Direct naar artikelinhoud
analysenabestaanden oss

Verdoving, verdriet en woede: als je een kind verliest, verdwijnt de grond onder je voeten

Het is de grootste angst van iedere ouder: je kind verliezen. Ongeloof en radeloosheid overheersen op het moment dat het nieuws de ouders bereikt. Later komen de vragen, telkens weer opnieuw. ‘Altijd maar die vraag: wat als...’

Inwoners uit Oss rouwen bij de spoorwegovergang, waar donderdag vier kinderen bij een treinongeval met een elektrische bolderkar om het leven kwamen.Beeld Marcel van den Bergh

‘De grond is onder hun voeten verdwenen.’ Voor de ouders van de vier kinderen die omkwamen bij het tragische treinongeval in Oss is het nog te vroeg om te spreken over verwerking, stelt klinisch psycholoog Liesbeth Renckens van het Instituut voor Psychotrauma (IVP). ‘Die zijn nu nog in shock. Na zo’n verschrikkelijk bericht zijn ongeloof en radeloosheid normale reacties. Iedereen reageert daar anders op. De een zal verdoofd zijn, bij de ander overheerst verdriet. Ook woede komt voor.’

‘De ouders komen van het ene op het andere moment in een gebied terecht waar taal en bevattingsvermogen tekortschieten’, zegt psycholoog Huub Buijssen, gespecialiseerd in traumaopvang. ‘Alles wat wordt gezegd, klinkt banaal. Voor die mensen is de enige echte troost dat hun kind weer terug is. Maar dat kun je ze niet bieden.’

Schuldgevoel

Had dit ongeluk voorkomen kunnen worden? Dat is een vraag die vroeg of laat opspeelt bij ongelukken waar een mensenhand bij betrokken was. ‘Aan een natuurramp kun je niets doen, maar als het ongeluk op zo’n manier gebeurt, zonder afscheid te hebben genomen, dan komt het allemaal nog harder aan’, aldus Buijssen. ‘Ouders gaan vragen stellen, die ze op zichzelf betrekken: wat als ik mijn kind vanochtend andere schoentjes had aangetrokken? Wat als we later waren opgestaan?’

Het feit dat het ongeluk gebeurde op een moment dat ouders hun kinderen uit handen hadden gegeven, zal het schuldgevoel alleen maar verder aanwakkeren. Buijssen: ‘Ze zullen zich afvragen waarom ze zo nodig moesten werken. Of verwijten zichzelf dat ze die ochtend nog hadden gefoeterd dat de kinderen op moesten schieten. Het zijn irrationele gedachten, die zich niets aantrekken van logica.’

De dood van een geliefde roept altijd veel emoties op, maar de dood van kinderen heeft een niet te omvatten impact. ‘Een jong leven, wat onherstelbaar en onvervangbaar is, is plotseling weg’, zegt Renckens. ‘Als ouder voel je je verantwoordelijk.’

Ook Renckens zag de ouders die ze begeleidde na het verlies van hun kind worstelen met schuldgevoelens. ‘Altijd maar die vraag: wat als...’

Dat de ouders in Oss geen getuigen van het ongeluk waren, kan het gevoel van machteloosheid vergroten, denkt de psycholoog. ‘Ze moeten het doen met een reconstructie van wat er is gebeurd. Bepaalde vragen zullen onbeantwoord blijven.’

Leven met verdriet

Schuldgevoel is een manier om het verdriet een plek te geven. ‘We willen niet geloven dat het noodlot soms toeslaat en dat we dit niet in de hand hebben’, zegt Buijssen. ‘Mensen denken toch eerder: als ik beter had opgelet, dan was mij dit niet overkomen. Het is een achterwaartse poging om weer grip op het leven te krijgen.’

Ouders komen het verlies van hun kind nooit helemaal te boven. ‘Wat mij het meest bijstaat, is dat ouders van een verloren kind zeggen dat het verdriet altijd bij je is’, zegt Renckens. ‘Dat je leeft met het verdriet.’

Ook de grootouders moeten in dit verhaal niet worden vergeten, vindt Buijssen. ‘Zij verliezen hun kleinkind, maar moeten ook hun kind troosten. Voor broertjes en zusjes breekt bovendien een zware tijd aan. De aandacht zal de komende jaren uitgaan naar dat ene kind dat er niet meer is, dat een groot gat heeft geslagen in het leven.’

‘Uiteindelijk moeten mensen de sleur van alledag weer oppakken’, zegt hij. ‘’s Morgens opstaan, terwijl ze daar geen zin in hebben. Ontbijten. Douchen. Weer naar werk gaan. Bepaalde gedachten kunnen kracht bieden. Zoals de gedachte dat je nog een kind hebt dat je niet in de steek kunt laten. Of dat je overleden kind niet had gewild dat je ermee zou stoppen.’