Direct naar artikelinhoud
De gedachteBarbara Debusschere

Een (gedeeltelijk) smartphoneverbod voor kinderen: geen slecht idee om een brokkelbrein te voorkomen

'Het is lastig uit te maken wat nu de beste ‘regels’ zijn. Maar wat wel duidelijk is, is dat permanent ‘geconnecteerd’ zijn de aandacht verstoort en je dan een ‘brokkelbrein’ riskeert.'Beeld Eva Beeusaert/ Getty

Barbara Debusschere is journalist. Franse onderzoekers hebben vastgesteld dat het gebruik van smartphones en sociale media negatieve effecten kan hebben op kinderen. Maar wat moet je daarmee als ouder?

Enfants et écrans. A la recherche du temps perdu. Met typerend gevoel voor drama hebben Franse onderzoekers de titel van Marcel Prousts bekendste literaire werk geplakt op hun grote studie naar de impact van ‘de schermen’ op kinderen.

Zoals die titel aangeeft concluderen ze dat schermen en sociale media kinderen al te zeer kunnen schaden om ze overal onbeperkt toe te laten. Het gaat over ‘concentratieproblemen, bijziendheid, intelligentie, cognitieve processen en metabolisme’.

Daarom zijn smartphones nu al verboden op school in Nederland en Frankrijk. Bij ons kiezen scholen zelf.

De auteurs van het Franse rapport in opdracht van president Emmanuel Macron stellen nu nog drastischer maatregelen voor: kinderen mogen geen smartphones gebruiken tot ze 13 zijn en sociale media zoals TikTok, Instagram en Snapchat moeten verboden worden tot 18 jaar.

Iedere ouder kan getuigen hoe onrealistisch dat is. Het druist ook in tegen de visie die bij ons dominant is. “Smartphones horen nu eenmaal bij het leven en we moeten kinderen er vooral goed mee leren omgaan”, luidt het.

Maar wat moet je als ouder tussen al die alarmerende of net sussende berichten?

Het lastige antwoord is dat het niet zwart-wit is. Onderzoek bewijst niet eenduidig dat smartphones en sociale media alle kinderen en jongeren sowieso schaden. De impact blijkt individueel te verschillen omdat kinderen verschillen en smartphones zoveel uiteenlopende zaken bieden, van sociale contacten tot inhoud die onzeker en opgefokt maakt.

Wel is aangetoond dat 19-jarigen, meisjes tussen 11 en 13 en jongens tussen 14 en 15 zich slechter in hun vel voelen naarmate ze meer op sociale media zitten. Maar dat werkt in twee richtingen: wie zich minder goed voelt, gebruikt meer sociale media .

Ook blijkt dat de invloed van beeldschermen op de ontwikkeling afhankelijk is van de gezinsomgeving en levensstijl. Veel hangt dus af van hoe jouw gezin en kind in elkaar zitten en wat jullie met smartphones doen.

Het is, kortom, lastig uit te maken wat nu de beste ‘regels’ zijn. Maar wat wel duidelijk is, is dat permanent ‘geconnecteerd’ zijn de aandacht verstoort en je dan een ‘brokkelbrein’ riskeert, zoals neuropsychiater Theo Compernolle dat noemt.

Net zoals volwassenen zijn veel kinderen en jongeren door hun smartphone de hele tijd afgeleid terwijl bij 12- tot 18-jarigen de prefrontale cortex, die onder meer zorgt voor focus, nog volop in ontwikkeling is. Het is als een spier die je alleen maar kan trainen door regelmatig je aandacht exclusief aan één taak te geven. En er is vooralsnog geen bewijs dat al die verhakkelde aandacht de jonge hersenen in ontwikkelingen níét schaadt.

Daarom is het geen slecht idee om hen daar op bepaalde momenten of plekken, bijvoorbeeld op school, deels of volledig van weg te halen. Zodat er enkele gegarandeerde momenten zijn waarop hun brein kan rusten en zich kan trainen in geconcentreerde aandacht en sociale connecties in de tastbare wereld.

Niet toevallig is dat ook hoe uitvinders van deze technologie en de digitale ‘aandachtseconomie’ het thuis in Silicon Valley zelf aanpakken: ze hanteren smartphoneverboden voor hun kinderen om hen te behoeden voor zo’n brokkelbrein.