Steeds zeggen we 'ssst', om te horen of er weer een aardbeving aan komt
De tijd op het computerscherm stond op 1:09. Tijd om de boel af te sluiten en even de sleutels te pakken, de poort open te doen om de auto eruit te halen en naar de school te rijden om mijn dochters op te halen. Ik was boven in mijn huis. Even naar de wc, even wat lekkers zoeken voor de kinderen zodat ze onderweg wat te drinken en te knabbelen hebben, en wilde net de trap weer afgaan. Ik wist niet dat een trap aflopen zo lastig kon zijn tijdens een aardbeving. De eerste gedachte was: Dit kan niet waar zijn, we hadden immers twee weken eerder een beving gehad. Ik dacht: ik ben gewoon nerveus. Totdat ik hoorde dat er dingen van de planken begonnen af te vallen. Nee, dit is echt.
Ik kon beneden komen en had twee opties: de tuin inrennen, of onder de carport door naar de straat rennen. Snel kiezen. Ik koos voor de tuin omdat, als het huis instort, ik onder de carport gevaar zou lopen. Ik rende naar de tuin, draaide me om en zag ons huis bewegen. De hond stond naast me en begon van de angst te plassen. Ik kon niet meer op mijn benen blijven staan en hurkte. Het enige wat uit mijn mond kwam was: Jezus, help mij! Het duurde zo lang. Langer dan de beving van twee weken geleden. En de beweging was zó sterk. De aarde ging niet op en neer. Nee, het waren ronddraaiende bewegingen die je duizelig maakten.
We zijn nu twee dagen verder. De tv staat constant aan. Er is zo veel schade. En niet alleen in Mexico-Stad. Er is eigenlijk meer schade in Morelos, de deelstaat waar wij wonen. Kerkgebouwen zijn gescheurd, veel huizen hebben schade. Mensen moeten hun huizen verlaten, omdat ze er niet meer veilig zijn. Autowegen zijn kapot. Muren zijn omgevallen. Kleine schades, daar lees je niets over in het nieuws. Maar de schade aan je huis, waar je nog een hypotheek voor aan het betalen bent, en dat je nu helemaal kwijt bent, is emotioneel een zware schade.
En de schade in je hoofd – die doet het meest zeer. Verdriet om anderen, maar vooral die angst. De angst dat het weer terugkomt. Dat je steeds naar het plafond van je huis kijkt om te kijken of de lampen beginnen te bewegen. Dat je steeds even zegt: ssst, en wilt horen of er weer een beving komt. Want dat hoor je. En dat je niet kunt slapen en elk halfuur wakker wordt en op de rand van je bed gaat zitten. De angst dat je elkaar niet kunt bereiken met de telefoon – want dat konden we niet. De angst dat er iets op je kan vallen en dat je er geen controle over kunt hebben. Langzaamaan komt de rust weer terug. Al hebben de kinderen geen school en mijn man voor een maand geen werk. De dagelijkse activiteiten pak je toch maar weer op. De ironie blijft in mijn hoofd: op 19 september zag ik beelden uit 1985 van een helikoptervlucht die de toenmalige president van Mexico maakte om beelden te zien van de schade toen. En dat de president van nu dezelfde route vloog om opnieuw de schade te bekijken, precies 32 jaar later.
We zijn God zo dankbaar dat we ongedeerd zijn en vragen gebed voor Mexico. Voor de families die mensen verloren zijn, voor een ieder die ineens geen dak meer boven het hoofd heeft. Dat de angst plaats mag maken voor rust, en dat wij als christenen juist mogen getuigen van de zekerheid die we in Hem hebben, en dat kunnen vertellen aan anderen, zodat ook zij deze zekerheid ontvangen en weer in rust kunnen leven.