Direct naar artikelinhoud
Vluchtelingen

"Waarom vluchten ze niet naar Europa?”: honderden Jemenieten stranden op Zuid-Koreaans eiland

Jemenitische vluchtelingen op het eiland Jeju. Ze hopen werk te vinden op een visboerderij.Beeld BELGAIMAGE

Plots stonden ze daar, in het voorjaar. Honderden Jemenitische mannen doken op in de straten van het Zuid-Koreaanse vakantie-eiland Jeju. De oorlog ontvlucht. Hoe lang ze mogen blijven, is nog maar de vraag.

“Het was een mysterie”, zegt Ha Min-kyoung, een 39-jarige muzieklerares die zich over de Jemenieten ontfermde en vorige week het eerste Arabische restaurant op Jeju opende. “We wisten alleen dat ze op straat sliepen.”

Het 600.000 inwoners tellende Jeju is een groot eiland, zo’n 200 kilometer van de zuidkust van het Koreaanse vasteland. Het heeft een vriendelijk klimaat, witte stranden en vulkanische rotsen waar je prachtig kunt wandelen. Ooit was Jeju dé plek waar Koreaanse stellen op huwelijksreis gingen, al gaan die tegenwoordig liever naar Hawaï. Om meer vakantiegangers te lokken, trok Jeju in 2002 de visumplicht in voor een ­heleboel landen. Waaronder Jemen.

Sami had vorig jaar net zijn studie informatica in Sanaa afgerond, toen de lokale Houthi-­leider zijn moeder voorhield: ‘U heeft twee zonen, dus u kunt er een missen voor de strijd’

Sami al-Baadni, een 23-jarige jongen met bruine krullen en een betoverende glimlach, is een van de 280.000 Jemenieten die in de afgelopen drieënhalf jaar de oorlog in hun land zijn ontvlucht. Hij had vorig jaar net zijn studie informatica in Sanaa afgerond, toen de lokale Houthi-­leider zijn moeder voorhield: “U heeft twee zonen, dus u kunt er een missen voor de strijd.” Sami vluchtte naar Oman, waar hij een ticket kocht naar Maleisië en met een toeristenvisum naar ­binnen kon.

Voor veel Jemenieten liep het spoor in Maleisië dood, omdat het land vluchtelingen geen asiel verleent. Sami had het geluk dat vliegmaatschappij Air Asia in december 2017 begon met vluchten tussen Kuala Lumpur en Jeju, de visumvrije zone van Zuid-Korea. Dat land heeft het vluchtelingenverdrag wél ondertekend. En zo zetten Sami en 560 andere Jemenieten in de maanden daarop koers naar Jeju.

Velen vonden onderdak bij muzieklerares Ha Min-kyoung. Ze liet de vluchtelingen overnachten in haar zangstudio, regelde dat ze konden koken en begon, geïnspireerd door gerechten die haar werden voorgeschoteld, het eerste Arabische restaurant van Jeju, Wardah (‘Bloem’), met drie Jemenieten in dienst.

‘Sommigen onder ons zijn lastiggevallen, omdat we vluchtelingen hielpen’
Ha Min-kyoung, Muzieklerares en restauranthouder

Zo kan het dat op een frisse herfstmiddag Sami al-Baadni in Jeju-stad kip van de ijzeren spies snijdt. Achter hem kijken twee Zuid-Koreanen wat argwanend naar hun tafelblad, waar ober Nasr Alyaremi rode thee, hummus en kabsa met lamsvlees heeft neergezet. Het restaurant is een groepsproject. Ha en een vriendin gingen een lening aan bij de bank; een handige vriend timmerde de tafels en de bar in elkaar met hout van traditionele Koreaanse huizen.

Sinds de opening is het druk. Voor veel Jemenieten is Wardah een ontmoetingsplaats. De interesse uit Koreaanse hoek kan nog beter. “Het is wennen; Koreanen houden niet van lamsvlees en onze rijst is kleveriger dan de Arabische.” Een meevaller, zegt Ha, is dat er nog geen antivluchtelingenactivist langs­kwam, iets waar ze bang voor is. “Sommigen onder ons zijn lastiggevallen, omdat we vluchtelingen hielpen.”

Mahammed Ameen, de Jeminitische chef in het eerste Arabische restaurant op Jeju, Wardah, met eigenares Ha Min-kyoung.Beeld Jun Michael Park

Verzet

De komst van de Jemenieten riep in Zuid-Korea verzet op. Er waren demonstraties in Seoel en Jeju-stad en op sociale media werd gewaarschuwd voor terroristen en seksueel misbruik. Een petitie om de “nepvluchtelingen” uit te zetten kreeg 715.000 steunbetuigingen. “Ik vraag me af of deze Jemenieten echte vluchtelingen zijn”, schreef de initiatiefnemer. “Waarom komen ze helemaal hierheen in plaats van naar Europa te gaan?”

De geschrokken autoriteiten hadden toen al ingegrepen. Per 1 juni werd de visumplicht voor Jemenieten weer ingevoerd. Niemand mocht het eiland verlaten voordat over hun aanvraag was beslist. Zuid-Korea hanteert een streng asielbeleid. Vorig jaar werd ondanks bijna 10.000 aanvragen maar 121 keer asiel verleend. Eenderde betrof visa voor gezinshereniging. Onder de relatief homogene bevolking bestaat traditioneel veel weerstand tegen inmenging van buitenaf.

De ploeg van Wardah, het eerste Arabische restaurant van het eiland. Ha Min-kyoung (rechts) nam drie Jemenitische vluchtelingen in dienst.Beeld Jun Michael Park

Toch lijken de radicale antivreemdelingen in de minderheid. “Vijfhonderd vluchtelingen asiel geven, dat zou een beetje te gek zijn”, zegt mandarijnenverkoper Jeon Jin-ho (54) op de Dongmun-markt in Jeju-stad. “Maar je kunt ze ook niet terugsturen; het is oorlog daar.”

De autoriteiten kwamen vorige maand met een compromis. De Jemenieten komen niet in aanmerking voor asiel, maar de overgrote meerderheid krijgt een verblijfsvergunning van een jaar op humanitaire gronden. Daarna kijkt justitie of de situatie in ­Jemen veilig genoeg is.