© mia

Als een gewone marathon niet zwaar genoeg is

Retie miste een parcours vol heftige hindernissen, moeilijke manoeuvres en zware objecten. Dat vonden Yves Beckers (44) en het team van OCR België althans. Daarom openden ze het eerste OCR-parcours in de Kempen: The Field. OCR is de afkorting van obstacle course running.

Annick Wellens

Waarom zou u binnen fitnessen als het ook buiten kan? Obstacle course running of OCR is een van de nieuwe trends waarmee sportfanaten zich uitleven.

“Je kan het makkelijk vergelijken met een militair hindernisparcours, maar veel moeilijker en vooral technischer”, legt Yves Beckers uit.

Yves is zelf al enkele jaren een hevige OCR-liefhebber en besloot daarom met Pieter-Jan Buyse (34) en Tommy Van Acker (34), teamleden van OCR België, een trainingskamp in de Kempen te bouwen. “Het parcours hebben we in twee weken tijd opgebouwd.”

Het resultaat is impressionant. Een tiental lenige mannen en twee gespierde vrouwen zijn al druk in de weer met het uittesten van het nieuwe speelgoed. Ze slingeren behendig door de lucht en klampen zich vast aan touwen, haken, ladders en tal van andere attributen.

Thibault Debusschere (30) is Europees kampioen bij de OCR-elite en toont hoe het moet. “Gewoon met je borst naar voren zwieren en naar de volgende hendel grijpen.”

Zogezegd, maar niet zo gedaan. Ten eerste kan u maar beter geen hoogtevrees hebben omdat u bij de meeste oefeningen ongeveer twee meter boven de grond bengelt. Eenmaal u zichzelf daarover zet, is het goed om onbevreesd te zijn. Als u ongeoefend bent, is de kans groot dat u valt. Ik val vier keer terwijl ik het parcours maar vijf keer uittestte. Oeps.

Waarom?

Hoe geraakt iemand verknocht aan deze sport? Celina (28) turnde vroeger, maar een rugblessure maakte dat onmogelijk. Als een aapje door de lucht slingeren, lukt haar nog wel. Goed zelfs: “Je moet vooral met je schouders en armen werken, wat als vrouw een beetje moeilijker is. Maar met de juiste techniek kan je je armen sparen.”

Celina was een jaar geleden nog nummer één in België en verdedigde de landstitel op het wereldkampioenschap. Met trots. “Maar ik ben blij dat de sport aan populariteit wint bij vrouwen. Zo is de competitie een beetje groter.”

Yves nam enkele jaren geleden deel aan een bootcamp. “Om af te vallen.” Daar leerde hij vrouwen kennen die geregeld aan een OCR-wedstrijd deelnamen. “Van het een kwam het ander. Nu ga ik zelf bootcamps geven waarbij we gebruik zullen maken van dit parcours.”

Daarnaast organiseren Yves en zijn team een maandelijkse training zodat de competitiebeesten zich optimaal kunnen voorbereiden op een naderende wedstrijd.

Een OCR-wedstrijd is niet zomaar een hindernisparcours. Het wordt in looppas afgelegd. Alsof tien, twintig of zelfs veertig kilometer lopen niet voldoende is, zoeken sommige sportievelingen een grotere uitdaging door barrières aan de tocht toe te voegen. Sportfanaten showen hun kunde tijdens bekende wedstrijden zoals Strong Viking, Spartacus Run en Titan Run. “Daar komt meestal modder of water bij kijken”, vertelt Yves. “Niets versterkt het groepsgevoel als je samen eens goed vuil te maken.”

Populariteit

Al is het team van OCR België razend enthousiast, de sport is nog niet zo populair in België en voor sommigen zelfs onbekend. “In Nederland is het een echte trend. Daar vinden ook veel wedstrijden plaats”, besluiten de sportievelingen volmondig. “Pas op, wij doen het wel beter hoor”, vervolgen ze met een brede grijns.

Met het gloednieuwe parcours in Retie hopen de Belgen anderen warm te maken voor de sport. Het parcours is tijdens het weekend voor iedereen geopend. “Ook niet-leden zijn welkom.”

Na de start

Thibault Debusschere en Arne Cauchie (26) zijn twee competitiebeesten die enthousiast de titel van de Belgen verdedigen. Wie Thibault wil verslaan, zal sneller dan een uur en twintig minuten moeten lopen over zestien kilometer mét hindernissen. Arne schrijft zich meestal in voor de marathons. “Het duurt ongeveer vijf uur voordat ik de finish haal”, zegt hij. “Als ik me inschrijf, doe ik dat met volle goesting. Ook het trainen vind ik leuk. Maar eenmaal de wedstrijd start, vraag ik me na een uurtje af waarom ik in godsnaam meedoe.”

www.thefield.be