Kruimeldief: Een getallenspreuk
Wijsheid van Jezus Sirach 26, vers 5 en 6: Voor drie dingen ben ik bang, en voor een vierde ben ik zeer beducht: laster in de stad, een massa die te hoop loopt, valse aanklachten – alle zijn erger dan de dood. Maar tot een gekweld ?hart? en groot verdriet, leidt een vrouw die jaloers is op een andere vrouw, en die roddelt met de gesel van haar tong.
In een zomerserie over getallen in de Bijbel mogen de getallenspreuken niet ontbreken. Ieder die een beetje thuis is in de Bijbel kent ze. Maar hoe bekend is bekend? De boom in de bocht op de weg naar huis, de boom die je iedere dag passeert, is het een es of een esdoorn? De een weet het, de ander heeft er nooit op gelet, de derde kent het verschil niet.
Wat is de bedoeling van een getallenspreuk? De stijlfiguur komt het vaakst voor in Spreuken 30. Twee voorbeelden: drie dingen worden nooit verzadigd, vier dingen zeggen nooit ‘Het is genoeg’: het dodenrijk, een onvruchtbare schoot, een uitgedroogd stuk land en het vuur, dat ook nooit zegt ‘Het is genoeg.’ Drie dingen zijn te wonderlijk voor mij, vier dingen kan ik niet bevatten: de vlucht van een arend hoog aan de hemel, het glijden van een slang over de rots, de vaart van een schip op volle zee, de weg van een man naar een meisje. Van een iets ander type: Zesmaal zal Hij je redden in gevaar, ook de zevende maal zal je niets overkomen, Job 5 vers 19. Zo zegt de Here: om drie overtredingen van Damascus, ja om vier, zal Ik het niet herroepen, Amos 1 vers 3.
De constructie is consequent stijgend. Je zult geen getallenspreuk vinden van – ik verzin maar wat – dit type: vier zaken vermoeien mij, ja, drie matten mij af, of: vier keer heb ik geroepen, drie keer mijn stem verheven. Het eerste getal functioneert als opstap naar het tweede. Er wordt een lijn getrokken naar, ja, naar wat? Zijn er werkelijk maar vier zaken die te wonderlijk waren voor Agur? En redt de Here niet meer dan zeven keer? Deze vragen zijn in de getallenspreuk niet aan de orde. De lezer kan vrij aanvullen: aan de vier zaken die voor Agur te wonderlijk waren, kan gerust de aan het plafond hangende gekko of de kiemkracht van een gerstekorrel worden toegevoegd. En Damascus had ongetwijfeld meer dan vier strepen op haar kerfstok. Vier staat bij Amos voor een volheid aan overtredingen en Agur verwonderde zich over alle wonderen van Gods schepping.
Een mooi voorbeeld van het feit dat de getallen in deze spreuken boven de eigen waarde uit wijzen, vormt Spreuken 6 vers 16: Zes dingen haat de HEER, zeven dingen zijn Hem een gruwel. Zes is hier per saldo betekenisloos, en zeven hier niet specifiek het getal der volheid. Er zijn meer dan zeven zaken te vinden in de Bijbel die de Here een gruwel zijn. Het tweede getal symboliseert, hoe concreet ook, een onbepaalde totaliteit.
Was u daar één, twee, drie opgekomen?