Direct naar artikelinhoud
Boekrecensie

Een god pleegt geen aanslagen ★★☆☆☆

► In de Grote Moskee van Brussel.Beeld ID/ Dieter Telemans

NON-FICTIE. Paul Cliteur en Dirk Verhofstadt gaan in In naam van God. Elke dag een aanslag op zoek naar de bronnen van wat zij 'theoterrorisme' noemen. Dat doen ze met vuur, maar de werkelijkheid verdient meer nuance.

Het lijvigste hoofdstuk schreeuwt het al uit: "een dagboek van wat 2017 aan geweld in naam van God bracht". Dat is bedroevend. Daarmee krijgen titel en subtitel van hun boek hun verantwoording, maar tevens het hele boek zijn aanleiding: Cliteur en Verhofstadt denken gedreven na over wat zij treffend 'theoterrorisme' noemen.

In de eerste drie hoofdstukken die aan het dagboek voorafgaan, focussen zij op wat zij beschouwen als enkele bijbelse grondslagen van religieus geweld in christendom, islam en jodendom. Tevens gaan ze dieper in op een aantal ophefmakende moorden in de wereldgeschiedenis. Na het dagboek maken verhalen en feiten plaats voor beschouwingen en perspectieven, waarbij het verlichtingsdenken en de seculiere samenleving de twee ankerpunten zijn van een discours dat religie in diskrediet brengt. Dat het achterplat van het boek Theodor Holman een forum geeft om te zeggen dat religies mensen "dom" houden, zegt genoeg.

Beginnen met het verhaal van Abraham die zijn zoon Isaak zou doden om Gods wil te vervullen, mag op het eerste gezicht begrijpelijk lijken, toch is het dat niet. Het is verontrustend dat auteurs die de duistere consequenties van religieus fundamentalisme aan de kaak stellen, zelf hun boek aanvatten met een letterlijke lezing van een verhaal uit een geloofsboek. Excuus, de kerk zelf staat verder dan dergelijke lezing. En zelfs indien men letterlijk leest: het verhaal eindigt met God die het geweld niet uitgevoerd wil zien.

Het is verontrustend dat auteurs die de duistere consequenties van religieus fundamentalisme aan de kaak stellen, zelf hun boek aanvatten met een letterlijke lezing van een verhaal uit een geloofsboek

Is het dan onterecht om de joods-christelijke Bijbel en de Koran ter sprake te brengen? Neen. Verschillende teksten geven aan dat God niet louter de liefdevolle God is die we kennen uit evangelieverhalen. Terecht schrijven Cliteur en Verhofstadt dat er geen ondubbelzinnigheid over kan bestaan dat sommige teksten kunnen aanmoedigen tot geweld.

Minder terecht lijkt me dat 'theoterrorisme' "een cruciaal onderdeel" vormt van de abrahamitische godsdiensten zoals het jodendom, het christendom en de islam. Meer zelfs, het bijbelboek Exodus, waar God zijn naam aan Mozes openbaart als "degene die er altijd zal zijn voor u", spreekt straffe taal over degenen die zijn naam misbruiken: "De Heer laat hen die zijn naam misbruiken niet ongestraft". Jammer genoeg wordt deze passage niet geciteerd door Cliteur en Verhofstadt in een boek dat nochtans over deze thematiek gaat.

Esperanto

Over naar onze wereld en eeuw waar de term 'theoterrorisme' is ontstaan. De auteurs poneren op veel plaatsen in hun boek met grote stelligheid stevige thesen, zoals: "De opmars van de islamitische terreur vormt de grootste bedreiging voor de liberale democratie en voor de Verlichtingswaarden die we koesteren." Dat mag dan wel zo lijken als we afgaan op nieuwsberichten die de media voor ons dagelijks selecteren, maar democratie en waarden zijn complexer dan deze boude stelling doet vermoeden.

De werkelijkheid verdient genuanceerder stellingnames, die bijvoorbeeld de interne zwakke plekken van onze democratieën verdisconteren. De auteurs onderbouwen de geciteerde stelling nochtans met vuur en met voorbeelden aan de hand van thema's als vrije meningsuiting, de scheiding van Kerk en Staat, en de gelijkheid van man en vrouw. Ondanks de ernst ervan dreigt precies op grond van deze hot items populisme om de hoek te loeren, een valkuil die reëel is, zeker wanneer de conclusie van het betreffende hoofdstuk luidt dat er "derhalve nood is aan een moreel Esperanto, een reeks van seculiere geboden die door iedereen zouden moeten worden opgevolgd".

De werkelijkheid verdient genuanceerder stellingnames, die bijvoorbeeld de interne zwakke plekken van onze democratieën verdisconteren

Klinkt misschien goed, maar wat zeg je daar eigenlijk mee en bestaat dat vandaag dan al niet? En hoe dat alles zien tegen de achtergrond van zo veel negatieve ondertoon op de 300 pagina's daaraan voorafgaand? Omdat de auteurs zich bewust zijn van de nood aan positiever geluiden, is er het zesde hoofdstuk: "Lichtpunten in tijden van duisternis." Hier komt een selectie van personen en feiten aan bod die hervormingsgericht zijn.

Het boek verdient zeker aandacht wegens de thematiek en de vragen die het opwerpt, maar is onvoldoende intellectueel onderbouwd. De onderliggende ideologie en verzuchting van de auteurs is daaraan wellicht niet vreemd. Het boek ademt het parfum van Etienne Vermeersch, met wie de auteurs gesprekken hebben gehad over dit thema. Vanuit die ideologie schrijven is uiteraard het recht van de auteurs, maar het geheel van het boek mag even rechtmatig bekritiseerd worden vanuit het verlangen naar een benadering die diepgaander, breder en genuanceerder zou zijn.

Paul Cliteur en Dirk Verhofstadt, In naam van God. Elke dag een aanslag, Houtekiet, 472 p., 24,99 euro.

Esperanto
Beeld rv