het WOB-verzoek om de memo’s over de afschaffing van de dividendbelasting openbaar te maken. Het is Van de Streek niet zozeer te doen om de huidige politieke commotie of de succesvolle lobby van een multinational als Unilever, maar veeleer écht onderzoek te kunnen doen naar wat dividendbelasting nu wel of niet aan positief effect heeft op de Nederlandse economie.

In zekere zin voert Van de Streek nu een achterhoedegevecht, zeggen specialisten staats- en bestuursrecht, want Rutte heeft onder de aanhoudende kritiek toch besloten de memo’s openbaar te maken. Nu al staat vast dat het besluit hem schade berokkent aangezien ambtenaren van het ministerie van Financiën het schadelijk vinden dat de premier zijn oren heeft laten hangen naar lobbyisten.

‘Dat is de zwakte van ons bestel en dat blijkt telkens weer tijdens kabinetsformaties’, zegt een deskundige. ‘De politiek is gevoelig voor een lobby. Dat gaat altijd al zo, heus niet alleen tijdens de jongste formatie. Als je daar openheid over verlangt kun je die niet met de WOB afdwingen.’